maandag 20 juni 2022
Het zilveren goud: juni 1997 deel III
De keuze valt zwaar. Er zijn twee verhalen uit juni 1997 die ik wil doen en ik heb eindelijk besloten welke als eerste aan de beurt is. Ik ga voor 'het wilde weekend'. Het jaar 1997 is het laatste jaar dat ik bij mijn ouders woon en dat is misschien voor alle partijen het beste. Een jaar geleden werk ik nog op de redactie van de Sneeker maar ik ben natuurlijk verder gegaan met mijn werk als recensent. Daarnaast heb ik een 'specialisme' ontwikkeld in een bepaalde tak van sport en ik mag dus bij iedere wedstrijd op vertoon van de perskaart naar binnen. Daar begint ook het verhaal van het wilde weekend. Ik ben de vaste reporter geworden voor de autocross. Wolsum grenst aan het einde van ons verspreidingsgebied maar nog altijd nieuwswaardig genoeg voor de Sneeker. Temeer omdat enkele van de succesvolle rijders binnen het verspreidingsgebied wonen. Laatst vroeg een radiocollega zich af wat er allemaal naar boven zou komen als mijn browsergeschiedenis openbaar zou worden. Welnu, ik kan alvast verklappen dat hieruit zal blijken dat ik nog altijd een autocross-fan ben. Ik ben al twintig jaar niet meer in de nabijheid van een baan geweest maar gelukkig hebben we tegenwoordig Youtube. Het is een zinderend hete zaterdagmiddag als er weer een autocross is en ik ben deze middag present.
Er staat me niet veel meer van bij. Ik kan alleen herinneren dat het één van de eerste Renault 4-races moet zijn geweest. Een autosloperij nabij Heerenveen heeft een veld vol staan en 'we hebben aardig wat van die hokken opgeruimd', aldus één van de rijders in 2003. Er is ook een lokale rijder die erg succesvol is. Hij zou op zichzelf best een interview mogen hebben, alleen heb ik het veel té gezellig met vrienden op het veld. Ik heb geen flauw idee wat ik wil schrijven als ik van Wolsum naar huis rijd. Natuurlijk ben ik weer veel te laat voor het eten en heb ik ook al geproefd aan de eerste biertjes. 's Avonds gaat het feest verder. In Het Bolwerk is een dansfeest waarover ik niet veel kan melden als journalist, maar gezien ik bijdragen lever aan het Bolwerk-krantje heb ik gratis entree. Het Bolwerk en de Popkelder vallen dan overigens ook onder dezelfde stichting.
Ik heb nooit kunnen begrijpen dat iemand een dansplaat kan opzetten zonder op de dansvloer te staan. Dat klinkt gek als je soul-verzamelaar en -dj bent, maar ik doel dan vooral op de elektronische dansmuziek. De dansvloer is al een paar jaar verboden terrein voor mij. In de eerste jaren gebruik ik de dansvloer geregeld voor een 'pogo', maar deze lijken ruiger te zijn geworden in de afgelopen jaren. Mijn enkels doen al pijn als ik het aanschouw, laat staan dat ik er tussenin ga staan trekken en duwen. Met elektronische dance heb ik anno 1997 ook helemaal niets. Jawel, ik koop wel eens een cd-single in dat genre, maar niet dat ik het zie zitten om de dansvloer op te gaan. Het dreigt dus ook vooral een baravond te worden voor ondergetekende. Kameraad Jan, niet te verwarren met mijn waarde Popkelder-collega, is er ook en hij staat wel de hele halve avond te swingen op de dansvloer. Ik zit op een kruk aan de bar met een biertje en een sjekkie en aanschouw het geheel. Opeens komt Jan naar me toe. 'Je gaat nú de dansvloer op'. Ik pretendeer het niet te horen. Ik zit al niet meer op de barkruk en ik hoor hem zeggen. 'Op de dansvloer en dansen!'. Ik protesteer nog maar dan... een duw in mijn rug. Ik blijf op de benen staan, maar... ik sta opeens wel tussen de hossende massa. Tja... wat ga ik doen? Als een houten Klaas een beetje glimlachen en terug lopen naar de bar? Of mezelf overgeven aan het ritme? Ik kies voor het laatste en... de rest is geschiedenis. Ik 'ontdek' hier het dansen en ben de rest van 1997 niet van de dansvloer te meppen. Of het nu The Scrum is of Het Bolwerk of een jungle-party in Amsterdam... ik sta op de dansvloer.
We hebben in Het Bolwerk op dat moment een stagiair uit Leeuwarden. Hij heeft deze avond gewerkt en moet wachten totdat de eerste trein naar Leeuwarden gaat. Het feest is om half vier afgelopen en traditiegetrouw blijf ik hangen om mee te helpen met het opruimen. Na het opruimen gaat de bar dan nog even open voor de vrijwilligers en de 'nazit' neemt dan al ernstige vormen aan. Er vertrekt op dit tijdstip maar één trein per uur naar Leeuwarden. Hoewel de klok in de gaten wordt gehouden, heeft Eric al een paar treinen gemist en zal hij uiteindelijk pas rond het middaguur naar huis gaan. De nazit duurt tot ongeveer acht uur op de zondagmorgen. Dan heeft de leiding er schoon genoeg van. Dit in tegenstelling tot enkele vrijwilligers. Wat gaan wij doen? Een paar weken geleden is een nieuw café geopend in Sneek en dat is een 'dagzaak'. Deze is open van negen uur 's ochtends tot negen uur 's avonds en zeven dagen in de week. Daar komen wij dus terecht. Ik ben deze dag getuige van de opbloeiende liefde tussen Jan en een andere vrijwilliger. Ze zullen even later een stelletje vormen, maar ook dat is al lang weer achter de rug. Het is ook de entree van Hessel. Hij werkt dan al een paar maanden bij Het Bolwerk maar is me nog niet eerder echt opgevallen. We hebben in ieder geval nog nooit gepraat. Hessel zal een paar weken later bij Jan intrekken terwijl Jan steeds vaker bij zijn vriendin is te vinden. Zijn flat wordt een soort alternatief café en slaaphuis.
We blijven tot rond het middaguur zitten in het café. Dan versplintert de groep en is het voor mij weer de terugkeer naar het dagelijkse leven. Want... ik moet immers ook nog een verhaaltje schrijven over de autocross. Met lood in de schoenen fiets ik naar de redactie waar ik gelukkig alleen ben. Ik denk dat ik het verhaaltje in een kwartier klaar heb en het gaat helemaal nergens over. Een paar uren later belt de redactie al. Dit is blijkbaar de laatste autocross geweest waarvoor ik verslag heb mogen uitbrengen. Collega Cees heeft wel de regionale winnaar gebeld en een interview afgenomen. Ze doen lijken alsof het artikel is geschreven door Cees en mij, maar feitelijk staat er geen woord van mij in. Maar... ik heb het dansen ontdekt en dus kan me de autocross worden gestolen!
2807 Crying In The Chapel - Elvis Presley (US, RCA Collectors Series Limited Edition, 1960, re: 1977)
2808 Suspicious Minds - Elvis Presley (Frankrijk, RCA Victor, 1969)
2809 Bellissima - Adriano Celentano (Italië, Clan, 1974)
2810 Popcorn - Fresh Cream (Frankrijk, Mercury, 1972)
2811 Twilight Zone - Golden Earring (NL, 21 Records, 1982)
2812 Comme J'ai Toujours Envie D'aimer - Marc Hamilton (Frankrijk, Carrere, 1970)
De eerste twee zijn singles die ik heb overgekocht van Freddy. Van de overige vier zijn weer niet duidelijk wanneer ik ze precies heb gekocht. Ik heb in 2013 de b-kant van de Marc Hamilton-single, 'Tapis Magique', ontdekt. Dat kantje is populair in de Franse en Europese mod-scene en daar wordt het 'sitar beat' genoemd. Het nummer staat centraal in 'Drive In Saturday', de eenmalige show die uiteindelijk zal leiden tot 'The Vinyl Countdown'. Vanwege de Mod-connectie heeft-ie zelfs nog een tijdje in de Blauwe Bak gestaan. Ik heb '1960' overgenomen van het label van de eerste Elvis-single. Het is echter pas in 1965 uitgebracht tot zover ik weet?
In de laatste aflevering van deze maand gaan we naar een beduidend rustiger concert en blijft ook de wilde avond achterwege.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten