woensdag 23 februari 2011

de monstertocht 6: Mossley-York


Twee weken vakantie? Welnee! Ik heb net zo hard meegewerkt als de anderen. Zelfs op zaterdagmiddag nog in de winkel gestaan! Daar staat een halve dag voor. Die wil ik op vrijdagmiddag 2 maart innen, maar krijg geen toestemming van de coördinator. ,,This is no holiday camp", is zijn reactie. Nee! Ik heb het ook niet gebruikt als recreatiekamp! Ik had gisteravond gewoon minder moeten zuipen. Ik had vrijdagochtend nog als 'werktijd' kunnen reserveren met inpakken. De coördinator verwachtte dat ik nog even een plafond ging sauzen, maar de kater werd zo hardnekkig dat ik hals-over-kop ben vertrokken. Bestemming: Tollemache Arms.

Om een beetje schot in het verhaal te brengen: Ik heb daar vier á vijf uurtjes de roes uitgeslapen in de 'games room'. Het afscheid werd vluchtig. Het is tegen negen uur en over een uur sluit de Coöp in Uppermill. Ik spurt weg en ben keurig op tijd. Een grote plastic fles vruchtensap en 'chocolate chippies'. Dan ga ik lopen. Via Diggle de weg schuin omhoog naar de top van de Moors. Het vriest en het is her en der glad. Kan ik rekening mee houden? Of niet? Op de top vriest het zeven graden. Ik geniet nog even van het panorama op Saddleworth en bestijg dan de Tyros.

Reken zelf maar even uit. Ik fiets continu en ben in twintig minuten in Huddersfield. Afstand: kleine 25 kilometer... In een bocht bemerk ik dat mijn achterwiel ietsje weg glijdt. Ik word er geregeld wakker van! Ik hou mezelf staande. Er ligt ijs op mijn broek en mijn knie doet pijn als ik die na vijf minuten wil bewegen. In Huddersfield geeft een wijzer Leeds aan. Op de hoek een pub met 'all day food'. Het is kwart voor twaalf, een pot thee kan nog net, eten niet meer. Led Zeppelin gaat me verpozen. De cassette-walkman heeft 'auto-reverse'. God mag weten hoe vaak die is omgedraaid tot Tadcaster. Deze weg naar Leeds is nieuw voor mij. Ik laat Wakefield en Bradford links liggen. Het is rond half één als ik door een stadje fiets. Een fata morgana? Een 'curry take away' die nog open is???

Ik bestel een korma met rijst en vraag of er een park in de buurt is, waar ik het kan eten. Als de dame mijn verhaal heeft gehoord, haalt ze servies en bestek. Ik mag daar eten en zoveel thee drinken als ik maar wil! Ook sla ik nog twee aanbiedingen voor slaapplek af... Nu kan ik er tegenaan!

In een vloek en een zucht ben ik in hartje Leeds. Vreemd? Als fietser word ik naar de ring gedirigeerd. Gelukkig is daar het politiebureau. Ja! Dat is de bedoeling! Maar pas wel op! Een goede raad... Het nachtleven loopt teneinde en het is een drukte op de ring. Ik word uitgescholden en een paar maal afgesneden. Bovendien merk ik tot mijn ergernis dat ik een halve cirkel OM Leeds maak. Op de snelweg naar Tadcaster is het uitgestorven. Bij de afrit staat een zwerfkei in de vangrail. Kont erop, past precies!

De vruchtensap is een klont ijs. Slokje, fles onder de jas, weer een slokje. Ik dommel iets, hoewel een veegauto mij wakker houd. Ik aanvaard de dag bibberend, maar dan... komt de zon op en verwarmt mijn rug. Tijdens 'Watching The Wheels' van John Lennon besef ik dat dit Het Leven is. Met de fiets en weinig bagage 'in the middle of nowhere', een bevroren klomp vruchtensap, de morgenzon. Het inspireert tot meer. De plannen zijn er volop, 2001 was een typische buitenzomer, maar levert geen boeiend verhaal op...

Rond negen uur fiets ik Clifton binnen, maar krijg bij de jeugdherberg het advies om vooral eens Bishophill Senior te proberen. Jakkes. Ik boek mezelf in op naam van Jan-Ben Ubels, een huisgenoot in Tuk. Ondanks blikken van herkenning, word ik geloofd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten