zondag 31 januari 2021

Singles round-up: januari 3


Eigenlijk is een 'Singles round-up' in mijn geval een foto met een berichtje maar gezien ik het eerst in twee delen wil doen en gisteren al de foto van het eerste deel heb gepubliceerd, ga ik gewoon door met tellen. Ik geloof grif dat de rubriek het goed doet op Google vanwege de verwijzing naar 'Round-up' waar nog altijd mensen naar op zoek zijn, hoewel het is verboden. Toch heeft de 'Singles round-up' niets te maken met een onkruidverdelger en heb ik de titel genomen van een album van de Engelse retro-zangeres Holly Golightly. Deze maakt tussen de elpees door heel wat singles voor losse platenmaatschappijen en brengt deze singles samen op een album met de titel 'Singles Round-up'. Ik heb het album zelf niet maar het wordt geadverteerd op de achterkant van de twee Holly Golightly-releases die ik in de kast heb staan. Ik heb gistermiddag de singles al gedraaid en eentje heeft het zelfs tot 'Do The 45' geschopt. Dat 'magische' plaatje staat nu in het middelpunt van een conversatie die ik heb met de handelaar en is wellicht de grootste verrassing uit dit pakketje. Hierbij presenteer ik jullie de laatste acht uit de eerste maand van dit, nu al, drukke singles-jaar 2021. Ik mag vanavond uitrekenen hoeveel platen ik verwacht in de komende weken.

* Mitty Collier- Gotta Get Away From It All (NL, CH Records, 1968, re: 1979?)
Ik noem het beestje bij de a-kant van deze specifieke release. In 1968 verschijnt het plaatje met 'Everybody Makes A Mistake Sometime' op de a-kant. Omstreeks 1980 verschijnen in ons land diverse singles opnieuw voor nietszeggende platenmaatschappijen waarbij ik mijn twijfels heb of het wel allemaal legaal is gebeurd. Ik schat de kans klein in dat Mitty ooit een dubbeltje uit Nederland heeft gekregen. Deze single is zelfs nog een beetje brutaler want niet alleen gebruikt het CH van Chess maar ook het catalogusnummer is de originele Chess: CH 2050. De plaatjes verschijnen voor de Surinaamse soul-scene opnieuw en niet zelden met omgedraaide kanten, zoals hier het geval. 'Gotta Get Away From It All' is een telefoongesprek dat Mitty voert met haar moeder en ze moet toegeven dat zij gelijk heeft gehad voor wat betreft haar keuze voor een man. Ze sluit het gesprek af met 'Goodbye mama' en dat suggereert dat de beller er een einde aan gaat breien? Het is feitelijk een blues maar met de fraaie blazersarrangementen welke we kennen van andere Chess-producties. Drama ten top maar toch kies ik uiteindelijk voor 'Everybody Makes A Mistake Sometime'. Nog meer een blues dan de a-kant, nu met de sfeer van 'I'd Rather Go Blind', maar ook een Mitty die naar mijn mening 'dieper' gaat dan op de andere kant.

* Big John Hamilton- How Much Can A Man Take (US, Minaret, 1968)
Ik heb net weer afgerekend bij Mark als dit plaatje voorbij komt. Tot mijn stomme verbazing 'cancelt' hij de reservering en stuurt me een privé-boodschapje. 'Ga eens rond kijken in Nederland, deze vindt je op iedere straathoek en misschien nog wel goedkoper', aldus Mark. Ik werp een blik op Discogs en zie dan deze voor vijf euro bij Demonfuzz. Ik plaats de plaat in mijn winkelmandje en een week geleden besluit ik schoon schip te maken. Big John klinkt niet een beetje als Otis Redding op dit kantje. Als pluspunt heeft dit label de bekende 'label decorations' zoals het een Surisoul-kraker betaamt. Ik heb de b-kant nog niet uitgeprobeerd maar volgens Demonfuzz zou dit een 'funky mover' zijn. O ja, deze heb ik vorige week nog eens gehoord op Youtube, herinner ik me nu. Het is zeker niet onaardig maar ik ga voor de overheerlijke a-kant.

* Little Ben & The Cheers- Beggar Of Love (US, Rush, 1968)
Dan is het nu de tijd voor een groepje workaholics. Ze zijn zes dagen in de week aan de arbeid als Little Ben & The Cheers en op de zevende dagen heet het The Norfleet Brothers. Ofwel, daar lijkt het op. Feit is dat Little Ben & The Cheers parallel aan hun drukke schema een gospelgroep erop na houden. De perfecte harmonieën waren me gisteren al opgevallen en verklaart de nevenactiviteit? Ook de organist is mee gegaan naar de studio voor dit plaatje. Maar alle gekheid op een stokje, die harmonieën zijn gewoon perfect en een lust om naar te luisteren. Een beetje midtempo maar een plaatje dat zeker 'groot' gaat worden in mijn 2021. De plaat is naar het schijnt driemaal geperst in 1968 en steeds weer met dezelfde tikfout op het label. De andere kant heet 'Brown Eye'd Devil' en het moge duidelijk zijn dat de apostrof daar niets te zoeken heeft. Het is meer een upbeat Northern-achtig nummer waar ik acht jaar geleden van uit mijn plaat was gegaan, maar ja... we gaan voor midtempo en melodieus tegenwoordig.

* Louis Alias Otis- Separated (NL, geen label, 1976)
Ik heb een paar jaar geleden al eens een single gekocht van Mighty Botai op hetzelfde label. Ofwel... buiten de afkorting FS in het catalogusnummer wordt geen melding gemaakt van een platenlabel. Botai Felter tekent voor de productie van dit plaatje van Louis alias Otis. Ik probeer me te herinneren hoe ik hieraan ben gekomen? Ik meen me iets te herinneren dat het nummer me 'grijpt' tijdens een Youtube-sessie maar wie of wat me heeft aangezet om dit te beluisteren? Louis heet Louis Windzak. Hij maakt in 1979 een single met The Stan Lohkin Band. Het moge duidelijk zijn waarom hij beter bekend is als Otis want 'Separated' klinkt als een klassieke Otis Redding-ballade. Het is de tweede keer al leuker dan de eerste keer. Het klinkt op een leuke manier als een kneuterige jaren zeventig-productie en dat maakt het genoeg 'oddball' voor mij. Maar... wat gebeurt er als je deze gezapige band funky laat spelen? Bestaat er zoiets als Suri-funk? Het is allemaal net een beetje té loom en de achtergrondzangers té lief om het goed in beweging te krijgen, maar toch een erg fijn nummer. Het neigt zelfs mijn favoriet te worden. O ja, de titel is 'Mercey On Me' en zal ik de tweede E in 'Mercey' verzoeken zich te voegen bij de apostrof uit 'Brown-Eye'd'?

* Joe Perkins- Hungry For Your Love (US, Bluff City, 1974)
Dan het onderwerp van de conversatie met de handelaar. Een totaal vergeten pareltje dat desondanks nog altijd voor een paar euro op de kop te tikken is. De arrangeur heet James Mitchell en de producent Pete Mitchell. Mijn vraag is: Zijn deze Mitchells gelieerd aan Willie Mitchell van de Hi-studio? De medewerkers aan dit plaatje slagen er namelijk in om een 1-op-1 te creëren van het typische Hi-geluid. Met één wezenlijk verschil: Waar het meeste werk van Al Green ontzettend op elkaar lijkt, is dit qua compositie net even interessanter dan het gemiddelde Hi-werk. De distributie van Bluff City verloopt via Buddah en dat impliceert dat er geen direct verband is met Hi (dat door London aan de man/vrouw wordt gebracht). Ik voorspel dat dit binnenkort nog eens de Week Spot gaat worden. Dan kan ik ook eens op zoek naar de ware Joe Perkins want er zijn meer hondjes die luisteren naar de naam Fikkie.

* Vera Powell- I Didn't Know How Happy I Could Be (US, Cheri, 1976)
Een 'kassakoopje' welke ik als laatste toevoeg aan het boodschappenmandje en waarmee ik het wil proberen. Mede-geproduceerd en -geschreven door William Bell en dan zijn mijn verwachtingen hoog. 'I Didn't Know' is een prachtige ballade met een opvallend rijke productie maar ik heb het gevoel dat het nummer nog moet groeien bij mij. Daar geef ik Vera alle kans toe. Intussen is daar de b-kant. 'Mama's Baby, Daddy's Maybe'. Ik ken deze titel van Swamp Dogg, maar nee... het is een heel ander nummer. Funky maar wel met blazers die van Jerry Williams Jr. afkomstig konden zijn. Waar Swamp Dogg zich hardop afvraagt of de dokter het kind niet per ongeluk heeft verwisseld, daar lijkt Powell op te roepen aan de dames om het vooral eens buiten de deur te proberen. Vooral als je man meent dat hij je compleet onder de duim heeft, is immers niets meer bestraffend dan een kind dat niet op hem lijkt. Ik moet uiteindelijk wennen aan de ballad, maar voorlopig kan ik met dit uit de voeten.

* The Soul Lighters- No Body Knows But Me And The Lord (US, Delene, 197?)
Vijf euro. Dat is minder dan een rijksdaalder? Zo'n muntje dat nog wel eens los rondslingerde in de broekzak terwijl je op je patat oorlog stond te wachten en dus maar in de gleuf van de Club 2000-automaat verdween. Demonfuzz beschrijft dit als 'nice gospel soul' en het feit dat er zeer weinig is te vinden over het Delene-label en The Soul Lighters maakt me nieuwsgierig. Ik gok het erop! Welnu, als ik geluidsclips had gehad, zou ik de plaat vast niet hebben gekocht. Het is té traditioneel en 'rockin' gospel' om echt een plek in te nemen in de gospel-koffer, maar dan opnieuw: Het staat me niet in de weg. Voor wie gospel associeert met Mahalia Jackson zal dit een 'levendig' plaatje zijn, maar met 'rocking gospel' maak je niet echt een fijne set.

* Gloria Walker & The Chevelles- Please Don't Desert Me Baby (US, Flaming Arrow, 1969)
Ik moet erkennen dat ik een valse start heb gehad met Gloria Walker. 'Gift Of Love' is één van mijn ultieme favorieten in 2016 maar het is niet het werk waarvoor we Gloria zouden moeten herinneren. Deze single is echter weer verleidelijk. 'Please Don't Desert Me Baby' is een 'hurter' van de bovenste plank terwijl 'Need Of You' weer het upbeat werk is van 'Gift Of Love'. Toch komt het ditmaal helemaal goed want ik ga voor 'Desert'. Dit is de tweede van de drie singles voor Flaming Arrow en in de tijd dat Atlantic al de distributie op zich heeft genomen. Ik zie dat dit plaatje inmiddels al eens 19 euro heeft opgebracht in een veiling en daarmee is het nog altijd niet het topstuk uit het repertoire van Gloria. De platen dienen dan wel helemaal schoon te zijn en zeker geen viltstift op de labels. De mijne is andermaal ten prooi gevallen aan zo'n viltstift-crimineel. Een aantal van deze acht singles komen we vanavond opnieuw tegen in de 'Eindstreep', maar daarover ga ik me na 'The Vinyl Countdown' buigen. Straks eerst maar eens het zonnige maar koude weer in!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten