woensdag 1 februari 2017

Goud met een griffel



Over twee weken presenteer ik jullie weer 'Het zilveren goud'. De rubriek waarin ik terugblik op de platen die ik vijfentwintig jaar geleden heb gekocht. Vandaag een klein voorproefje voor wat betreft het terug blikken: Ik vier vandaag een bescheiden jubileum. Het klinkt als een officiële startdatum van iets: 1 februari. Toch valt het in 1992 gewoon op een zaterdag en is het daarmee 'toeval'? Het had immers ook de 25e januari kunnen zijn, maar daarover straks meer. Op 1 februari 1992 bezoek ik het concert van Margriet Eshuijs in Het Bolwerk in Sneek. Niet 'gewoon' als bezoeker, maar met gratis toegang dankzij de perskaart. Ik ben hier vanavond om mijn eerste recensie voor het Sneeker Nieuwsblad te schrijven en dat is tevens de start van mijn 'schrijvers-loopbaan'. Hoewel met name tien jaar geleden het schrijven even op een laag pitje heeft gestaan, is het dus vijfentwintig jaar geleden dat ik ben begonnen met schrijven. Taart en slingers kunnen achterwege blijven, maar toch een mooie reden om even terug te kijken op de eerste weken van 1992.

Ik kan nóg verder terug gaan en om het verhaal compleet te maken, doe ik dat ook. Ik ben van huis uit Friestalig. Ik kijk wel naar 'De Film Van Ome Willem', maar feitelijk snap ik er geen hout van. Als ik op de kleuterschool zit, komt er een jongen uit Rotterdam bij ons in de klas. De juf moet alles wat hij vertelt voor ons vertalen naar het Fries. We kijken hem aan alsof het Pools is. Toch ben ik erg leergierig als kind. Nederlands is, hoe gek het ook klinkt, de eerste 'vreemde taal' die ik leer. Het leesplankje is nogal saai want het is immers één woord per keer. Het wordt interessanter wanneer we de lidwoorden leren. Zodra we in staat zijn om een hele zin te schrijven, is het hek van de dam. Eindelijk heb ik een manier om mijn grote fantasie in woorden om te zetten. Terwijl opstellen schrijven voor menig klasgenoot als een ramp wordt ervaren, gaat bij mij de vlag uit. Als ik een jaar of twaalf ben, heb ik al enige 'boeken' op mijn naam staan. Het wordt nog fijner als ik de typemachine mag gebruiken. Dankzij dit apparaat haal ik op één punt in van de vertraagde motoriek waarmee ik ben geboren. Nog net geen voer voor Schoevers, maar vingervlug en blind op het toetsenbord. Ook op het voortgezet onderwijs blink ik uit in het vak Nederlands en trakteer menig leraar (m/v) op scripties die de AKO-literatuurprijs zouden kunnen winnen. Het is dezelfde tijd als mijn aandacht voor school steeds minder wordt en ik steeds meer ga lezen over muziekgeschiedenis. In de tweede klas van de LEAO wordt al gesproken van de school voor de journalistiek, maar dan opnieuw... de moed zakt me in de schoenen als ik bedenk dat ik dan nog minstens acht jaar in de schoolbanken moet vertoeven. In de examenklas van de LEAO is wel duidelijk dat de MEAO op deze manier niet gaat lukken. Niet omdat ik niet kán leren, maar omdat ik totaal niet gemotiveerd ben om te leren. Dan wordt het KMBO voorgesteld, maar een papier daarvan staat niet gelijk aan een reguliere middelbare opleiding en voor de school voor de journalistiek niet bruikbaar. Het begin van het einde? Het zelfstandig werken maakt dat ik mijlenver voorop lig met de talen en met name Nederlands, maar dat ik na anderhalf jaar nog aan de 'saaie' vakken moet beginnen.

Ik krijg Nederlands van meneer Hania. Een 'oude hippie' en een groot muziekliefhebber. Mijn vergaarde kennis over jaren zestig-muziek wordt door hem overhoord en, waar nodig, aangevuld. Hij heeft het al vaker geopperd, maar neemt me in januari 1992 even apart. ,,Als jij nu eens een nieuwe cd gaat beoordelen en daarmee binnenstapt bij het Sneeker Nieuwsblad? Nee, heb je". Over het album hoef ik niet lang na te denken. Het is de tijd dat ik van klasgenote Anja 'Nevermind' van Nirvana op cassette heb gekregen en dat album moet mijn paspoort vormen tot de muziekjournalistiek. Ik schrijf uren aan de recensie en schaaf het net zo lang bij als dat ik tevreden ben. Dan is het vrijdag 24 januari. Ik heb een tussenuur vrij en stap deze morgen binnen bij het Sneeker Nieuwsblad. De volgende krant wordt pas dinsdag gepubliceerd en dus is het rustig op de redactie. Ik word door Ulbe de trap opgestuurd en ontmoet 'ome Cees'. Cees leest aandachtig de recensie en legt het dan aan de kant. ,,Mooi geschreven". Kijk, dat is een fraai compliment! ,,Het enige probleem is... het is niet lokaal voor onze krant. Wij brengen nieuws uit de regio en als we dit publiceren, komt volgende week iemand met een recensie van de cd van BZN". Ik knik. ,,Maar... we zoeken nog wel iemand die recensies voor ons wil schrijven van concerten in Het Bolwerk". Dat klinkt té mooi om waar te zijn. Toch geeft Cees mij een kans: Ik krijg een perskaart waarmee ik gratis entree kan verschaffen en ik moest het maar eens proberen. Ik fiets meteen door naar Het Bolwerk. Daar maak ik kennis met Frank, de programmeur. Ik zal zijn woorden nooit vergeten: ,,Je moet ze daar maar eens flink wat peper in de kont strooien". Ik ga naar huis met een stapeltje Bolwerk-krantjes, waaronder de nieuwste. Het concert van morgenavond spreekt me enorm aan, maar... eerst moet ik Jutrijp zien te overtuigen en daar ben ik niet zo zeker van.

,,Daar moeten we het eerst met heit over hebben", zegt moeder als ik mijn dolenthousiaste verhaal heb gedaan. Dat is een domper op de zaak, want als moeder al niet enthousiast is, dan is vader dat vast ook niet. Een week na zijn overlijden in 2011 heb ik dit andermaal aangehaald: Ik heb heit onderschat. Ik geloof dat ze het er al over hebben gehad als moeder mij uitlokt om het te vertellen aan vader. Het komt aarzelend uit mijn mond want ik voel alsof het resoluut wordt afgewezen. ,,Maar dat is prachtig, Gerrit, daar kun je nog iets van leren". Ik moet even testen of ik dat goed heb verstaan of dat ik dit niet droom. Heit geeft me groen licht om naar dat 'duistere' Bolwerk toe te gaan om een recensie te schrijven. Hoezo duister? In Het Bolwerk is begin 1992 net de rust teruggekeerd. De muziektempel wordt al jaren gedreigd met sluiting, maar dat is in 1992 verleden tijd. Bovendien wordt Het Bolwerk vaak verward met De Meerpaal. Ze waren wel aan elkaar gelieerd, maar De Meerpaal was van oudsher meer de 'druggy' kant van het verhaal. Menig ouder werd in het harnas gejaagd als de kroost vrijwillig naar Het Bolwerk ging en ik had zoiets ook verwacht. Niets is minder waar. Meteen doorpakken! ,,Ik wil graag morgenavond naar Het Bolwerk voor een concert". Moeder kijkt bedenkelijk. ,,Dan moeten we eerst nog eens naar het weer luisteren want ze voorspellen ijzel voor morgenavond".

Bolsward heeft in de late jaren tachtig en vroege jaren negentig een actieve blues-scene. Het heeft een paar maal een groot blues-festival gehad en in 1991 is Ten Years After de hoofdact. Joanna Connor staat eveneens op het programma. Het is deze Joanna Connor die morgen gaat optreden in Het Bolwerk. Ik herinner nog wat informatie uit het boekje van het bluesfestival en dat kan ik gebruiken als 'huiswerk'. Even uitleggen voor de jonge generatie: Er bestaat nog geen Youtube of Spotify en in de cd-zaak ben je overgeleverd aan het inzicht van de inkoper. De laatste Joanna Connor kan ik morgenmiddag nog wel even beluisteren bij Music Palace en dan ben ik klaar voor de eerste recensie. Dan gooit het weer roet in het eten. Gelukkig maar! Het is mijn eerste avond in 'T Hokje (drie kilometer Hommerts in mag nog nét) en het eerstvolgende concert is van Margriet Eshuys. Een 'unieke' gebeurtenis. Het Bolwerk is zeer 'underground' op dat moment en een artieste van dit kaliber zie je zelden. Ze heeft haar eigen plekje in de Oor-popencyclopedie en het album 'Sometimes' ligt gewoon bij Music Store in de schappen. Ook uniek omdat Margriet naderhand, volgens mij, alleen nog theatertournees heeft gedaan. Een jaar later staat ze in Amicitia. De encyclopedie-informatie paraat voor enkele feitjes en een mierzoete verslaggeving van het concert. Ik herinner het als een goed geöliede machine waar geen wanklank valt te bespeuren. Als ik had 'gedurfd', zou ik het als een beetje 'zielloos' hebben beschreven, maar nee... er staat veel op het spel en dat stukje lef laat nog een tijdje op zich wachten. De krant verschijnt dinsdag en de recensie staat op de derde bladzijde. Even later staat de telefoon roodgloeiend. Allemaal lovende woorden!

Ik heb zo mijn 'eigen publiek'. Er zijn enkele oudere vrouwtjes in het dorp die me vertellen dat ze altijd als eerste mijn recensies lezen. Niet dat ze op de hoogte zijn van de beschreven bands en het gebruikte jargon, maar gewoon omdat het 'zo mooi geschreven is'. Het duurt een jaar voordat ik 'mot' krijg met een lokale band én een uitbater van een kroeg omdat ze mijn eerlijke recensie niet konden waarderen. Van mei tot en met december 1996 loop ik zelfs een halfjaar mee op de redactie in het kader van de Jeugdwerkgarantieplanwet. Dat levert me ook mijn enige twee journalistieke papieren op: Beide korte cursussen van de Hogeschool Voor De Journalistiek. De eerste is 'peanuts' voor iemand met mijn ervaring, de tweede is een stuk pittiger en haal ik niet op grond van de examenopdracht. Het heeft niets met mijn vertrek naar Engeland van doen, maar eind 1997 is de koek op. Soms lever ik een recensie aan die niet kan worden geplaatst 'omdat de krant vol is'. Ik heb in 1992 al de wens om Golden Earring eens te mogen recenseren en de recensie van de 'try-out' van de Haagse band in het Amicitia-theater is eigenlijk de laatste recensie geweest voor de Sneeker. In 2002 maak ik een eenmalige 'comeback' als ik 'toevallig' in de buurt ben met een Bolwerk-concert.

In Engeland ontwikkel ik nog wel een schrijfstijl die de handen op elkaar kan krijgen bij de Emmaus, maar ik voel me niet zelfverzekerd genoeg om naar de plaatselijke krant te stappen. In 2003 kom ik in contact met rockandroll.nl en is de 'geboorte' van Sideburner. Ik schrijf de stukjes afwisselend in het Engels en het Nederlands. Een paar weken geleden heb ik een Nederlands bericht gevonden (en ook een paar Engelse). Ik heb gehuild toen ik het las. In de jaren erop verwatert de hobby steeds meer totdat ik in 2008 begin met het eerste blog. Helaas niets meer van terug te vinden. De hersenschudding heeft mijn schrijftalenten geen goed gedaan. Het niveau dat ik nog zo feilloos beheers op rockandroll.nl is helemaal verdwenen en het kost me beduidend meer moeite om te schrijven ten opzichte van die tijd. Sinds 2010 is Soul-xotica dan de enige uitlaatklep die ik erop na hou wat de schrijvende journalistiek aan gaat. Ik beschouw het zelf echter niet als journalistiek en heb reeds in 2006 afscheid genomen van deze tak van sport.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten