woensdag 22 februari 2017

Raddraaien: Pat Lewis



De lijst met de dagen is compleet en ik ben er dus helemaal klaar voor om vrijdag de aftrap te doen van de 'Weekplate'. Ik heb hierbij getracht artiesten en groepen te nemen die zelden tot nooit een volledig bericht hebben gekregen op Soul-xotica en het bevat zelfs een 'Van hit naar her' mits de plaat het nog een week in de Tipparade uit houdt. Vandaag een aflevering van 'Raddraaien' en morgen een 'Eretitel' en dan zal de rest van de week in het teken staan van de 'Weekplate'. Zoals beloofd komt de 'Raddraaier' uit de Blauwe Bak. De koffers bevatten elk 300 singles, 150 per rij. De veertiende single uit de eerste rij van de tweede Blauwe Bak-koffer, dat is de plaat welke in het zonnetje mag staan. Dan kom ik uit bij 'Let's Go Together' van Pat Lewis, een single die in 2013 aan jullie is voorgesteld als 'Can't Shake It Loose'. Pat Lewis heeft al eens een bericht gehad op Soul-xotica en hoewel ik het verhaal over Golden World in stukjes en beetjes ook al heb verteld, wil ik vandaag andermaal duiken in de roemruchte geschiedenis van het label en het lot dat het is beschoren. Een smerige strijd tussen twee grootkapitalisten uit Detroit waarvan de artiesten de dupe worden. 'Let's Go Together' van Pat Lewis (1966) is het stralende middelpunt.

Waar en wanneer? De eerste maanden van 2013 raak ik plots geïnteresseerd in het Golden World-label. Ik besluit dan zelfs om 'even' de volledige Golden World-catalogus te gaan verzamelen. Hoewel het me een stapeltje singles oplevert die over het algemeen niet de hoofdprijs hoeven op te brengen, ontdek ik ook snel dat er een paar erg dure Golden World-singles in de catalogus zitten. Plus een paar platen die ik eigenlijk helemaal niks vind en die toch een flinke duit moeten opbrengen. De Golden World-verzamelwoede is na vier maanden aardig bekoeld. Intussen kom ik deze zeer beduimelde 'Can't Shake It Loose' tegen bij een Duitse verzamelaar. Het duurt een paar jaar voordat ik 'Let's Go Together' ga erkennen als a-kant. Dat is het ook in de eerste plaats en ten tweede 'klinkt' het ook beter dan het zwaar vervuilde 'Can't Shake It Loose'. Ik koop eveneens 'How's Your New Love Treating You' van The Debonaires van deze handelaar en die is in een even slechte staat. Waar die laatste praktisch onvindbaar is in een betere staat, daar is Pat Lewis dik betaald! Het is één van de minst waardevolle platen van mevrouw Lewis. Laat me dan eerst eens kijken wat de verzamelwoede heeft opgeleverd. Hierbij de singles uit de Golden World-catalogus startend met het catalogusnummer en tussen haakjes de release-datum.

GW 4/5 Deep Freeze-The Adorables (maart 1964)
GW 21 Hey!!!-Barbra Mercer (juli 1965)
GW 26 Eenie Meenie Gypsaleenie-The Debonaires (augustus 1965)
GW 38 How's Your New Love Treating You-The Debonaires (juni 1966)
GW 42 Let's Go Together-Pat Lewis (augustus 1966)

De score van ongeveer vier maanden en daarna ga ik me weer bezighouden met andere dingen. Met name de platen van The Holidays spreken me niet heel erg aan en om daar nu een kapitaal aan te moeten besteden?

Wie Detroit zegt, zegt Motown. Tenminste... als we het over soulmuziek hebben. Natuurlijk heeft Detroit al veel langer een reputatie van 'Motor City'. Wie diep in de materie duikt, komt er al snel achter dat op iedere straathoek een platenmaatschappij is gevestigd. Dat de meeste in de obscuriteit zijn verdwenen, is uiteindelijk allemaal de schuld van dat oppermachtige Motown. Toch is Berry Gordy niet begonnen zonder vallen en opstaan, maar als hij in 1960 de zaak goed op de rails heeft, is het zaak om Motown een bedrijf te maken zoals iedere andere. Dat betekent het zoeken van investeerders. Het lierste iemand met een flink kapitaal die wil mee delen in de winsten van het bedrijf. Ed Wingate is in meerdere opzichten een geschikte kandidaad voor het Raad van Bestuur van Motown. Wingate heeft zijn kapitaal verdiend in het onroerend goed en bezit veel van de restaurants en nachtclubs in 'uptown' Detroit. De klandizie aldaar is de doelgroep van Gordy en hoe mooi kon het zijn als Wingate kon worden ingelijfd in het Raad van Bestuur? Toch is popmuziek redelijk nieuw in 1960 en zijn er weinig tot geen voorbeelden van kleine maatschappijen die plotseling erg groot zijn gegroeid. Als ze er al zijn, dan zijn het blanke platenmaatschappijen, niet een label dat wordt gerund door zwarten. Wingate heeft in 1960 zijn ernstige twijfels bij het slagen van Gordy's plan en houdt de boot af. In 1963 moet hij echter concluderen dat Gordy gelijk heeft gehad. Motown is dan volgroeid en Gordy heeft een flinke bom duiten verdiend met de muziek. Wingate probeert nog eenmaal aansluiting te vinden bij Motown, maar wordt bij de deur weggehoond. Dan besluit Wingate zélf maar een platenmaatschappij te beginnen.

Wingate start Golden World Records met de hulp van JoAnne Bratton, ex-vrouw van bokskampioen Johnny Bratton, die even later ook met Wingate in het huwelijksbootje zal stappen. Haar muzikale avontuur begint met Golden World waarvoor ze een paar liedjes schrijft. Van grote successen komt het nauwelijks en dit is in grote mate te danken aan misbruik van de macht van Motown. Smeergeld is van alle tijden en ook in de jaren zestig geeft het pas een garantie om een plaat op de radio te krijgen wanneer je de dj een envelop met inhoud toeschuift. De inhoud van de envelop bepaalt hoe prominent de plaat wordt gedraaid. Menig klein platenlabel moet een lening afsluiten voor deze geste en als de dj goedkeurend naar de inhoud in de envelop heeft gekeken, loopt de plugger bijna fluitend uit het pand. Dan verschijnt even later de plugger van Motown met een prachtige belofte over een primeur van de nieuwe Four Tops-elpee. De dj moet dan echter de lokale platen van de lijst gooien en krijgt soms de opdracht om de plaat van de andere maatschappij te verbrijzelen. Zo gebeurt het dat een platenlabel niet alleen het smeergeld kwijt raakt, maar ook dat de plaat nooit op de radio komt en dus voor geen meter verkoopt. Wingate komt pas in 1966 achter de praktijken van Gordy en belt hem op. ,,Als je zo nodig alles wilt hebben, dan betaal je er maar voor". Voor een miljoen dollar neemt Gordy in 1966 Golden World over. De Golden World-studio wordt nog jaren gebruikt als b-studio totdat het onlangs is afgebroken tot grote spijt van soul-liefhebbers en historici. Voor veel Golden World-artiesten is Motown de anti-christ en gaan in 1966 massaal naar Solid Hitbound en andere onafhankelijke labels in Detroit. Hetzelfde gebeurt ook bij Ric-Tic, waarvan Bratton eveneens eigenaar is, en dat label zal door Motown nog enige tijd worden door gevoerd. Eén Ric Tic-artiest zal later platen maken voor Motown: Edwin Starr.

De reeks van Golden World begint in november 1963 met een single van Willie Kendrick. Achtereenvolgens zien we platen van Sue Perrin, The Adorables, Patti Gilson, The Reflections, Elliott Baron, The Manhattans (niet de groep op Carnival en van 'Kiss And Say Goodbye'), The Debonaires, Juanita Williams, Barbra Mercer, Carl Carlton, The Sunliners, Gino Parks, Rose Battiste, The Holidays, Larry Knight & The Upsetters, Tamiko Jones, Tony Michaels, Pat Lewis (één van The Debonaires), Theresa Lindsey, Dickie & The Ebb Tides en The Parliaments (het latere Parliament/Funkadelic). Er verschijnen in deze drie jaar achtendertig singles op Golden World en een elpee voor The Reflections. In 1973 verschijnt een single van The Modern Times op Golden World. Dan is Ed Wingate inmiddels verhuisd naar Las Vegas en probeert het nog eenmaal met Golden World. Het levert niet het succes op waarop hij heeft gehoopt en houdt het verder maar bij het onroerend goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten