vrijdag 3 februari 2017

Raddraaien: The Who



Het blijft rock & roll. Van donderdag op vrijdag een nachtuitzending en een paar uur later werken. Toch heb ik het weer gered, maar maak er liever niet mijn hobby van. Een dagje in de bezorging is altijd leuk, maar de baas weet dat ik op vrijdag de voorkeur geef aan de sortering en weet eveneens de reden hiervoor. Toch kan het vandaag even niet anders. Een paar mensen ziek en wegens familie-omstandigheden niet beschikbaar en het is paniek in de posterijen. Oproepkrachten hebben we niet in Meppel en Steenwijk en dus moet dit uit het eigen personeel worden samengesteld. Toch hoor je me niet klagen. Het is, buiten 's ochtends een beetje miezerregen, een mooie dag en van Uffelte naar Steenwijk en terug heb ik flink kunnen scheuren. De kilometerteller is niet onder de vijfentwintig geweest! Vandaag heb ik eerst Steenwijk-West gelopen en toen de Looijersgracht. Dat is het gebied tussen centrum, Torenlanden en station. Daar ben ik al vroeg mee klaar en help daarna een collega in de binnenstad. Om drie uur ben ik terug in Uffelte en na een royale 'schoonheidsslaap' ben ik nu strijdvaardig genoeg om een draai aan het rad te geven. De 49e single uit de zeventiende jaren zestig-bak is Billy Vaughn maar die heb ik al eens eerder te gast gehad in deze serie. Nummer 98 is ook een 'oude bekende', maar eentje die altijd mag! Vandaag staat 'My Generation' van The Who (1965) in de schijnwerpers.

Waar en wanneer? In 2006 en 2007 koop ik nog wel regelmatig van Marktplaats. Ik heb het eigenlijk te danken aan Czeslaw Niemen, de Poolse zanger die ik middels een kennis in Zwolle leer kennen. Ik verwacht geen resultaat, maar voer toch eens de naam in op Marktplaats. Warempel! Eén resultaat. Een vrouw uit Zuidholland heeft een single van deze Niemen, maar het blijkt later de 'bonus-single' van een jaren zeventig-elpee van Niemen te zijn. Een beetje afgekeken van Stevie Wonder. Ze biedt me spontaan een paar andere singles aan waaronder 'Nothing But A Heartache' van The Flirtations. Ik mag deze hebben, want het is inderdaad brandhout. Ik koop nog een paar singles en dan kondigt ze de elpees aan. Ze ligt in een echtscheiding en haar man heeft sinds de jaren zestig een indrukwekkende verzameling elpees opgebouwd. Hij heeft besloten alles van Bob Dylan te houden (behalve de verfomfaaide 'Like A Rolling Stone' welke ik nog steeds heb) en de rest mag ze verkopen. Al gauw staan meerdere titels van Czeslaw Niemen in de lijst, maar ook een keur aan kwaliteits-platen uit de jaren zeventig en tachtig. Gedurende een jaar hebben we erg veel contact. We zullen elkaar nog eens ontmoeten maar dat is er nooit van gekomen. Op een bepaald moment hebben we elkaar uit het oog verloren, mede omdat ze het merendeel van de platen had verkocht. Hoofdzakelijk elpees maar ergens in 2007 biedt ze me nog een paar singles aan. Waar de elpees in een topconditie zijn, daar hebben de singles zwaar geleden. Gelukkig is 'My Generation' knetterhard opgenomen en doet een schoonmaakbeurt wonderen. Dat is de single die vandaag centraal staat in 'Raddraaien'.

Sommige artiesten en groepen komen meerdere malen per jaar voorbij op Soul-xotica en daarbij moet wel duidelijk zijn dat ik een speciale liefde koester voor deze acts. The Who is, naar mijn gevoel, altijd een beetje ondergeschikt gebleven op deze praatpaal. Toch kan ik niet genoeg benadrukken dat The Who één van mijn meest favoriete rockbands aller tijden is. Qua singles mis ik nog altijd een paar essentiële titels, maar ik verwacht dat die vanzelf eens op mijn spoor komen. Ik heb een paar elpees van de groep, maar ja... die grote schijven doen niet mee in de verzameling. Ik heb 'Tommy' en de film-soundtrack van 'Quadrophenia' later nog eens op cd gekocht. Al zouden die meedoen? Er bestaat een redelijke kans dat deze al lang eens in de container zijn gegaan. Ik ben gewoon te ruig voor de delicate cd. Ik lust alles van The Who, hoewel mijn favoriete periode van 'The Who Sell Out' tot 'Who By Numbers' gaat. Niet zo vreemd want dat is de meest creatieve periode van Townshend en zijn maten. De tijd van de eerste rockopera. Of toch niet? Townshend geeft alle 'credit' aan 'S.F. Sorrow' van The Pretty Things. Strikt gezien zijn beide geen opera's maar een oratorium. Ik leer 'Tommy' pas laat waarderen. Ik ken en heb de singles al jaren in de bakken staan als ik in de laatste dagen van 1999 mijn eerste exemplaar van 'Tommy' krijg van een collega. Het is rondom de 'Monstertocht' (Tuk-Manchester-Tuk, zie: februari-maart 2011) dat ik weer even veel cd's koop en de 'remaster' van 'Tommy' gaat dan eveneens mee. Ik 'tape' het album naar minidisc en is feitelijk het eerste album dat ik draai tijdens de legendarische fietstocht. Het is in deze weken, in 2001, als ik het album écht op waarde weet te schatten. 'Who's Next' heeft jaren lang op de verlanglijst gestaan en vind deze in 2009 in een Engelse heruitgave. Op het gebied van de singles speur ik niet echt. Het komt altijd op mijn pad. De meest recente aanschaf is 'Baba O'Riley' welke ik bijna een jaar geleden in Hoogeveen heb gevonden.

Drie minuten en achttien seconden. Je zou er een boek over kunnen schrijven. Het is niet alleen een zeer krachtige statement, maar feitelijk ook een zeer vroege voorloper van de latere punk. Pete Townshend geeft diverse verklaringen voor het nummer. De frustratie zou afkomstig zijn uit het feit dat de 'Queen Mother' zijn auto laat wegslepen omdat ze de aanblik als té schokkend ervaart tijdens haar dagelijkse ritje door de wijk Belgravia. Townshend heeft op dat moment een oude lijkwagen, een Packard uit 1935, als vervoermiddel. Het maakt Townshend ziedend en wat doe je dan als muzikant van net twintig? Juist, je schrijft een liedje! Daarbij luistert hij eveneens naar 'Young Man Blues' van Mose Allison en uiteindelijk 'Stuttering Blues' van John Lee Hooker. Is het stotteren nu een gimmick en moet het een extra accent geven aan de agressieve vocalen of is er nog een andere reden? Volgens Roger Daltrey heeft hij geen tijd om het liedje te repeteren en staat de muziek in de IBC Studio zó hard dat hij zichzelf niet kan horen. Om zijn tekst synchroon te laten lopen met de muziek besluit hij, naar eigen zeggen, de woorden een aarzelende start te geven. Daltrey en Townshend spreken elkaar tegen op dat vlak, maar dat is niet helemaal een onbekend verschijnsel. Ook in 1965 wordt dit even duidelijk. Het is kort nadat 'My Generation' is uitgebracht als single wanneer Daltrey een vechtpartij heeft met de rest van de band. Nu wordt er bijna dagelijks gevochten in The Who, maar ditmaal zou Daltrey een stapje té ver zijn gegaan. Hij wordt op staande voet ontslagen. Toch maakt 'My Generation' een snelle progressie door op de hitparade en hoe moet dat met de televisie-optredens? En dus wordt Daltrey een week later opnieuw aangenomen. ,,But the fighting continued", zal Townshend later eens zeggen met een brede glimlach.

'Why don't you all fff... fade away'. The Who komt hier in eerste instantie mee weg. De BBC is vervolgens iets minder gecharmeerd van het gestotter en denkt dat dit kwetsend zal zijn voor stotteraars. De single gaat op de zwarte lijst, maar dankzij de airplay van de zeezenders groeit de populariteit van het nummer en moet de BBC dit herzien. 'My Generation' bereikt een tweede plek op de Engelse hitparade, de hoogste notering voor The Who in eigen land. In Nederland is het goed voor een derde plek. Niet alleen wordt 'My Generation' een rock-'evergreen', het nummer speelt ook voortdurend een rol in de caarière van The Who. Tijdens live-concerten wordt het graag uitgebouwd naar een woeste jamsessie van een kwartier-of-meer. Het bekendste voorbeeld is de 'work-out' van het nummer op 'Live At Leeds'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten