dinsdag 21 februari 2017

Week Spot: Labelle



Als iemand (m/v) Ronnie Limar kent... Hij mag tevoorschijn komen! Ronnie hoeft zich niet langer te schamen voor het feit dat zijn carrière slechts één elpee en twee singles heeft geduurd. Allerminst zelfs! Ruim veertig jaar later groeit de schare fans ten opzichte van dit vinyl gestaag. Toch lijkt Ronnie Limar van de aardbodem verdwenen. Ik zou graag eens meer van hem willen weten zodat ik hem ook een Week Spot kan bezorgen. Met andere woorden: 'Love Came' is de gedoodverfde Week Spot voor deze week, maar daar ik helemaal geen informatie kan vinden over Limar, moet ik even verder kijken. Opeens speelt 'You Turn Me On' in mijn hoofd, maar die heb ik...? Of toch niet? Ik moet even terugbladeren in de lijst en, verrek, ik heb hem niet gedaan in december. Het heeft zeer zeker wél in de planning gelegen om deze tijdens de Blauwe Bak Top 100 tot Week Spot te bombarderen. Dan doe ik het nu alsnog. De plaat stond december ergens rond de vijftig genoteerd in de Top 100 en dat is zelfs voor mij een grote verrassing. Ik laat de plaat immers aarzelend toe in de Top 100-verkiezing en dat het dan zó hoog eindigt? Geheel terecht overigens! Het mag deze week de Week Spot heten: 'You Turn Me On' van Labelle (1975).

'Listen Without Prejudice', is de smeekbede van George Michael bij diens' album uit 1990. Hetzelfde geldt eveneens voor Labelle. Mark is een man met een grenzeloze liefde voor muziek die totaal geen schaamte kent. Als blijkt dat Gary Glitter ooit een uitgesproken goede disco-kant op de plaat heeft gezet, dan zal hij dat toegeven, ook al is de artiest nog zo verwerpelijk. Immers, met Labelle in de koffers wordt je ook nauwelijks serieus genomen in de 'serieuze' soul-scene. Mark presenteert de single als eentje die gehoord moet worden. Dat doe ik vervolgens, ook al is het alleen maar omdat het in Nederland als een b-kant is uitgebracht. Als het zó goed is, is de kans groot dat ik het spotgoedkoop kan vinden? Ik val als een blok voor 'You Turn Me On' en de volgende stap heet Marktplaats. Daar koop ik de single voor een hele keurige euro en ben de koning te rijk. Een plaatje waar de 'roots' van Labelle meer dan ooit wordt benadrukt. Luister zelf maar (op Youtube uiteraard!), dit is beslist andere koek dan 'Lady Marmalade' of menig andere funk-kneiter van Labelle uit de midden jaren zeventig.

Ik zit te twijfelen tussen een toneel of een zolder. Waar gaan we het verhaal van Labelle opvoeren? Een toneel zou passend zijn omdat het verhaal een klucht is in meerdere bedrijven. De zolder is ook geen verkeerde plek want het is bovenal een verkleedpartijtje. Maakt niet uit of het gordijnen zijn, de trouwjurk of een tas met gedumpte 'dagelijkse' kleding, het komt allemaal van pas in de geschiedenis van Labelle. Het is ook het verhaal van vier dames met enorme tegenstellingen en hoe ze samen tot iets heel moois kunnen komen. Laten we beginnen bij de introductie. Patricia Holt wordt geboren op 24 mei 1944 in Philadelphia. Als vijftienjarige wint ze een talentenjacht en zoekt daarop een groepje zangeressen. De keuze valt op Jean Brown, Yvonne Hogan en Johnnie Dawson. The Ordettes hebben enig lokaal succes, maar het valt al snel uiteen. Dawson wordt al snel vervangen door Sundray Tucker en de overige twee verlaten de groep om in het huwelijksbootje (niet met elkaar...) te stappen. Dan is het eind 1961 en vindt Sundray's manager een groepje in New Jersey: The Del-Capris. Twee van hen zijn bereid om parttime bij The Ordettes te zingen, maar worden uiteindelijk ingelijfd als vaste leden. Dat zijn Nona Hendryx en Sarah Dash. Toch vinden de ouders van Tucker het schema van de groep té druk voor Sundray en ontbinden het contract. Als vervanger komt een andere zangeres uit New Jersey auditie doen en Patti neemt haar, als het ware, aan: Cindy Birdsong. Hier komen de oude gordijnen goed van pas, want het is de tijd van de doowop dat de dames in de meest afschrikwekkende creaties verschijnen op het podium.

In 1962 reist een groep uit Chicago, The Starlets, naar Philadelphia om een aantal opnames te maken. Eentje daarvan wordt uitgekozen als single: 'I Sold My Heart To The Junkman'. Om contractuele redenen moet The Starlets dat onder een andere naam doen en komt met The Blue Belles. Alleen heeft The Starlets een hit met 'Better Tell Him No' op het moment dat Newtown Records de Blue Belles-single de wereld in stuurt en heeft geen zin om dat plaatje te promoten. Dan verschijnt Patti met The Ordettes op auditie bij Newtown-baas Harold Robinson en producer Bobby Martin. Zij hebben het verhaal gehoord over The Starlets en hebben 'Junkman' ingestudeerd. Hoewel Robinson niet gecharmeerd is van de 'looks' van Patti raakt hij overtuigd als hij de dames hoort zingen. Na het televisie-optreden in 'American Bandstand' worden Robinson en Martin tweemaal aangeklaagd. Ten eerste door het management van The Starlets, ten tweede door een reeds bestaande groep met de naam The Blue Belles. Robinson besluit daarop de naam Patti LaBelle & The Blue Belles te hanteren. 'Junkman' is dus in werkelijkheid gezongen door een groep uit Chicago, maar levert Patti haar eerste hit op. Het bereikt een vijftiende plek in de Billboard en dertien in de R&B. De opvolger wordt wel vertolkt door de dames Holt, Birdsong, Dash en Hendryx en blijft steken in de 'bubbling under'. Met 'Down The Aisle (The Wedding Song)' scoort het kwartet haar eerste grote hit. Optredens in het Apollo Theatre levert hen de bijnaam 'Sweethearts Of The Apollo' op. Er volgen meer hits in de vorm van 'You'll Never Walk Alone' en 'Over The Rainbow'. The Blue Belles zijn support act tijdens de Amerikaanse tournee van The Rolling Stones in 1965 en doet daarnaast nog de achtergrondvocalen op Wilson Pickett's klassieke '634-5789'. Dusty hoort van de groep als ze in Amerika is en tipt, terug in Engeland, Vicki Wickham. Wickham is producent van 'Ready Steady Go' en ontvangt de groep als gast in dat televisieprogramma.

Bij het optreden voor de Engelse televisie wordt Labelle vergezeld door de band Bluesology met een jonge Elton John op piano. Als Aretha Franklin in 1967 Atlantic komt versterken, begint de platenmaatschappij de interesse in The Blue Belles te verliezen. De groep krijgt nog een gigantische klap te verduren als Birdsong eind 1967 plots de groep verlaat. Zij gaat Florence Ballard vervangen in Diana Ross & The Supremes. LaBelle, Hendryx en Dash besluiten dan maar verder te gaan als trio. Uiterlijk is Labelle een beetje geruisloos van de doowop de soul in gegaan zonder het uiterlijk aan te passen. Bovendien is de 'zoete' soul steeds moeilijker te verkopen. Op aanraden van Wickham, met wie ze jaren contact houden, komt Labelle in 1969 naar Engeland met haar gevolg. De pruiken en jurken komen niet door de douane en het nieuwe trio Labelle mag zich kleden in spijkerbroek en met afro-kapsels. Labelle komt onder contract bij Track Record, de platenmaatschappij van The Who. Het maakt twee albums voor dat label met voornamelijk gospelsoul-bewerkingen van rockhits. Het is opzet dat hier ook een paar 'gedurfde' titels bij in zitten. Het doet Patti veel verdriet, maar Labelle verliest haar onschuld en is plotseling meer rock dan soul. Het zorgt voor redelijk goede verkoopresultaten. In 1974 is het dan wederom tijd voor iets nieuws. Kunnen we nu alvast gaan zoeken naar de dozen met kerstversiering want glitters zijn hierbij onmisbaar.

Buiten de Track-elpees heeft Labelle een album gemaakt voor RCA, 'Pressure Cookin', en is prominent vertegenwoordigd op het album 'Gonna Take A Miracle' van Laura Nyro. Het is het idee van ene Larry LaGaspi om de groep in 1974 te hullen in ruimtevaarders-pakken. De groep is druk bezig met het schrijven van materiaal, vooral Hendryx, voor de volgende elpee, als het productieteam plots een kant-en-klare compositie tegenkomt. Het is een paar jaar eerder niet bijster succesvol in de markt gezet door een soulgroepje: The Eleventh Hour. In de uitvoering van Labelle wordt het een monsterhit. Het maakt niet uit of je het 'Lady Marmalade' of 'Voulez-Vous Coucher Avec Moi Çe Soir' wilt noemen, het is beide keren dezelfde deun. Door sommigen 'protodisco' genoemd, door anderen weer dé eerste disco-plaat. Labelle krijgt de handen van de journalisten op elkaar, maar kan commercieel niet voldoen aan een succesvolle opvolger voor het album 'Nightbirds' en de single 'Lady Marmalade'. Eind 1976 komt het klad erin als Nona Hendryx van het podium stapt. De verdeling in de groep is dan groot: Patti wil méér soul, Nona méér funk en Sarah meer directe disco. Patti heeft haar gelijk gekregen in 'You Turn Me On', een prachtige ballad met een soulvolle samenzang om bij te watertanden. De dames hebben solo-carrières waarvan die van Nona het breedste is (van disco tot new age) en Patti het meest succesvol. In 2008 komt het trio bijeen voor een album en een tournee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten