dinsdag 13 januari 2015

Week Spot: The Electrons



Ik heb het vaker gezegd en geschreven en doe het nog maar eens: Het is niet dat de liefde voor de 'upbeat' Northern Soul helemaal de geschiedenisboeken in kan, maar toch verschuift de interesse meer naar het midtempo-werk uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig. Het een en het ander zullen jullie gaan merken in de komende afleveringen van de Singles round-up, maar wees niet bang... er zitten nog wel klappers tussen die in aanmerking komen voor een snelheidsovertreding. Ik heb bijvoorbeeld vanavond eentje gekocht, een plaatje in een zeer gelimiteerde oplage dat momenteel even voor een leuk prijsje is te bemachtigen. De vorige uitgave van deze (nieuwe?) groep met een heerlijk authentiek jaren zestig-geluid, is inmiddels al een paar maal over de kop gegaan. Daarmee ben ik te laat geweest. Deze denk ik volgende week te kunnen presenteren. De Week Spot is vandaag andermaal een plaatje dat door veel Northern Soul-liefhebbers als té traag wordt beschouwd, maar een schijfje met meer 'soul' dan menig stamper. De eretitel valt deze week te beurt aan 'It Ain't No Big Thing' van The Electrons (1967).

Ik kan niet vaak genoeg roepen hoe gelukkig ik ben geweest dat ik middels de 'Northern Soul Jukebox' het wereldje ben ingerold. Als de dvd-rom was samengesteld door een rechtgeaarde Northern Soul-fan dan zou ik nu waarschijnlijk nog steeds in het platgedraaide 'keep-the-faith'-genre gezeten. De samensteller is echter een Mod en biedt ook dergelijke schijfjes aan met midtempo-soul, oude rhythm & blues en reggae. Op de 'Northern Soul Jukebox' staan de geheide klappers maar ook een aantal 'avontuurlijke' keuzes. Denk maar aan 'Heartache Avenue' van The Maisonettes, maar ook een verguisde 'Fragile' van Sam Dees. Dat ik nu dan meer geïnteresseerd ben geraakt in het midtempo is voor een gedeelte te wijten aan de 'Jukebox'. Er staan nog genoeg klappers op mijn wenslijst, maar qua écht leuk spul met een relatief laag budget (veel van de obscure soul begint bij honderd pond en gaat door tot enkele duizenden) heb ik inmiddels wel het meeste. De crossover, ik blijf het woord haten, is een sub-genre waarin nog heel veel valt te ontdekken en dat over het algemeen ook zonnig is geprijsd. Ook niet altijd, want dj's als Soul Sam weten de prijzen flink op te drijven. Zo'n 'It Ain't No Big Thing' van The Electrons kun je zo duur of goedkoop krijgen als je maar wilt. Gevaar bij de échte goedkope exemplaren is echter dat de plaat op styreen is en waarschijnlijk compleet is stuk gedraaid. De mijne komt uit een veiling van Jörg en is zeer aardig voor de prijs en de leeftijd. Een plaatje dat ik vrijwel dagelijks draai en dus een geheide Week Spot.

Detroit, Chicago, Philadelphia en Memphis. Dat zijn in de jaren zestig de steden waar de meeste soul van afkomstig is. The Electrons is wat dat betreft een exoot. De groep komt namelijk uit Pittsburgh. Het liedje heeft wel een connectie met Chicago want dat is eerder op de plaat gezet door The Radiants voor het Chess-label. The Radiants heeft daarmee een hit in de 'beach music'-scene. Goed beschouwd heeft de 'beach music' veel gemeen met de Belgische Popcorn. Waar Northern Soul een individuele dansstijl is, daar oefen je bij die andere twee de dans uit met een partner van het tegengestelde geslacht. In Amerika hebben ze het dan over 'shagging', wat in Engeland weer hilariteit oplevert. 'Shagging' staat in Engeland gelijk aan de gemeenschap bedrijven. 'Ain't Nothing Like Shagging' van The Tams krijgt in Engeland dus ook meteen een boycot van de BBC. Terug naar Pittsburgh! Zes blanke mannen en een zwarte zanger nemen hun zoete versie op van 'It Ain't No Big Thing' en Wilson Pickett's 'In The Midnight Hour'. De opnames vinden plaats in de Gateway Studio, boven een platenzaak in Pittsburgh. Het resultaat verschijnt op een eigen platenlabel, Shock Records. Deze eerste persingen zijn tegenwoordig erg gewild. Nationaal verschijnt het vervolgens via Date, een maatschappij met een sterke binding met Columbia (CBS). Hoewel de hitparade te hoog gegrepen blijkt voor The Electrons is de plaat lokaal in Pittsburgh een erg grote hit. 'It Ain't No Big Thing' wordt na The Radiants door maar liefst 22 artiesten op de plaat gezet, waaronder Jimmy James & The Vagabonds en The Tempests, maar de liefhebbers zijn het erover eens dat deze van The Electrons de meest definitieve is.

Steve Sopko heeft in het verleden bij The Fidels gezongen en is de leadzanger op deze single van The Electrons. De overige leden zijn Cliff Abromats (drums), Jimmy Wildman (ritmegitaar), Jim Blinkhorn (basgitaar), Reed Donnell (koperblazer) en Mike Colaizzi (leadgitaar en toetsen). Abromats heeft de groep opgericht en zijn ouders doen het management van de groep. De plaat is, zo gezegd, een enorm succes in Pittsburgh en doet het op nog een paar plaatsen in Amerika redelijk goed. Toch heeft Date te weinig interesse in het promoten van de groep en het blijft bij deze eenmalige single. Intussen werkt de groep zich wel het zweet voor de ogen. Sopko stapt korte tijd later uit de groep en wordt vervangen door Richie Merritt. Merritt heeft daarvoor gezongen bij The Qunitones en The Dragons en treedt in het voorjaar van 1968 toe tot The Electrons. Ze gaan terug de studio in en brengen nóg een single uit voor Shock: 'Turn On Your Lovelight'. In tegenstelling tot 'It Ain't No Big Thing' bereikt deze single helemaal niks, zelfs het lokale ontvangst is té minimaal. In 1970 valt het doek voor de groep, hoewel enkele leden betrokken blijven in de muziek.

Zo kennen we Steve Sopko tegenwoordig als de artiest Steve Tori. Na zijn vertrek bij The Electrons in 1968 sluit hij zich aan bij The Exceptions, een groepje dat uitgroeit tot een heuse showband. In 1971 formeert hij een trio. Sinds enige jaren werkt hij solo en is te huur voor bedrijfsfeesten. Daarnaast houdt hij een gospel-carrière erop na. Merritt dreigt eerst de microfoon in de wilgen te hangen door een nachtclub te openen, maar na enkele jaren is hij op de bühne te vinden met achtereenvolgens High Society, The Vibrators (vast niet de punkband), The Laurels en The Memories. In 1993 wordt hij de lead-tenor in de legendarische The Clovers ('Love Potion No. 9') en daarna The Marcels ('Blue Moon'). In 1990 brengt hij de single 'Where Did I Go Wrong' uit, een plaat met een stevig disco-gevoel, dat het erg goed doet in de Engelse soul-scene.

In dezelfde hoek wordt al jaren gediscussieerd welke uitvoering het beste is: Het origineel van The Radiants of deze van The Electrons. Voor mij staat het antwoord als een paal boven water. Ik doe het voor plaatjes als deze!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten