maandag 27 januari 2025

Honderd achteruit 2023: Lindisfarne


Er zijn veel dingen die ik vandaag de dag niet snap en eentje daarvan is de paniek omtrent het weer. Vooral de berichtgeving over het 'grijze' weer van de afgelopen week heeft me mateloos geërgerd. Ik heb de zon vorige week nog wel een aantal malen gezien, maar ook al was dit niet het geval geweest...? Het is januari en dat gaat doorgaans niet de boeken in als de zonnigste maand. Gisteren is er ook al flink wat zon geweest maar dat heb ik gemist. Ofwel: Ik heb de zonneschijn als extra deken gebruikt en word pas wakker als de zon al is vertrokken. Vanmiddag heb ik post bezorgd in de zon en het is voor het eerst in maanden dat ik minder kleding kan aan hebben. Op zichzelf riekt het een beetje naar het voorjaar, maar ja... maart roert zijn staart en ook februari kan rare bokkensprongen maken. Op Soul-xotica is de mist van de 'Singles round-up' opgetrokken en is er weer ruimte voor rubrieken zoals de 'Honderd achteruit'. Met vandaag de nummer acht uit de Gele Bak Top 100 van 2023 en een plaat die ik ongeveer twee jaar geleden heb gekocht. Of moet ik zeggen dat ik hem opnieuw heb gekocht? Het onderwerp is vandaag 'Lady Eleanor' van Lindisfarne uit 1972.

In zowel de Gele als de Blauwe Bak Top 100 staan uitsluitend singles die ik dat jaar 'nieuw' heb gekocht. Waar of niet waar? Nee, ik ga niet iedere 'dubbele' single in de Top 100 zetten maar alleen als ik het echt als een nieuwe aanvulling zie. Dat gaat in zekere zin op voor Lindisfarne. Ik heb mezelf het afgelopen jaar dikwijls afgevraagd waar alle singles zijn gebleven en probeer te herinneren welke titels ik heb gekocht. Maar dan opnieuw... ik vraag mezelf ook af waar ik het geld vandaan heb gehaald om zoveel platen te kopen. Misschien heb ik het me toch verbeeld? In maart 1999 ga ik een paspoort aanvragen op het consulaat in Manchester en koop na afloop een aantal singles. Eentje daarvan is 'Lady Eleanor' van Lindisfarne. In dat geval de b-kant van 'Meet Me On The Corner' en de Old Gold-heruitgave uit 1978. 'Lady Eleanor' neemt me dan ook vooral mee terug naar Mossley. Ik zie de contouren van de Pennines door het raam van mijn 'nieuwe' kamer in Longlands Mill. Ik heb op zondagmiddag vaak bezoek van Sadie en zij ligt of voor de radiator of op het bed. Dat laatste wil ik eigenlijk niet maar krijg maar eens een labrador-meets-greyhound van een bed af. De single is mee gegaan naar Nederland en ik probeer duidelijk te krijgen wanneer ik hem voor het laatst heb gedraaid. Als ik in 2016 de huidige bakken samenstel, ontbreekt de plaat al. Ik spring dan ook best een gat in de lucht als ik op 23 januari 2023 deze plaat tref in Assen.

Het doet me ook terug denken aan Al Dickinson. Dat is een bluesmuzikant uit Newcastle die in de jaren negentig een aantal keren Friesland bezoekt. Zijn boeker is een goede kameraad van mij en ik kan het meteen ook prima vinden met Al. Dan is het Koninginnenacht 1996 en ik krijg een telefoontje van de vriend. Al zal deze avond optreden in een café in Makkum. Of ik mee wil als 'tolk', voor de merchandise en meer van dat. Maar natuurlijk! Ik zie nu dat hij in november 1995 ook in Nederland is geweest en, ja, dat moet voor de opnames zijn geweest van een cd welke nimmer is verschenen. Het is tijdens dit verblijf dat hij in een huilen uitbarst als de wereld verneemt dat Alan Hull van Lindisfarne is overleden. Tijdens het concert in Makkum doet hij zelfs een setje met nummers van de hand van Hull, welke een erg goede maat van Dickinson blijkt te zijn. Lindisfarne speelt dus al een tijdje een rol in mijn leven, maar 'Lady Eleanor' is vooral Mossley met de hond op de kamer. Maar heel stiekem ook de slapeloze nacht, het slaapdronken bezoek aan Assen en de geweldige singles die ik daar op de kop tik. Ik heb dan onenigheid op het werk welke de donderdag definitief wordt gesetteld. Het resultaat is dat ik namens Meppel in Steenwijk aan het werk mag.

De geschiedenis van de band start in het Engelse Newcastle met de band Downtown Faction. Rod Clements is in die tijd de leider van de band en doopt in 1968 de naam om tot Brethren. Vervolgens wordt de groep versterkt door Alan Hull en wordt het in hetzelfde jaar Lindisfarne. In 1970 is muziekjournalist Tony Stratton Smith begonnen met zijn Charisma-label. De eerste bands op het label hebben allemaal een album voor een 'major' gemaakt maar niet met de juiste promotie. Lindisfarne wordt daarentegen meteen getekend zonder een eerder platencontract. 'Nicely Out Of Tune' is het debuutalbum van Lindisfarne en verschijnt in 1970. Het bevat ook 'Lady Eleanor' maar in eerste instantie doet het album zeer weinig. In 1971 komt de tweede plaat uit, 'Fog On The Tyne', en ook deze is aanvankelijk geen kaskraker. Het verandert als in 1972 'Fog On The Tyne' op de eerste plek van de Engelse albumlijsten terecht komt en ook 'Nicely Out Of Tune' opnieuw wordt uitgebracht. 'Lady Eleanor' wordt als single uitgebracht en is in Engeland goed voor de top tien. Opeens zijn alle ogen gericht op de 'seventies Beatles' (zoals een enkele journalist ze noemt) en is het tijd voor het derde album: 'Dingly Dell'. De band is zeer ontevreden over het eerste resultaat en besluit de plaat compleet te remixen. Het levert een bescheiden hit op met 'All Fall Down'. Begin 1973 onderneemt de band een tournee door Australië en dan lopen de spanningen op. Bij thuiskomst dreigt Hull even de band te verlaten. Alan Hull en Ray Jackson mogen de naam Lindisfarne gebruiken terwijl de rest verder gaat als Jack The Lad.

De daaropvolgende twee jaar zijn problematisch. Jackson en Hull formeren een nieuwe Lindisfarne maar zonder al teveel succes. In 1976 ligt de band praktisch op zijn gat, maar dat blijkt eveneens het geval te zijn met Jack The Lad. De mannen roken de vredespijp en besluiten een optreden te doen in Newcastle in de originele bezetting. De haastig toegevoegde twee extra optredens zijn allemaal in een oogwenk uitverkocht. Omdat Lindisfarne net een nieuw contract aangeboden heeft gekregen van Mercury Records wordt besloten om met de originele line-up het verhaal voort te zetten. Dat levert ons in 1978 de grote hit 'Run For Home' op. In de jaren tachtig maakt Lindisfarne enkele albums maar deze worden alleen nog gekocht door de oude fans. In 1990 boort het een nieuwe groep fans aan als de band een single opneemt met de populaire voetballer Paul Gascoigne: 'Fog On The Tyne Revisited' bereikt in 1990 een tweede plek op de Engelse hitparade. In november overlijdt Alan Hull en zijn vervanger in Lindisfarne is voormalige Jack The Lad-zanger Billy Mitchell. Een man die ik ook menigmaal heb mogen bewonderen in Sneek met een komische act die na één keer niet zo komisch meer is. In de nieuwe eeuw zijn er een aantal bands actief met ex-leden en onder verschillende namen. Alleen Rod Clements is de laatste van de originele kliek die nog onder de naam Lindisfarne mag optreden.

'Lady Eleanor' verschijnt in Engeland in september 1971 voor het eerst als single maar doet dan helemaal niets. Als 'Fog On The Tyne' de single 'Meet Me On The Corner' heeft opgeleverd, wordt 'Lady Eleanor' opnieuw uitgebracht. In Engeland piekt het op een derde plek in de hitparade. In de Amerikaanse Billboard is nummer 83 het hoogst haalbare. In Nederland piekt de single op 29 in de Top 40.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten