dinsdag 13 juni 2023

Honderd achteruit: Gerry Rafferty


Waarom zou ik aanhikken tegen een bericht in de 'Honderd achteruit'? Geen flauw idee. Het is zeker niet het werk van het plakken van de twee fotohoesjes. Toch heb ik dit een paar dagen uitgesteld. Ik val meteen binnen met een dubbelaflevering. Ofwel: Gerry Rafferty stond vorig jaar met maar liefst twee singles genoteerd in de Gele Bak Top 100. Zelfs al had ik geen Wikipedia en dergelijke achter de hand, dan zou ik nog altijd een bericht uit de losse pols kunnen schrijven. Gerry Rafferty speelt namelijk een belangrijke rol in mijn platen verzamelen. Ik ben pas begonnen met de singles verzameling als ik 'Shipyard Town' uit een uitverkoopbak haal en ook de oudere singles komen relatief eenvoudig op mijn pad. Hoewel de elpees niet mee doen in de verzameling kan ik nog letterlijk de dag herinneren dat ik 'City To City' heb gekocht en, meer recent, 'Can I Have My Money Back'. 'Get It Right Next Time' ontbreekt lange tijd en ik moet bekennen dat ik nooit van het bestaan van 'The Royal Mile' heb geweten. Beide singles zijn echter eind 2021 in de collectie gekomen. 'The Royal Mile' staat op 37 en 'Get It Right Next Time' op nummer 64.

Gerald Rafferty is de naam van de beste man. Hij wordt op 16 april 1947 geboren in het Schotse Paisley. Hij komt uit een arbeidersgezin en zijn vader en opa werken in de steenkoolmijnen. Gerry groeit met twee broers op in de eenvoudige wijk Ferguslie Park dat hij later nog zal gebruiken voor een albumtitel van Stealers Wheel. Als hij zestien jaar is, overlijdt zijn vader. Deze is van Ierse komaf en dankzij hem leert Gerry al op jonge leeftijd verscheidene Schotse en Ierse folksongs. Met deze invloed, de muziek van The Beatles en de teksten van Bob Dylan besluit Rafferty zelf liedjes te gaan schrijven. Hij verlaat vroegtijdig school en heeft verschillende baantjes. Toch staat muziek voor hem op nummer één en zolang hij daar nog geen boterham mee kan verdienen, is hij bijvoorbeeld een korte tijd een verkoper van schoenen. Met Joe Egan gaat hij in een coverband spelen en intussen bouwt hij aan een naam door op straat zijn eigen songs te spelen. Rafferty en Egan maken in 1966 ook nog een single met de groep The Fifth Column maar dat is geen succes.

In 1969 wordt hij het derde lid van de groep The Humblebums welke verder bestaat uit Billy Connolly en Tam Harvey. De laatste vertrekt kort daarop waarop het duo van Rafferty en Connolly overblijft. De groep krijgt een contract voor een paar albums bij Transatlantic. Tijdens een optreden merkt Rafferty echter dat tachtig procent van de tijd wordt gevuld met grappen en grollen van Connolly's zijde en twintig procent met Gerry's liedjes. Dat is het moment om uit elkaar te gaan. Billy Connolly zal uitgroeien tot één van de grootste komieken in de Engelse geschiedenis. Hoewel hij meer een verhalenverteller is, kun je zijn humor vergelijken met die van André Van Duin. Het schuurt vrijwel nooit en het is geschikt voor acht tot tachtig. Eigenlijk moet The Humblebums nog een album maken voor Transatlantic en Rafferty besluit aan de verplichting te voldoen met zijn eerste solo-album: 'Can I Have My Money Back?'. Het is zeker geen onaardige plaat maar niemand is echt rouwig om het feit dat de plaat genadeloos flopt. Rafferty gaat opnieuw samenwerken met Egan en nu onder leiding van songschrijvers Leiber en Stoller. Stealers Wheeel is daarvan het resultaat en het duo scoort een aantal grote hits. Stealers Wheel wordt echter geplaagd door juridische problemen en het kost Rafferty enige tijd na het uiteengaan van de groep om hiervan te herstellen. Drie jaar om precies te zijn en dan pas mag hij zijn muziek weer delen met de wereld.

In 1978 houdt de disco de wereld in haar greep en zorgt de punk met name in Engeland voor een flinke opschudding. Tegelijk is het ook een glorietijd voor pure pop. Denk aan het miljoenensucces van Fleetwood Mac, maar ook voor een singer-songwriter als Gerry Rafferty is opeens plek. 'City To City', 'Night Owl' en 'Snakes And Ladders' zijn de meest aansprekende albums en staan boordevol hits als 'Baker Street', 'Right Down The Line' en de onderwerpen in deze aflevering van 'Honderd achteruit'. Via mijn Schotse maat leer ik dat 'The Royal Mile' een straat is in Edinburgh. Het loopt van Edinburgh Castle naar het Palace Of Holyroodhouse en is de meest bekende straat van de stad. Een toeristische trekpleister. Ik zou het nummer al wel moeten kennen want ik heb 'Snakes And Ladders' ooit op elpee aangeschaft. Dan het meest vanwege 'Syncopatin' Sandy', een nummer dat in de jaren negentig eens vrij 'random' voorbij is gekomen in de Arbeidsvitaminen en dat dankzij het meelopende cassettebandje een 'hit' is geworden voor mij. Gerry weigert in deze tijd om optredens te doen dat de verkoop van zijn platen niet ten goede komt.

Het is begin 1990 als ik 'Shipyard Town' op single aanschaf en als we het over een persoonlijke hit hebben? Ik kan nog altijd van het plaatje genieten als ik het hoor. De jaren erop duikt Rafferty nog een paar keer op en met name de single 'Don't Give Up On Me' valt erg goed in de smaak bij mij. 'City To City' koop ik in 1992 bij de Sneker kringloopwinkel, minder dan een week voordat een vlammenzee de winkel in de as zal leggen. Als ik in april 2009 voor het eerst even zelfstandig Meppel in mag, vier ik dat met kringloopwinkelbezoeken en 'Can I Have My Money Back' is daar één van de resultaten van. Rafferty is al een tijdje ziek. Op 4 januari 2011 bereikt ons het nieuws dat Rafferty aan een leverfalen is overleden in het huis van zijn dochter. Hij heeft dan 63 jaar volbracht in een bewogen leven waarover je een boek zou kunnen schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten