woensdag 7 juni 2023

Het zilveren geheugen: juni 1998 deel I


Iets meer dan een jaar geleden heb ik in 'Het zilveren goud' vast het bezoekje met een aantal goede vrienden aan de tandarts genoemd. Niet het bezoek met de vrienden maar wel de pijn in de mond zal een regelmatig terugkerend fenomeen blijven en ik zal pas in 2002 paal en perk stellen. In 1998 ziet mijn gebit er al niet té best uit en dat is ze in Mossley ook wel opgevallen. De Emmaus is vlug bereid om me hierbij te assisteren op financieel vlak. Dat zal een aparte ervaring worden! Daarna verdwijnt de kiespijn weer naar de achtergrond en is het pas weer in begin 2000 dat ik last begin te krijgen. Dan woon ik ook alweer een tijdje in Nederland. De mondzorg in Engeland is me enorm slecht bevallen, maar... het zou ook niet terecht zijn om alle vakmensen in Engeland af te branden na de ervaring met de bewuste fietsenmaker in Mossley. Ik heb gewoon een slechte getroffen! Hij houdt praktijk in Top Mossley maar voor de foto ga ik nog wat verder omhoog. Broadcarr is niet meer dan een boerderij, een pub en een kerktoren. Ik heb het altijd een bijzondere plek gevonden en het ligt slechts een mijl buiten Mossley. Broadcarr mag als foto fungeren voor een erg pijnlijk bericht.

Ondanks dat de 'Tories' al jaren van plan zijn om het te privatiseren, is het zorgsysteem in Engeland nog altijd in handen van de overheid.  Ze worden in 1998 wel ietsje strenger. Een tandarts kan zomaar een volle agenda hebben met afspraken terwijl dat de wachtkamer de hele dag leeg blijft. Het is té vrijblijvend geworden. In 1998 en 1999, de jaren dat ik in Engeland woon, trekken ze al flink aan de teugels om een afspraak meer een verplichting te laten worden. Over een paar maanden, in 1998, zal ik een depressie in gaan en dat zal me bij de huisarts brengen in Mossley. Even later gaat mijn dossier uit Friesland over naar deze dokter en ik ben daar helemaal content mee. Mossley is groot genoeg om een eigen tandartsenpraktijk te hebben en deze zit in Top Mossley. Stamford Road. Die moest ik even opzoeken! Dat is de weg die vanaf het station de hoogte in gaat en waarmee je het gedeelte bereikt dat bekend staat als Top Mossley. Uiteindelijk zal Broadcarr van de foto daar nog boven uit steken. Ik denk dat mijn eerste afspraak op een zonnige woensdagmorgen is geweest. De tandarts moet een volle agenda hebben maar desondanks zitten we met drie mensen in de wachtkamer. De assistente gaat alle namen in de agenda af en krijgt bij de meeste geen respons. Dan hoor ik haar 'Mister Lorenzo' roepen. Ik kijk rond. Nee, onze Italiaanse vriend is ook niet komen opdagen. Dan de naam van een mevrouw en deze is er wel. Het voelt alsof er iets niet goed gaat en ik ga naar de assistente. Als ik mijn naam voor haar spel, zegt ze: 'Maar ik heb je net nog geroepen'. Louwsma is dus opeens Lorenzo geworden. Kan in dezelfde hoek als 'Gurd', zoals bluesvriend Bill me blijft noemen.

Er wordt linksonder een abces geconstateerd onder het hoopje ellende dat nog over is van de verstandskies. Ik mag een week later al terug komen op een donderdagmiddag. Ik loop monter Stamford Road op naar boven. Het is deze dag zonnig en warm, iets dat best een unicum mag heten in het meestal regenachtige Mossley. Ik ga achterover liggen in de tandartsstoel en de man wil al gaan wrikken aan de kies. Moet er eerst niet worden verdoofd? Lijkt me wel! De eerste twee prikken worden gezet. Hij wrikt en ik schreeuw het uit van de pijn. Nog maar eens twee prikken. Weer vreest de man voor zijn trommelvliezen. Nog eens twee prikken... Nog niet! Om een lang verhaal kort te maken heb ik iets van veertien prikken gehad en nog altijd voel ik de kies zodra hij hem aanraakt. 'Sorry, maar ik kan je niet helpen'. Ik loop naar buiten en via Stamford Road naar beneden. Het voelt alsof ik over straat zweef en alle mensen zien er opeens zo mooi en lief uit dat ik ze allemaal zou willen knuffelen. Coördinator Bob is verrast om me te zien in deze staat. 'Je hebt toch niet stiekem iets gerookt?', vraagt hij. Nee! Natuurlijk niet! Ik weet donders goed welke straf daar op staat in Engeland, dat doen we wel weer eens als we in Sneek zijn. 'Hoeveel???'. Ja, veertien verdovingen en nog niet afdoende. Ik heb nog eens telefonisch contact met een vakbroeder en deze spreekt er schande van. Zes is het maximum en toen had hij al moeten besluiten er vanaf te zien en me door te verwijzen naar een ziekenhuis voor een behandeling onder narcose.

Ik voel me moe en ga even rechtuit op mijn bed liggen. Ik weet niet hoe lang ik precies heb geslapen. Ik word wakker met een grote paniek. Ik kan mijn benen niet bewegen. Ik huil mezelf terug in slaap en een uurtje later ben ik klaarwakker. Tot mijn grote vreugde reageren mijn ledematen ook weer. Ik kan me ergens niet voorstellen dat het nooit meer een vervolg heeft gekregen, maar anno 2023 weet ik niets meer te herinneren. Het is pas in februari of maart 2000 dat het weer gaat op spelen. Zoals gezegd wordt het gebit pas eind 2002 vervangen door heavy plastic.

Nog iets pijnlijks op platengebied tot besluit? Op de woensdagmorgen van de intake neem ik het er van in Top Mossley. Ik ontdek dan een 'charity shop' mét platen. Het goede doel is in dit geval een extreem gevalletje van een evangelische kerk. De jaren tachtig-singles komen allemaal met fotohoesjes. Er zijn twee singles waarbij dit accessoire ontbreekt en aan het vinyl te zien, hebben ze wel altijd een hoesje gehad. Het zijn 'Sanctuary' en 'Women In Uniform' van Iron Maiden uit respectievelijk 1980 en 1981. Beide singles zijn uitgegeven met nogal shockerende fotohoesjes en compleet met hoes zijn ze een klein fortuin waard. Ik durf te wedden dat de hoesjes zijn weggegooid in de winkel! De singles zullen in 1999 achterblijven in Engeland evenals de eerste EP van Def Leppard waarvan ik maar liefst twee exemplaren heb. Niet gek voor een EP in een oplage van vijfhonderd. Sheffield is redelijk lokaal voor Mossley.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten