woensdag 8 februari 2023

Het zilveren geheugen: februari 1998 deel II


De vorige aflevering van 'Het zilveren geheugen' eindigt met een duidelijke boodschap. Betekent het nu dat we op het punt zijn aanbeland van drama, kommer en kwel? Niet als het aan mij ligt. Hoewel de periode later in 1998 nog wel voor psychische problemen heeft gezorgd, is het inmiddels vijfentwintig jaar geleden en kijk ik op een hele verre afstand naar de gebeurtenissen. Ik kan anno 2023 ook steeds beter de structuur herkennen en hoe het zo heeft kunnen gebeuren. Ik ben voor drie dagen naar York gegaan. Het is niet chique om jezelf vervolgens op te dringen bij een bluesmuzikant die je een paar maal hebt getroffen in Sneek. Hoe ik het in mijn hoofd heb kunnen halen om daarna maar in York te blijven hangen in de hoop hier een leven te kunnen opbouwen? Ik denk dat het vooral de 'mindset' is van die tijd bij mij. Ik zoek bewust een omgeving zonder sociale vangnetten waar ik eens flink met mijn neus door de goot kan gaan. Ik ben met vlag en wimpel geslaagd in York! Ik heb dus zeven uren om mijn persoonlijke eigendommen veilig te stellen. Ian is al uit zijn kamer gezet en heeft mijn stereotoren meegenomen. Gelukkig staan de platen bij mij op de kamer. De stereo heb ik overigens nooit weer gezien. Het gaat opeens allemaal erg snel want die middag heb ik nog een afspraak bij een organisatie dat aan sociale huisvesting doet. Ik moet uren wachten en doe me tegoed aan de gratis thee, maar echt productief is het niet. Als ik dan tegenover de dame zit, blijkt dat ze niet binnen een paar uur iets kan regelen. Tegen de avond zeul ik eerste tas en fiets richting het huis van Jim. Met zijn auto halen we de rest van de spullen op en stallen het in zijn schuurtje. Dan vertelt Jim over de daklozenopvang waar hij die avond zijn debuut gaat maken als vrijwilliger.

York gaat over een paar weken het toneel worden van hooggeplaatste politici en europarlementariërs. De toekomst van de EMU zal worden besproken in York. De EMU? Ja, de munt heet dan nog ECU maar zal kort daarop de naam Euro krijgen. Ik zal later nog meelopen in een demonstratie waar, volgens 'mijn' bord, EMU staat voor nóg meer werkloosheid ('Even More Unemployment'). Nu kent iedere middelgrote stad in Engeland wel een dak- en thuislozenprobleem, maar York lijkt als een magneet te werken. Bij een telling blijkt dat er 300 mensen jonger dan 27 jaar zonder vaste woon- en verblijfplaats in York verblijven. Valt mee? Nou... de jongeren zijn in een forse minderheid. Ik schat het totaal op misschien wel zeven tot achthonderd. Om de straten een beetje 'schoon' te krijgen voor de officiële gebeurtenissen heeft het stadsbestuur bij wijze van experiment een 'severe weather shelter' ingericht. De kerk op de foto is om de hoek van de herberg waar ik net ben uitgezet en is zijn religieuze functie al een tijdje kwijt. Het wordt verhuurd aan 'pop-up stores' (in 2001 zal ik nog eens binnenstappen als het een tijdelijke boekwinkel is) en de gezamenlijke kerken mogen het in februari 1998 gebruiken voor de nachtopvang van daklozen.

Ben ik wel klaar om op mezelf te kunnen wonen? Nee, natuurlijk niet! Ik kan namelijk niet koken en een warme maaltijd is lange tijd een 'luxe' geweest. Nu ik geen dak boven mijn hoofd heb, is er opeens eten in overvloed. Ik mag onbeperkt opscheppen in de 'shelter' en vooral de custard vind ik zó lekker dat ik er buikpijn van krijg. Ik ben een 'new kid in town' en ken dus niemand van de aanwezigen. Ik vind een plekje aan tafel bij een Falkland-veteraan en zijn moeder die al jaren samen een zwervend bestaan leiden. Ze zijn erg gemoedelijk en daar mag ik wel over. Verderop zitten de Schotten en die hebben stevig getafeld qua alcoholische versnaperingen. Deze zorgen echter wel voor een bepaalde magie in de kerk. Als we gaan slapen, besluiten deze nog een paar liedjes te zingen tot ergernis van de leiding. Ik geniet met volle teugen want de Schotse folksongs klinken betoverend in de kerk.

Over de eerste twee dagen kan ik kort zijn. De 'shelter' gaat om negen uur dicht en gaan we in een optocht naar de Carecent voor ontbijt en heel veel thee. Dat sluit om elf uur en daarna moet ik me maar zien te vermaken tot negen uur 's avonds als de 'shelter' weer open gaat. Ik wandel door de stad om warm te blijven en spendeer uren in de bibliotheek waar ik, geen verrassing, vooral boeken over muziekgeschiedenis uitpluis. Op zondagmorgen heb ik besloten dat een oranje wollen deken bij me moest blijven. De Carecent is uiteraard dicht op zondag en ik ben een beetje vroeg voor de kerk in Clifton. Op een bankje luister ik muziek. Hoewel het snijdend koud is, verschijnt er een prachtig winters zonnetje dat aangenaam brandt op mijn oranje deken. Op de koptelefoon heb ik op dat moment 'Itchycoo Park' van The Small Faces. Met de 'Monstertocht' in 2001 zal ik het moment opnieuw beleven met blauw P&O-dekentje en dan de versie van M People op de minidisc-speler. Na de kerkdienst wacht weer een lunch bij Jim. Daarna wandel ik richting het centrum. 'Hey Bungle!', hoor ik opeens.

Op de trap van het oude gerechtsgebouw zitten de Schotten uit de 'shelter'. Omdat ik niets anders te doen heb, loop ik naar hen toe en ga erbij zitten. Er komt een blikje bier mijn kant op dat ik goed verborgen moet houden. De zak met bouwlijm sla ik over maar kan me nog wel herinneren dat er een heel klein jointje voorbij komt op deze middag. 'Morris' is de 'leider' van de Schotten. Hij heeft me uitgenodigd om erbij te komen zitten. Ik herinner me opeens ook weer 'Dexy'. Een hele goeie kerel die een paar maanden later tragisch aan zijn einde is gekomen. Clifton Methodist Church heeft die avond ook een dienst en ik heb besloten weer even binnen te kunnen zitten. Ik ben een beetje 'high' maar er is niemand die dat opmerkt. Vanuit de kerk heb ik nog altijd een uurtje te overbruggen totdat de opvang open gaat. Ik heb een beetje geld van iemand gekregen en koop daar een blikje bier voor. Met de oranje deken over het hoofd jaag ik de bezoekers van de 'ghost trail' de stuipen op het lijf tot irritatie van de organisatoren van deze toeristische trekpleister. Dan tref ik Morris die probeert nog een paar contanten bij elkaar te bedelen. Hij roept de mensen de meest nare dingen na als ze niet de portemonnee hebben getrokken. Dat zou ik nooit doen...

De volgende morgen ga ik dan ook in het leger van de Schotten naar de Carecent en terug naar het plein voor het gerechtsgebouw. Dan neemt Morris me even apart. 'Hey Bungle, het zou leuk zijn als jij straks ook even iets koopt om te delen met de lads'. Op het antwoord dat ik geen geld heb, zegt hij: 'Dan ga je bedelen, net zoals wij dat doen'. Okay dan, ik zal het proberen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten