maandag 1 september 2014

Raddraaien: Sam & Dave



De sirenes loeiden vanmiddag om twaalf uur, de 'r' is weer in de maand en vandaag was mijn eerste werkdag na de vakantie. Zo'n eerste september is me toch ook een feestje! Het werk voelt onwennig aan, dat geef ik een paar dagen. Verder is deze week vooral eentje van radio. Morgen doe ik mijn zevende en laatste show in zes opeenvolgende dagen. Buiten Floorfillers, Do The 45 en tweemaal The Vinyl Countdown heb ik vrijdagnacht een show gedaan, vanavond From The Catacombs en morgenavond alternatieve jaren tachtig tot en met 2008 in Reloaded. Dit schopt mijn bioritme ook enigszins in de war. Vorige week lag ik nog braaf om elf uur 's avonds in mijn nest, nu ben ik tot minstens 1 uur in de lucht en kan vaak niet onmiddellijk slapen na een uitzending. Maar ja... het is zo leuk hé! Vandaag een Raddraaier die zomaar uit de Blauwe Bak had kunnen komen, maar daar niet staat. 'Hold On I'm Comin', want dat reken ik tot a-kant, staat gewoon in de jaren zestig-bak, hoewel sinds september vorig jaar een heruitgave van deze single residentie heeft gekregen in de reserve-Blauwe Bak. Dan nog het meeste vanwege de andere kant van die single: 'I Thank You'. Die komt wellicht een andere keer aan bod, nu richt ik mijn pijlen op 'Hold On I'm Comin'.

Ik maak er geen geheim van. Over het algemeen ben ik niet heel erg kapot van het Atlantic/Volt/Stax-repertoire van na 1966. Hoewel iedereen zweert bij Otis Redding, Aretha Franklin en Sam & Dave, raakt de soul van deze mensen mij niet zo. Het vroege Aretha- en Otis-werk gaat nog wel, maar bij genoemde labels is het anno 1967 'big business' en wordt met name Aretha al snel gedwongen om beschaafd uit te halen in songs die origineel gewoon beter zijn. Ja, ik weet het, het is vloeken in de kerk, maar ik hoor tien keer liever een Etta James of Jackie Wilson uit dezelfde periode. Alleen Joe Tex en Carla Thomas kunnen me echt bekoren. Toch is het onmogelijk om niet een brede glimlach op je gezicht te krijgen wanneer je 'Hold On I'm Comin' op zet. Van Sam & Dave vind ik het met 'I Thank You' wel één van de interessantere nummers. 'Soul Man' is me té plat gedraaid.

Dave Prater begint zijn loopbaan als zanger in de kerk en neemt in de vroege jaren vijftig zelfs een plaat op met de gospel-groep The Sensational Hummingbirds. Sam Moore is aanvankelijk een passieve liefhebber van gospel en heeft in 1954 zijn eerste plaatopname met de doowop-groep The Majestics. Toch vervolgt hij ook zijn ambities in de gospel en door deze muziek kruisen de twee heren elkaars pad. Jackie Wilson en Sam Cooke zijn de twee grote helden van Sam & Dave, dus dat zit wel goed. Sam is bovendien erg beïnvloed door de blues-zanger Little Willie John met wie het duo in de vroege jaren zestig vaak optreedt. In 1961 treedt Sam & Dave al samen op en door hun gospel-benadering van vraag-en-antwoord valt het meteen op. Producer Steve Alaimo tekent hen voor het kleine Marlin-label. Daar brengt het twee singles op uit, maar de label-eigenaar vent hun vervolgens uit naar het machtige Roulette. Het maakt al met al zes singles tussen 1962 en 1964 welke geen van allen een groot publiek bereikt. Prater is de leadzanger op de plaatjes en Sam vult het aan.

In 1965 komt het duo onder contract bij het Stax-label. Onder andere Steve Cropper, gitarist van Booker T. & The MG's, staat klaar om het duo van composities te voorzien. Isaac Hayes en David Porter zijn de producers van de plaatjes van Sam & Dave. De eerste twee singles doen niks, maar dan verschijnt 'You Don't Know Like I Know', gevolgd door het monstersucces van onze Raddraaier. Het bereikt niet alleen een eerste plek in de R&B, maar ook een 21e op de reguliere Billboard. Alleen Aretha Franklin zal in de komende drie jaar méér succes hebben in de Stax/Atlantic/Volt-stal, maar Sam & Dave zorgen ervoor dat de zwarte 'soul'-muziek niet alleen gestalte krijgt door het nummer 'Soul Man', maar ook dat het wordt geaccepteerd door het blanke singles-kopende publiek.

Van de Stax-artiesten heeft Sam & Dave de meest wilde podium-act. Dat wordt met name duidelijk als Sam & Dave met een circus artiesten als voorprogramma door Europa reist met Otis Redding. Otis weigert in het vervolg om ooit nog met Sam & Dave op een aanplakbiljet te staan. Het zal niet alleen de explosieve act zijn geweest. Iets dat niet in de geschiedsschrijvingen wordt vermeld, maar wat ik meen te herinneren uit een later interview met Arthur Conley. Otis is faliekant tegen drugsgebruik en met name Sam Moore houdt er een hobby op na. Het is hard werken voor het duo dat naar verluid 200 pakken per jaar tot op de draad verslijt met haar podiumacrobatiek. Het publiek, gemengd, is er dol op en als het duo Stax in 1969 de rug toekeert, heeft het maar liefst tien opeenvolgende top 20-hits gehad en de drie opeenvolgende top 10-elpees.

Na 1969 weet Sam & Dave het succesniveau van weleer niet meer te behalen, maar blijft optreden tot ver in de jaren tachtig. Dan zijn de mannen echt op mekaar uitgekeken. Of, zoals later blijkt, is dit sinds de breuk met Stax eigenlijk al het geval. Bij optredens eisen de mannen aparte kleedkamers en het schijnt dat ze sinds 1970 buiten het podium geen woord met elkaar hebben gewisseld. Sam krijgt ook een bloedhekel aan de oude hits en wil iets voor zichzelf gaan doen. Dave slaagt erin een andere Sam te vinden: Sam Daniels. Met hem treedt Prater op tot 3 april 1988, een Stax-reünie met andere coryfeeën uit de oude doos. Zes dagen later is hij onderweg in de auto naar zijn moeder als hij een fataal ongeluk krijgt. Dave is dan slechts vijftig jaar oud.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten