woensdag 14 juli 2021

Het zilveren goud: juli 1996 deel II


De eerste werkdag zit erop en het is een dag om nooit te vergeten. Rustig aan beginnen en je meteen kapot zweten? Het heeft echter niet zoveel met het werk te maken dan wel met het weer. Vooral in Meppel zelf is het erg benauwd en heb ik voortdurend het zweet op het voorhoofd staan. Ik mag morgen een dagje uitblazen en vrijdag weer aan de slag. Is alles nu opgelost? Nee, er is weinig opgelost in de afgelopen drie maanden behalve dat ik weer wat meer rust in mijn lijf heb gevonden. Ik zou nog gemakkelijk drie maanden thuis kunnen zitten, maar ik weet zeker dat de bedrijfsarts dan vroeg of laat over een psycholoog was begonnen en daar heb ik nu juist niet zoveel trek in. In ieder geval deze en volgende week op woensdag en vrijdag en daarna waarschijnlijk weer een beetje opbouwen. Ook heb ik vanmorgen mijn vakantie vastgelegd en dat gaat de laatste week augustus en eerste week september worden. Vanavond ga ik het opnieuw over werk hebben, maar dan over het werk van vijfentwintig jaar geleden. De eerste weken als ondersteunend redacteur van het Sneeker Nieuwsblad. Het is begin juli en de komkommertijd is aangebroken.

Qua uren moet je erg flexibel zijn op de krantenredactie. In de zomer zijn vooral in de weekeinden de activiteiten en is doordeweeks weinig te beleven om de krant te vullen. Het betekent veel vrije tijd. In de maanden november en december haal je deze uren weer met gemak in. Maar toch moet de krant nog altijd wel worden gevuld. Mijn collega heeft een idee. Met de ogen dicht een plaats aanwijzen op een kaartje van het verspreidingsgebied en deze morgen met een bericht komen over het betreffende dorp. Hij komt uit op Folsgare en ik heb Tirns als plaats. Ik krijg daarbij echter nog wel een beperking opgelegd. De kruidenier van Tirns is net een paar maanden ervoor gestopt en heeft reeds uitgebreid aandacht gehad in de krant. Het moet dus een andere insteek hebben. De kruidenier is tot voor kort de enige winkel in het dorp en het gespreksonderwerp bedenk ik op de fiets naar het dorp: Hoe functioneert het dorp nu het de ontmoetingsplek bij de winkel is kwijtgeraakt. Het begint evenwel stroef.

De eerste de beste waarbij ik aanbel, doet opeens heel erg mysterieus. Ze wil niet met naam en toenaam in de krant alsof het een moordzaak zou zijn. Dan kom ik uiteindelijk toch nog terecht bij twee mensen die meer los willen laten. 'Tirns mist nu het kloppend dorpshart', is de kop van het verhaal, maar dan in het Fries. Het is inderdaad het citaat van één van de dames. Ik heb met Cees afgesproken dat we rond een uur of twaalf weer terug zullen zijn op de redactie om het bericht uit te werken. Folsgare is niet veel levendiger dan Tirns op een doordeweekse dag in juli en hij heeft een archeoloog gevonden op zijn zoektocht in de weilanden rondom het dorp. We werken elk onze stukken uit en ze worden een week later samen geplaatst in het katern van de krant. Anno 2021 schijnt Hommerts zelfs een kaatsvereniging te hebben, maar in de jaren negentig wordt kaatsen uitsluitend ten noorden en westen van Sneek uitgeoefend. Tirns is een voorbeeld van een dorp waar menig bewoner lid is van de kaatsclub. Zo ook de voormalige kruidenier. 'Je moet heel wat mans zijn om de man buiten de perken te houden', zegt één van de geïnterviewden en dan opnieuw in het mooiste Fries. Hoewel ik nog steeds niet weet wat 'perken' zijn in het kaatsen, moet dit fraaie stukje jargon in het bericht. En met resultaat! De volgende dag wordt mijn artikel geselecteerd voor de streekbladen-rubriek op Omrop Fryslân. Ik ben weer trots als een pauw, hoewel ik het wel sneu vind dat het verhaal van Cees wordt overgeslagen. Tirns is voor mij een extra opsteker. Ik begin mijn draai te vinden in de 'smeuïge' verhalen, zoals een collega die noemt. Zet mij maar met blocnote en pen tegenover iemand met een bijzonder verhaal en het artikel vloeit uit de pen. Toch leg ik ook al snel mijn journalistieke loopbaan in de waagschaal en daar moest ik het de volgende keer maar over hebben. Nu dan de zes singles die ik van mijn collega heb gekregen. Of...? Er zitten een paar twijfelgevallen tussen.

2531 Meisje Ik Ben Een Zeeman-New Four (NL, CNR, 1980)
2532 It's So Easy-Linda Ronstadt (UK, Asylum, 1977)
2533 My Friend Stan-Slade (NL, Polydor, 1973)
2534 Rockin' All Over The World-Status Quo (NL, Vertigo, 1977)
2535 Whatever You Want-Status Quo (NL, Vertigo, 1979)
2536 Don't Stop The Music-Yarbrough & Peoples (NL, Mercury, 1980)

Er staan me nog een paar dingen bij van 1996. Er zit een Status Quo-single bij en ik denk het meeste aan 'Rockin', maar twijfel of het toch niet 'Whatever You Want' is geweest. Bij de eerste staat namelijk een andere naam op het hoesje geschreven dan mijn collega of haar vriend. Dat geldt ook voor Yarbrough & Peoples en ik vermoed dat ik die eens anders heb gekocht in 1995 of 1996. Feit is dat ik de plaat in 1997 al heb als het op een 'fout' cassettebandje terecht komt. Ook bij de Slade-single heb ik twijfels. Het is 'Everyday' of 'My Friend Stan' geweest. Enfin, ik hou het maar zo want de platen zullen vroeg of laat toch eens aan bod moeten komen. Volgende week de laatste single die ik in juli 1996 heb gekocht en de rest van de maand weer 'oude' aanwinsten waarbij ik me niet meer kan herinneren wanneer ik ze heb gekocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten