dinsdag 27 juli 2021

Het zilveren goud: juli 1996 deel III


Wellicht later vandaag nog maar even in mijn foto-archief kijken. Of de postbode moet me gelukkig maken met een aantal bestellingen. Hoe dan ook: Er is werk aan de winkel op Soul-xotica. Ik heb enige tijd getwijfeld om twee afleveringen van 'Het zilveren goud' samen te smelten, maar dan opnieuw...? Nadat ik een jaar geleden soms met pijn en moeite 'een verhaaltje' kon bedenken, daar lopen de herinneringen van 1996 over en moet ik even streng te werk gaan als woensdagmiddag voor de deadline bij het Sneeker Nieuwsblad. Het is jaren lang mijn ultieme droom geweest: Het fulltime werken op de krantenredactie. Ik heb van alles geprobeerd maar ik had het zelf nooit voor elkaar gekregen. Ik heb het geluk dat de Sneeker op dat moment in 1996 geen stagiaire heeft en dus kan ik deze plek in nemen voor een half jaar. Tegen het einde van het half jaar meldt zich weer een nieuwe stagiaire en moet ik de plek afstaan. Ik geloof dat de betreffende stagiaire nog altijd in de media in Sneek werkt. In de voorgaande twee verhalen heb ik het over de smeuïge verhalen gehad, maar er speelt ook iets serieus in 1996 dat me bijna mijn droombaantje zou kunnen kosten.

Klopt het dat de bouwvak in 1996 laat valt? Of is het noorden pas als laatste aan de beurt? Hoe dan ook: Het verhaal begint te spelen in augustus 1996, als ik me niet vergis. Een week voor de start van de officiële bouwvak. Ik ben donderdagavond 'voor de lol' de stad in geweest. Waarschijnlijk om een cd te kopen. Zoals jullie merken in 'Het zilveren goud' koop ik niet zoveel singles in 1996 en investeer ik vaker mijn geld in de zilveren schijfjes. Een deel ervan staat op zolder en een heel groot deel is jaren geleden gedoneerd aan de kliko. Ik ben té ruig voor cd's. Ik besluit het boodschapje met een drankje in The Scrum, dan mijn stamkroeg in Sneek. De deur zwaait open en daar stapt Jan binnen. Omdat ik, ook vijfentwintig jaar na dato, mijn tipgever nog altijd anoniem wil houden, noem ik hem Jan. 'Zo, vakantie', zegt Jan als hij aan de bar gaat zitten. Vakantie? Nu al? Dan vervolgt hij zijn verhaal. 'Er is een fout in de fundering vastgesteld waardoor het gebouw waarschijnlijk moet worden afgebroken en weer opnieuw opgebouwd moet worden'. Ik spits mijn oren want ik weet waar Jan de laatste tijd werkzaam is. 'Je gaat er toch niet over schrijven in de krant?', vraagt hij me. 'Het kan me mijn baan kosten als ik word herkend'. Ik beloof hem helemaal buiten het verhaal te houden en niet verder te gaan dan een anonieme bron. Hij is immers niet de enige op de gigantische bouwplaats die hiervan af weet.

Sneek is in 1996 aan een kleine metamorfose begonnen. De voormalige Flexa-fabriek is gesloopt en de plannen zijn ambitieus. Het gebied tussen de brug aan de Oppenhuizerweg en de Oude Oppenhuizerweg moet veranderen in een soort van boulevard. Met aan de rand een peperduur appartementencomplex dat de naam 'Het Venster' heeft gekregen. De bewoners van Sneek zijn nogal verbolgen hierover want de appartementen zijn duidelijk niet gemaakt met het oog op de lokale bevolking. Door de heiwerkzaamheden dreigen de kozijnen van gemeentelijke huurwoningen in het nabijgelegen Sperkhem uit de muur te vallen. In augustus 1996 staat het karkas en nu, volgens mijn bron, lijkt het erop dat het weer tegen de vlakte kan. De volgende morgen breek ik het nieuws op de redactie. Die zijn niet bepaald enthousiast. Ze willen mijn bron weten, maar die heb ik nooit prijs gegeven. De gemeente zegt hoegenaamd van niets te weten en na een halve dag bellen en van het kastje naar de muur heb ik eindelijk de persvoorlichter van de uitvoerder te bereiken. En die wil geen reactie geven. Onze fotograaf komt inmiddels binnen met de foto van het project. Ik krijg meteen dreigementen van mijn collega's. Als het een 'broodje aap' blijkt te zijn, kom ik nooit meer ergens aan de slag als journalist. Bovendien draai ik op voor de kosten van de fotograaf. Maar... ik heb geen enkele reden tot twijfel. De bouwplaats is uitgestorven op vrijdagmiddag en ik vertrouw Jan op zijn woord.

Het artikel wordt gepubliceerd op maandag en slaat in als een bom. De gemeente, normaliter onze beste vriend, uit geen misselijke taal naar de krant. De Telegraaf pikt het verhaal op en zet het op de voorpagina. Het is immers nog komkommertijd. Ook zij weten niet meer los te krijgen van de uitvoerder of de gemeente. De Leeuwarder Courant volgt twee dagen later. Andere media houdt zich angstvallig afzijdig. 'Als de gemeente iets wil vertellen, komen ze wel naar ons toe', is het argument van mijn collega's. Ik heb het niet één keer benauwd gehad. Na de bouwvak is er ook weinig activiteit op het terrein en pas in september of oktober komt de gemeente met een persconferentie. Ik mag er niet naar toe. 'Ga maar vast je spul inpakken, want als blijkt dat het niet waar is, kun je meteen ophoepelen'. Tot verbazing van andere collega's pak ik helemaal niks in. Uren later komt de collega terug. Vuurrood gezicht. 'Gerrit had gelijk'. Rond dezelfde tijd leer ik tijdens een journalistieke cursus dat je 'in de kroeg' vaak nieuwsverhalen kan oppikken. Waarvan akte.

2537 Albatross-Fleetwood Mac (NL, CBS, 1968, re: 1973)
2538 Sie Hat's Gut-Gabriele (Duitsland, Polydor, 1958)
2539 For No One-Wayne Gibson (NL, Columbia, 1966)
2540 Fanfarella-Bert Grayson (NL, Delta, 1962)

Alleen Fleetwood Mac heb ik in juli 1996 aangeschaft. Het is een dinsdag. 's Ochtends moet ik een vooraankondiging voorbereiden van een agrarisch spektakel in Sneek. Ik zal daarvoor op bezoek bij de secretaris van de organisatie. Als ik in Nijland arriveer, zitten vier mannen in hun zondagse pak aan tafel. Ze verwachten dat de fotograaf mee komt, maar we hebben een foto uitgezocht van hetzelfde spektakel van vorig jaar. Ik wil de eerste vraag stellen, als ik in de rede word gevallen. 'Je moet dit en dat zetten in het bericht'. Aamehoela, ik fiets geen tien kilometer om te worden gedicteerd. Het gesprek verloopt erg stroef, maar ik heb de informatie voor het bericht. 'We moeten het eerst wel lezen'. Het kost me ontzettend veel moeite om niet de bokkenpruik op te zetten. Mijn collega zorgt dat de schets bij de heren terecht komt en ze zijn tevreden. 's Middags loop ik door de Nauwe Noorderhorne als ik een nieuw winkeltje zie. Het is een handel in tweedehands spulletjes en Fleetwood Mac is de enige plaat van belang. Het staat overigens als 'Need Your Love So Bad' in de kaartenbak omdat ik 'Albatross' reeds als Blue Horizon heb en ik de originele 'Need Your Love So Bad' nog niet durf te erkennen. Deze is al eerder aan bod gekomen in deze rubriek. Wayne Gibson heb ik eind 1993 van een dorpsgenoot gekregen en dat is een 'lucky shot'. Ik kan Gibson's uitvoering van het Beatles-nummer goed waarderen en kom de naam opnieuw tegen in 2011 als ik begin met de Northern Soul-hobby. Wayne hoeft niet te kiezen tussen The Beatles en The Rolling Stones. In 1966 zet hij zowel 'For No One' als 'Under My Thumb' op de plaat.

2541 Brandend Zand-Anneke Grönloh (NL, Philips, 1962)
2542 Paradiso-Anneke Grönloh (NL, Philips, 1962)
2543 Das Leben Kann Schön Sein-Anneke Grönloh (NL, Philips, 1963)

Van dezelfde dorpsgenoot ontvang ik ook bovenstaande singles van Anneke Grönloh. Natuurlijk draai ik ze niet en maakt het niet uit dat de eerste twee totaal zijn verrot. De laatste tik ik jaren later nog eens met fotohoes op de kop. Tegelijk met deze Duitse single brengt Anneke ook een Nederlandse versie uit. De b-kant, 'Cimeroni', zal in de Nederlandse versie een nummer 1-hit worden. Om de discografie van Anneke bijeen te houden, krijgen julle er vandaag zeven. Woensdag breng ik jullie de resterende vijf singles. Ik moet het dan maar eens over de liefde hebben?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten