dinsdag 30 april 2019

Week Spot: Jean Carn



Nieuws uit de ziekenboeg? Nee, niet echt opvallend nieuws. Maak jullie geen zorgen: Het gaat opperbest met mij, alleen is de Pioneer een beetje ziek. Desondanks heb ik haar gistermiddag gebruikt voor het ritje van Uffelte naar Meppel en terug. Het is in eerste instantie de bedoeling dat ik met de fiets naar het station in Meppel zou gaan waar een fietsenmaker zit met kennis van ligfietsen. Toch ga ik even langs in Havelte omdat ik denk dat het niet een erg specialistisch klusje is. Vredenburg durft het best aan, alleen... is het meivakantie en heeft het reeds de werkplaats vol staan met gewonde tweewielers. Het kan niet eerder dan volgende week. Ik heb al geregeld dat ik deze week gehaald en gebracht ga worden omdat ik in Zwolle ga bezorgen en opeens ligt de optie open om de Pioneer volgende week in Havelte te laten repareren. Ook zijn mijn collega en ik iets aan de late kant na afloop van het sorteren en moet ik kiezen: Erop gokken of de fietsenmaker op het station nog open is of snel fietsen naar Havelte voor boodschappen. Het wordt het laatste. De Pioneer mag dus nog een week rusten en misschien nóg wel een week. De reparatie komt me financieel erg ongelegen en over twee weken krijg ik mijn salaris. Vandaag sluit ik april af met de nieuwe Week Spot en later de 'Eindstreep'. De Week Spot is 'Don't Let It Go To Your Head' van Jean Carn uit 1978.

Raar maar waar. Ik associeer de naam van Jean Carn meteen met het Motown-label, maar dat blijkt pas later in haar carrière te zijn en bovendien niet iets van lange duur. Voor de variatie kan je nu desnoods een krant vol schrijven over de uitvoerende van de Week Spot en dat is op zichzelf wel weer eens fijn. Even fijn als de Week Spot zélf want dit plaatje is heel langzaam aan gaan groeien bij mij. Het komt me ergens heel bekend voor en dat kan kloppen. Daarover straks meer! We mogen echter eerst weer terug naar de traditie van de dinsdagavond. Trek dus maar het beste pak aan en vergeet niet de bijbel en het liedboek mee te brengen. We beginnen dit verhaal wederom in de kerk.

Voordat de dominee een verhaal gaat vertellen, kunnen we eerst luisteren naar het gospelkoor en meer specifiek naar dat ene kleine zangeresje. Ze is pas vier en heet Sarah Jean Perkins. Haar familie komt van oorsprong uit Atlanta maar de kleine Sarah Jean wordt op 15 maart 1947 geboren in Columbus in Georgia. Haar ouders moedigen haar aan om te gaan zingen en als ze vier jaar oud is, maakt ze haar debuut in de kerk. Ze leert al spoedig piano, fagot en klarinet spelen en heeft een diploma voor alle drie instrumenten. Ze is niet alleen muzikaal onderbouwd maar heeft ook een talenknobbel. Op de high school studeert ze Russisch en bij de vervolgopleiding stort ze zich op zang en theater. Ze schittert in iedere discipline: Van theater tot opera. Ze trekt naar New York om muziek te studeren en daar ontmoet ze haar toekomstige echtgenoot, jazzpianist Doug Carn. Het echtpaar resideert in Los Angeles en Sarah Jean maakt met Doug Carn haar eerste drie elpees voor het kleine Black Jazz-label. Ze zijn kort getrouwd maar Jean blijft de naam Carn gebruiken, ook al vult ze het in de jaren tachtig nog aan met een extra 'e'.

In 1976 krijgt ze een contract aangeboden bij Philadelphia International Records, de maatschappij van de heren Kenneth Gamble en Leon Huff. Haar solo-debuut verschijnt in hetzelfde jaar. De elpee verkoopt slechts mondjesmaat, maar is erg in trek bij meer progressieve verzamelaars van soul. De plaat combineert als geen ander de 'seventies soul' met eigentijdse jazz. De begeleiding wordt verzorgd door zowel MFSB als Instant Funk. 'Free Love' is een redelijke hitsingle in Amerika. Het tweede album komt uit 1978 en heet 'Happy To Be With You'. Muzikaal is het eenzelfde laken een pak en als single brengt het ons 'Don't Let It Go To Your Head'. De halve wereld danst op 'Saturday Night Fever' en de disco-beat is verworden tot een monotone dreun. Alles dat afwijkt wordt tegenwoordig 'rare groove' genoemd en de Week Spot krijgt eveneens dit label op gedrukt. Het heeft echter een zeer aanstekelijke 'hook' en het refreintje komt me ergens bekend voor. Het schijnt dat The Brand New Heavies in de jaren negentig een cover heeft gemaakt van het nummer. Dat album heb ik wel een paar maal gehoord en ik denk dat dit tijdens drankavonturen in De Draai moet zijn geweest, het speciaalbierencafé in Sneek waar ik 'woon' van 1993 tot begin 1996. Hier zou ik kennis hebben gemaakt met 'Don't Let It Go To Your Head' hoewel mijn interesse voor soul dan nog nihil is.

Hoewel Carn goed gedocumenteerd is op het internet is er niet sprake van een 'superster'. Haar platen doen het niet onaardig op de Amerikaanse R&B, maar voor de rest wil ze maar geen aansluiting vinden bij een groter publiek. Vlak voor haar komst bij Philadelphia heeft ze haar enige Billboard Hot 100-hit gehad in combinatie met Norman Connors en Michael Henderson. 'Closer Than Close' uit 1986 zal uiteindelijk op nummer 1 komen in de R&B en alleen 'Let Me Be The One' (1988) tikt de Engelse hitparade aan. De albums brengen het niet tot de top 100 in Amerika. In 1979 verhuist ze van Philadelphia naar het sub-label TSOP (genoemd naar de hit van MFSB), maar het tij zal niet keren voor Carn. Het contract loopt ten einde bij Philadelphia en Carn kan terecht bij Motown. Dat begint hoopvol met een cover van 'If You Don't Know Me By Now' waarop The Temptations de achtergrondvocalen verzorgt. Ook neemt Carn werk op voor een eventuele elpee maar deze zal er nimmer komen. Carn vult haar naam aan met een extra letter en wordt daarmee Jean Carne. In 1986 maakt ze het album 'Closer Than Close' voor Omni. Het titelnummer wordt Carn's grootste R&B-hit in Amerika en het krijgt middels CNR ook een release in ons land. Carn heeft een kudde fans welke haar op de voet volgen, welk avontuur ze ook aan gaat. In de daaropvolgende dertig jaar maakt ze verscheidene albums voor allemaal kleine ondernemingen. Vanaf 2002 is Carn verscheidene malen te zien in jazzclubs en op jazzfestivals in Europa. Ze treedt eveneens aan bij een revue welke het leven en het werk van Gamble en Huff viert met een voorstelling. Het Engelse Soulmusic Records heeft vorig jaar een anthologie uitgebracht van haar werk met onze Week Spot als titelnummer. 'Love Lessons' uit 1996 is voorlopig het laatste eigen album van Carn. Omdat 'Don't Let It Go To Your Head' de naam Jean Carn vermeldt, heb ik deze naam gebruikt gedurende deze alinea. Toch geldt voor haar werk na Motown dat dit als Jean Carne is uitgebracht. Ze is tenslotte nog altijd springlevend, ook al is ze sinds 3008 uit de volgspots verdwenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten