zaterdag 15 maart 2014

Raddraaien: Derek & Ray



Raddraaien uit de Blauwe Bak is altijd lastig. In veel gevallen is een groep of artiest al eens aan bod gekomen of is er gewoon helemaal niks over te vinden. In dit geval kwam ik eerst bij Barbara & Brenda terecht. Daar heb ik jullie in 2012 al mee dood gegooid, bovendien ben ik momenteel 'Never Love A Robin' op het spoor gekomen. In de vishandel die Northern Soul heet, is deze plaat ietsje in prijs gezakt en is nu met een beetje mazzel voor een leuk bedrag binnen te halen. De tweede single waar ik op uit kom, is een voormalige Raddraaier: 'Get It On' van Chase. Omdat we niet bezig blijven, móet ik gewoon de derde pakken, of ik het nu wil of niet. Ach vooruit, er is niet heel veel te vertellen over de artiest van de a-kant en ietsje meer over die van de b-kant, maar het is wel een stalen Northern Soul-klassieker. De Raddraaier van vandaag heet 'Interplay', een ontzettende oorwurm uit de koker van het duo Derek & Ray.

Een paar weken geleden in Watford maakte nog iemand terloops de opmerking naar mij. ,,Northern Soul? Dus je draait b-kanten?". Tja, niet iedere b-kant is feitelijk Northern Soul, maar het is wel opvallend dat de meeste krakers oorspronkelijk b-kanten zijn. Dat geldt eveneens voor 'Interplay'. In 1967 verschijnt het in Amerika als b-kant van 'Dragnet'67', een kleine variatie op het thema van de gelijknamige misdaad-serie. Richard Searling, de befaamde deejay in The Casino in Wigan, is eind jaren zeventig werkzaam voor RCA en het is opvallend dat juist in die tijd een aantal oude RCA-opnames opeens heel populair worden. Denk aan 'Can't Help Loving You' van Paul Anka, maar ook 'Crackin' Up Over You' van Roy Hamilton, 'You've Got Your Mind On Other Things' van Beverly Ann, 'Blowin' Up My Mind' van The Exciters (binnenkort dankzij Outta Sight in mijn collectie!) en Peggy March' vocale 'Soul Coaxing' met de titel 'If You Love Me'. Hoewel de eerste titels al sinds de vroege jaren zeventig meedraaien, komt een 'Interplay' vrijwel vanuit het niets op de dansvloer terecht. Niemand heeft erom gevraagd, maar toch groeit het nummer heel snel uit tot een publieksfavoriet. En dát is voor mij al jaren een groot mysterie, want er zijn toch echt wel betere instrumentaaltjes gemaakt.

Derek & Ray bestaat uit het duo Derek Cohen en Ray Smith, twee sessiemuzikanten vergelijkbaar met het Engelse Sounds Orchestral. De ene speelt piano en de ander klavecimbel. Met een orkest erbij vertolken ze thema's van televisieseries en houden hun eigen schrijfsels voor de b-kanten. Ze doen het voor verschillende platenlabels en dat heeft waarschijnlijk te maken met de rechten van de televisieseries? Hoewel het een Amerikaans duo is, is hun vroegste single een Engelse: 'Theme From The Amourous Adventures Of Moll Flanders' met op de b-kant 'Do-Re-Mi'. Deze single verschijnt in Engeland op RCA in juli 1965. Van 'Dragnet 67' met 'Interplay' op de b-kant is geen release-datum bekend, de plaat verschijnt alleen in Amerika in het jaar 1967. In oktober 1967 brengt het duo een vertolking uit van 'To Sir With Love' op datzelfde label. De volgende single verschijnt alleen in Australië op het Mercury-label en is hun uitvoering van 'Promises Promises'. Hoewel de meeste verzamelaars uitgaan van het jaar 1976, geeft het betrouwbare 45cat de datum van 26 mei 1978 aan. Zij halen die informatie uit originele 'release-sheets', dus dat moet gewoon kloppen. In de jaren tachtig verschijnt het nummer op een Engelse bootleg als b-kant van 'What Kind Of Lady' van Dee Dee Sharp. Een beetje overbodig, want die heruitgave uit 1978 is op iedere straathoek te bemachtigen en is feitelijk geen drol waard. Twintig pond in Mint, maar met de helft mag je al tevreden zijn. Zelf betaalde ik drie pond voor mijn Mint en dat was meteen mijn maximumbod...

Op de keerzijde staat Mike McDonald met het nummer 'God Knows' uit 1970. Het liedje is geschreven door McDonald, maar op het label staat het verhaal dat de basis is bedacht door Rick, Mike, Max, Hal en Milt. Wie dat ook mogen zijn. Mike McDonald kennen we echter beter als Michael MacDonald, de latere zanger van The Doobie Brothers en ook solistisch goed voor een paar hits. De meningen zijn verdeeld. Zelf vergeet ik 'God Knows' het liefst zo snel mogelijk en heb de single uitsluitend voor 'Interplay' gekocht. Toch heeft 'Interplay' voor zo'n golf van afschuw gezorgd, de plaat is stuk gedraaid in Wigan, dat de sceptici massaal voor de McDonald-kant gaan. Platen zijn 'overplayed' om dat het publiek het wil horen, maar voor wie voortdurend op zoek is naar iets nieuws, zijn 'Interplay', 'The Snake' (Al Wilson) en 'Do I Love You' (Frank Wilson) dinosaurussen die je met alle liefde een euthanasie-pilletje wil toedienen. Toch is dit wat het grote publiek wil en dus moeten we er maar aan wennen.

Ach, 'Interplay' is best grappig voor een keertje. Hoe vaak maak je het mee dat een nummer met klavecimbel populair wordt op de dansvloer? Hij blijft de rest van de dag in je kop zitten en ook dat vind ik niet heel erg. Toch heb ik een zeker hart voor de Northern Soul en zeker met het oog op de 'Soul' hoort zo'n plaat niet in het rijtje thuis. Als het in 1967 in de hitparade had gestaan, had iedereen het nu behandeld als 'Love Is Blue' van Paul Mauriat en eigenlijk hebben beide nummers veel gemeen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten