maandag 13 juni 2016

Het zilveren goud op 33 toeren: juni 1991



Wanneer begint een verzameling? Is dat bij het eerste verzamelstuk of wanneer er reeds sprake is van een verzameling? Mijn eerste single krijg ik in april 1983, maar dat is nog geen reden voor een verzameling. In juni 1989 heb ik dertig singles in een afgeknipt Ariël-doosje en koop ik de nummers 31 tot en met 33. Dát is voor mij de start van de verzameling. Dit betekent dat de verzameling komende vrijdag haar 27e verjaardag viert. Mijn oudste broer is dan een kwart eeuw ouder. In 2011 en het begin van 2012 heb ik al '20 Years Ago Today' gedaan met de singles uit 1991 en 1992, hoewel ik dan bijna iedere single apart behandel in een bericht. In de aanloop naar de 25e verjaardag in 2014 begin ik met de 'Prehistorie' waarin ik de eerste dertig singles apart behandel. 'Het zilveren goud' zoals dat nu een feit is, bestaat deze maand twee jaar en ik zie het in deze opzet helemaal zitten. Ook behandel ik de elpees tot zover ik daarvan een boekhouding heb bijgehouden. Elpees doen immers nooit officieel mee in mijn verzamel-hobby. De kaartjes tonen me dat ik in juni 1991 maar liefst vijf enkele en een dubbelelpee heb gekocht en deze komen vanavond voorbij. Woensdag volgen naar alle verwachting de singles.

Het is al voorbij gekomen in de vorige aflevering: Mei en juni 1991 is de examentijd voor mij. Ik mag in deze weken bewijzen wat ik heb opgestoken van vier jaar LEAO. Dat is bitter weinig, moet ik bekennen, en er is nog minder van blijven hangen vijfentwintig jaar later. Ik zou anno 2016 niet meer weten hoe je een tabularisch kasboek moet gebruiken. Een simpele debet- en credit-balans zou wellicht nog wel lukken, maar zodra het komt tot grootboekrekeningen? Ach, ik heb het voor mijn huidige dagelijkse bezigheden niet meer nodig. De administratieve sector is een groot boekhoudkundig wonder misgelopen, maar de post is een ster rijker. Ik blijf stellig erin geloven dat ik onterecht mijn LEAO-diploma heb gehaald, maar gezien mijn vorderingen op het KMBO in 1991-92 mag ik alleen maar dankbaar zijn dat ik tóch nog een diploma heb gehaald. Het is niet dat ik het niet kan. Integendeel juist! Jongeheer Louwsma ziet het helemaal niet zitten om droge stof te leren en verdiept zich liever in de muziekencyclopedie.

Hoewel het ritueel van 'iedere zes weken naar de kapper' aan mijn laars wordt gelapt, heb ik op mijn zestiende nog wel te luisteren naar mijn ouders. The Moody Blues komt in juni 1991 met het eerste nieuwe album sinds het teleurstellende 'Sur La Mer' uit 1988 en zal Nederland verrassen met een optreden in het Congresgebouw in Den Haag. Daar staan mijn oren wel naar, maar mijn ouders steken er een stokje voor. Dan lees ik in de Telegraaf een advertentie van het muziekketen Staffhorst in Utrecht. Justin Hayward en John Lodge zullen daar een signeer-sessie houden. Dat brengt me op een idee. Ik schrijf een lange brief aan mijn 'idolen' en sluit een blanco kaartje bij. Een paar dagen na de signeersessie komt er een envelop met daarin een erg leuke brief van de uitbater van de Staffhorst-winkel én het blanco kaartje. Volgens mijn wens gesigneerd door zowel Hayward als Lodge. Ik zal The Moody Blues nooit 'live' zien (ik weiger anno 2016 om meer dan honderd euro te betalen voor een avond in de Heineken Music Hall), maar dit kaartje koester ik nog altijd. Volgende maand koop ik de eerste single van het nieuwe Moody Blues-album, in juni moet ik het doen met een oude verzamelelpee waarvan ik de meeste nummers wel anders heb op vinyl.

Op vrijdagmorgen krijg ik te horen dat ik ben geslaagd en dat vier ik 's middags met een single. Die komen we later deze week tegen. Zaterdag heb ik een druk programma. Ik weet niet of ik eerst nog naar de molen ben geweest, maar 's middags wil ik naar de vlooienmarkt in de Veemarkthal en 's avonds heb ik een uitvoering met het muziekkorps. Op de vlooienmarkt doe ik vooral zaken met iemand die een hele partij platen aanbiedt uit een jongerensoos. De elpees zijn flink mishandeld, maar toch koop ik er twee. Of moet ik zeggen drie? De boekhouding rekent een dubbelelpee als twee elpees en 'The Moody Blues Story' (NL, Decca, 1979) is een dubbelaar. Hoewel de groep nooit officieel uiteengaat, ligt het van 1974 tot en met 1978 even stil. De leden benutten de tijd voor solo-albums en Hayward en Lodge maken samen 'The Blue Jays'. In 1978 vindt de hereniging plaats met uitzondering van toetsenist Mike Pinder. Hij zit op dat moment diep in de religie, maar zal zich later ontpoppen tot kinderboekenschrijver en geniet van de rol van mellotron-pionier die hij in de loop der jaren heeft gekregen. The Moody Blues gaat in zee met de Zwitserse Patrick Moraz welke bij hen zal blijven tot en met 'Sur La Mer'. In 1979 verschijnt in bijna ieder land een 'exclusieve' verzamelelpee. Engeland krijgt de K-Tel-uitgave 'Out Of This World', maar de zeer bizarre Duitse compilatie haal ik in 1998 eveneens uit Engeland. Nederland krijgt dus 'The Moody Blues Story'. Iets meer hits en populair dan 'This Is The Moody Blues' en bovendien bevat het ook een paar tracks van 'Octave' uit 1978. De elpee is in een rampzalige staat, maar dat doet er niet toe voor mij. Het past in de verzameling van The Moody Blues en dat is het enige belangrijke. De tweede elpee is min of meer nieuwsgierigheid. Het is het album 'Demons And Wizards' van Uriah Heep (Duitsland, Island, 1973). Naast 'Easy Livin' zal ik weinig anders horen van de plaat.

Een jaarlijks terugkerend fenomeen is de rommelmarkt op De Overkluizing in IJlst. We hebben het dan over de jaren tachtig en negentig. De tijd voordat de Rova de afvalverwerking overneemt van de gemeente en dat het kostbaar is om rommel te dumpen. Opvallend is dat de gemeente Westerveld, waar ik nu woon, nog erg voordelig blijkt te zijn met het inleveren van afval en dus loont het de moeite voor een club om een rommelmarkt te organiseren. Komende zaterdag is in Uffelte eentje van de lokale korfbalvereniging. Hopelijk later meer daarover, want ik ga zeker een kijkje nemen! IJlst treft het in 1991 niet want de regen komt met bakken uit de hemel. Toch heeft de rommelmarkt een reputatie en dat levert veel wachtenden op voor de hekken. De singles worden voor mijn neus verkocht en dan stort ik me op de elpees. Naderhand vind ik de twee van Village People die de opkoper van de singles (ik herinner me 'Venus' van Shocking Blue) over het hoofd heeft gezien. Ten eerste is daar het album 'Milk And Honey' van John Lennon & Yoko Ono (NL, Polydor, 1984). Lennon heeft omstreeks 1980 de smaak te pakken en neemt tal van demo's op die niet worden gebruikt voor 'Double Fantasy'. Yoko neemt deze tapes en maakt ze verder 'af'. De critici zijn niet allemaal even lovend over de plaat, maar ik hou wel van 'underdogs'. De volgende plaat is wederom een kwestie van nieuwsgierigheid. Het zal ruim een jaar duren voordat ik het echt op waarde weet te schatten: 'Live Convention' van Fairport Convention (NL, Island, 1974). Sandy Denny keert in 1974 terug op het vertrouwde nest van Fairport Convention. Alvorens ze het album 'Rosie' opneemt, onderneemt Fairport eerst een tournee waarbij vooral de favorieten van 'What We Did On Our Holidays', 'Liege And Lief' en 'Unhalfbricking' centraal staan. Deze elpee is een matig document van deze tournee. De derde elpee dank ik aan niemand minder dan Henk Westbroek. Hij laat me in 1991 kennis maken met het aanstekelijke 'Let's Jump The Broomstick' van Brenda Lee dat eveneens vertegenwoordigd is op 'Dynamite!' (NL, MCA, 1974). 'Bigelow 6-200' is een andere fijne rocker op de plaat, maar helaas is de rest vooral het sentimentele ballade-werk waarmee Lee in de begin jaren zestig scoort.

Tegelijk met het optreden van The Moody Blues in Den Haag vindt in Bolsward een eenmalig blues-festival plaats. De poster van het evenement haal ik nog eens van een bushokje en zal jaren op mijn slaapkamer hangen. De grote naam op de poster is Ten Years After, de groep die ik sinds een maand ook van 'Woodstock' ken. Sunrise heeft een heruitgave staan van 'Cricklewood Green' (NL, Chrysalis, 1976?) staan, een album dat oorspronkelijk in 1970 is uitgebracht. Het bevat eveneens een titel welke ik uit het Hitdossier ken: 'Love Like A Man'. Dat is in 1970 de enige Top 40-hit voor de groep uit Engeland. Toch raak ik middels 'Cricklewood Green' meer gehecht aan de lange album-versie. Het moet mezelf gaan interesseren voor de blues, maar helaas zal dat nooit een gelukkig huwelijk worden. En dan zeker niet het macho-gitaar-geweld van Alvin Lee en dergelijke. 'Love Like A Man' is echter een nummer dat ik nog geregeld draai in 'The Vinyl Countdown' en dan van deze elpee.

Volgende maand mag ik één elpee in het zonnetje zetten, de enige aankoop op 33 toeren uit juli 1991. Daat staat dan wel weer een berg singles tegenover en ook daaraan hebben we in juni 1991 geen gebrek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten