woensdag 28 december 2022

Een leven met moeder


'Je bent vast niet naar de feesttent geweest?'. Dat is één van de eerste grapjes van het nieuwe jaar als ik met moeder bel. Nee. Ze is ongemerkt het nieuwe jaar in gegaan als ik me goed herinner. Ze is moe en gaat slapen en wordt pas wakker als het nieuwe jaar is aangebroken. We hebben een jaar geleden natuurlijk het vuurwerkverbod en kinderen uit Jutrijp zijn van huis uit nóóit ondeugend en houden zich dus aan de regels. Voordat ik wil terugkijken op fiets- en wandeltochten van 2022 en de 'Eindstreep' wil ik eerst even stil staan bij moeder. Zij zal ervoor zorgen dat 2022 voor altijd bij me zal blijven. Ik denk dat in de komende dagen wel duidelijk gaat worden dat ik méér met 2022 heb dan met 2021. Ofwel... het is weer een 'even' jaar want ook 2016, 2018 en 2020 gaan als bijzondere jaren mijn geschiedenisboeken in. Als er een bekende artiest komt te overlijden, doe ik dikwijls 'Een leven met...' waarin ik niet zozeer in ga op de biografische details maar vooral de impact die een artiest al dan niet heeft gehad. Hetzelfde wil ik nu proberen toe te passen op mijn moeder. Niet de informatie die je op haar Wikipedia-pagina zou kunnen vinden als die had bestaan. Voor de illustratie zoek ik iets van moeder en kind in het dierenrijk. Ik vergelijk mijn moeder of mezelf niet met een dier maar ik vind deze foto wel erg treffend.

Hoewel ik haar soms wel drie keer in de week even bel, zien we elkaar soms niet vaker dan drie keer per jaar. Tot 2020 zijn er een paar 'tradities'. Als Hemelvaartsdag niet samen valt met de meivakantie en ze met mijn zus naar Denemarken is, kom ik op de woensdag bij haar en vertrek meestal op Hemelvaartsdag in de middag. Met de verjaardag ben ik altijd present ook al is dat van 2020 steevast een paar dagen of een week later. Tenslotte hebben we tot en met 2019 de traditie met kerst. Op Eerste Kerstdag eten we dan bij mijn zus en ga ik met haar naar huis. Tweede Kerstdag vier ik dan met moeder en ga op de avond weer terug. Je zou verwachten dat corona roet in het eten heeft gegooid in de afgelopen twee jaren, maar toch is dat niet het geval. In 2020 ben ik gewoon erg moe en word bovendien sneeuw en ellende verwacht. Vorig jaar is het kerst op zaterdag en zondag en moet ik de maandag weer beginnen. Dit jaar ben ik voor het eerst sinds 2019 weer met Hemelvaart langs geweest. Ook dan lonkt er al iets van afscheid. Als moeder een aanleunwoning kan krijgen, gaat ze verhuizen en dan kan niet alles mee. Op Hemelvaartsdag maak ik een kast met spullen van mezelf leeg.

Moeder en ik komen aan gespreksstof niet tekort. Zeker op Eerste Kerstdag als we bij mijn zus vandaan komen, wil het opeens thuis zo gezellig worden dat het wel eens héél laat wordt. Voor mijn moeder haar doen. Het wordt de laatste jaren wel iets minder. Ze kijkt journaal, luistert naar nieuws op de radio, kijkt zowel naar Omrop Fryslân als het nieuws van RTV Drenthe en leest de krant. Soms ontstaan er 'rare verhaaltjes' waar ze zelf helemaal van overtuigd is dat ze waar zijn. Zo vertelt ze me een van de laatste keren dat een vriendin van mijn zus stiekem foto's in het huis komt maken maar dat mijn zus daar niets vanaf mag weten. Het verhaal gaat me het ene oor en de andere weer uit. Ze heeft wel vaker van deze verhaaltjes. Dan blijkt het opeens tóch waar te zijn en wil een vriendin van mijn zus een fotoboekje maken ter ere van haar verjaardag. De broers hebben ook allemaal een exemplaar gekregen en ik ben pas met kerst er klaar voor om het te openen. Prachtig boekje maar alleen voor onze ogen bestemd. Haar lens is gevallen op hele herkenbare dingen van 'thuis'. Het doosje lucifers van Zwaluw bijvoorbeeld dat standaard naast het gasstel ligt. Ook een paar actiefoto's van moeder terwijl ze op de praatstoel zit. Met haar handen laat ze zien hoe groot iets was. 'Nou moeder, dat is overdreven, het moet een stuk kleiner zijn geweest'. 'Okay, zo groot dan. Je zit me weer te plagen'.

Als kinderen kunnen we niet verantwoordelijk worden gehouden voor haar grijze haren want die heeft ze al als mijn oudste broer wordt geboren. De jaren zestig op het platteland... als haar grijs wordt dan is dat nu eenmaal zo. Ook al ben je dan nog maar vijfentwintig. Als ze haar blonde haar had gehouden tot in de jaren zeventig, dan was ze ook grijs geëindigd. 'Zorgen' is iets dat synoniem staat aan moeder. Zorgen voor anderen maar zich vooral ook erg zorgen maken over de kinderen. Het moeilijk kunnen loslaten. Dat heeft wel eens beklemmend gevoeld en er is zelfs een tijdje geweest dat ik daar niet zo goed tegen kan. Haar ziekte van 2015 heeft dit nog verder doen afnemen en dat geeft me in zekere zin rust. Moeder kan weer gewoon moeder zijn en hoeft niet mijn agenda in de gaten te houden. Ik geef eerlijk toe dat ik haar genoeg heb gegeven om zorgen te maken. Ik had graag het geluk van Mossley met hen willen delen, maar moeder is vooral blij als ik weer binnen de landsgrenzen ben. Zoonlief wil van de wind leven terwijl we niet zo zijn opgevoed. Als hij eindelijk aan het werk is, zijn er nog de problemen met alcohol en wat hij zoal meer tot zich neemt. Sinds 2009 zit er weer een stijgende lijn in ons contact. Hoewel ik de afgelopen jaren tal van keren minder goed in mijn vel heb gezeten, mag moeder daar niets van weten. Dát wil ik haar niet meer aan doen! Ik bel haar dus op mijn beste momenten en tegen het einde van het gesprek zegt ze steevast: 'Je klinkt zo gelukkig! Dan is moeder ook gelukkig'. In werkelijkheid zit ik dan thuis met een depressie en wil de zon maar niet schijnen voor mij.

De telefoongesprekken zijn frequent. Twee tot drie keer in de week. Soms één keer per week maar dat gebeurt niet vaak. De laatste jaren probeer ik het steeds 'luchtiger' te houden. Als ze over corona wil beginnen, wimpel ik het snel af. Daar zijn we het niet over eens. Ik vertel vooral over fietstochten, over het wandelen in de omgeving en leuke dingen die ik tijdens mijn werk heb meegemaakt. 'Hier gebeurt ook niet zoveel', zegt ze dan. Soms een oud-dorpsgenoot die ons is ontvallen en die ik maar zelden voor de geest kan halen. Ze komt in het laatst nog zelden buiten en is het liefste thuis. Thuis in een huis vol herinneringen. Ze zou in oktober precies een halve eeuw in het huis hebben gewoond. Het huis werd haar vooral in de laatste jaren té groot en de trap naar boven wordt steeds meer een bron van angst voor ons als kinderen. Ze beseft zelf dat een gelijkvloerse woning het beste zou zijn en toch hikt ze enorm op tegen een verhuizing. Als ze wordt opgenomen in het ziekenhuis wordt bekend dat er een kamer vrij is. Een week later zal blijken dat ze helemaal niet meer zelfstandig kan wonen.

In september zie ik haar voor het laatst. Dat is een legendarische middag gebleken. Een week eerder heb ik al tot tranen toe 'afscheid genomen' en deze middag is 'gewoon een bezoekje'. Ik haal koffie en een koek om het nét echt te laten lijken. We praten zoals normaal over van alles en nog wat, lachen soms om een grapje of een leuke opmerking en bij het afscheid knuffel ik nog eenmaal met haar. De knuffel die ik twee jaar heb moeten missen uit vrees voor corona (de vrees van mijn moeder wel te verstaan...). Ik heb genoeg uitgespookt in het leven om nooit meer een knuffel te verdienen maar desondanks heeft moeder altijd weer een knuffel voor me. En nu... is het ruim twee maanden later en is het bijna hetzelfde als met vader. Ik heb eens een stoet ouderwetse vrachtauto's gefotografeerd omdat ik deze aan vader wilde laten zien. De man was net een half jaar ervoor overleden. Nu heb ik geregeld iets dat ik denk 'Dat wil ik moeder vertellen'. Of... 'Zal ik moeder straks proberen te bellen?'. Hoewel ik haar niet meer kan bellen, heb ik het gevoel dat ze voortdurend in de buurt is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten