zaterdag 31 juli 2021
Eindstreep: juli 2021
Wordt vervolgd... Een maandelijks terugkerend item is de single van Pama International. Ik begin er zo langzamerhand een hard hoofd in te krijgen, want ik heb de band op alle manieren geprobeerd te benaderen maar nul respons. Ik vrees dat ik geen Paypal-claim meer kan beginnen en zal de tien Britse ponden (of daaromtrent) maar als verlies moeten aanvaarden. Het enthousiasme om de band nu nog te promoten in mijn shows is ook wel een beetje weg, hoewel de groep nog altijd uitstekende muziek maakt. Deze reken ik vanaf nu niet meer mee en als die ooit nog eens arriveert, dan is het alleen maar mooi meegenomen! Op dit moment wacht ik op twee bestellingen vanuit Engeland en heb ik een 'pre-order' geplaatst op de volgende single op het Tesla Groove-label. Deze gaat pas eind augustus op zijn vroegst verschijnen, maar het label heeft de laatste maanden nog altijd last met de perserijen. Het maakt voor de 'Eindstreep' niet zoveel uit want ik heb weer genoeg te kiezen. Een partij van Mark en een kringloopvangst in Steenwijk plus nog een paar losse bestellingen. Een aantal daarvan krijgen jullie binnenkort in een 'Singles round-up', als de overige twee zijn gearriveerd.
Ik tel voor de maand juli 37 singles. De Blauwe Bak wint met 21 singles en daarbij zitten niet de twee die onderweg zijn en de Tesla Groove-single. Ik kan elf nieuwe titels toevoegen aan de Gele Bak en deze singles gaan alvast mee voor de Gele Bak Top 100 van 2022. Voorts heb ik nog vijf dubbele singles. De top tien laat zich tamelijk eenvoudig samenstellen en zou er als volgt uit moeten zien.
1. Somebody Help Me - Larry Birdsong
2. Maybe I'm A Fool - Eddie Money
3. Outta My Mind - The Freedom Affair
4. I'm Gonna Pick Up My Toys - The Devonnes
5. Hey Little Girl - Icehouse
6. Been So Long - Lil' Soul Brothers
7. This Feeling Of Loneliness - Cliff Nobles
8. 78th Avenue - Earth & Fire
9. Let Me Love You - Kenyatta
10. Mind Of A Toy - Visage
vrijdag 30 juli 2021
Gele Bak Top 100: The Pink Floyd
Na twee of drie weken noeste arbeid heb ik alweer een week vrij. Dat komt omdat ik momenteel nog alleen woensdag en vrijdag werk en komende woensdag vrijaf heb genomen. Onze moeder is afgelopen maandag jarig geweest en omdat ik haar al meer dan een jaar niet heb gezien, wil ik haar graag los van de overige familie ontmoeten. Het is aanvankelijk de bedoeling om afgelopen woensdag of gisteren te gaan, maar dat wordt lastig om te regelen op het werk. Komende woensdag lijkt het weer ook niet onaardig. Een aanwezige zuidwester maar nog wel met fraaie temperatuur en zonneschijn. Met andere woorden: Woensdag ga ik met een gehuurde elektrische fiets naar Jutrijp. Vandaag en woensdag heb ik twee keer geluk gehad met regenbuien. Alleen woensdagmiddag een kort buitje deels op mijn kop gehad, maar gelukkig mag ik bij mensen onder de patio schuilen. Ik ben vanmiddag net terug op de zaak en zit te genieten van een kop koffie als de regen en het onweer losbarst. Goed, dan kom ik nu tot de ontknoping in de Gele Bak Top 100. Wat staat er dit jaar op nummer één? Natuurlijk hebben jullie de kop en de foto al gezien en weten jullie de uitkomst. De strijd gaat vooral tussen Cuby, Nirvana en Pink Floyd. McGuinn, Clark & Hillman is erg verrassend nog tussen Cuby en Pink Floyd gekropen. Dat had ik niet zien aankomen, maar het klopt achteraf gezien helemaal. De nummer 1 van de Gele Bak uit het seizoen 2020-21 is 'See Emily Play' van The Pink Floyd uit 1967.
Nu zou ik kunnen beginnen aan een geschiedschrijving van Pink Floyd, maar... dat weten jullie allemaal wel. Als je het nog niet weet dan is het tamelijk eenvoudig om de geschiedenis van de band te vinden. Ik zou eveneens 'een leven met Pink Floyd' kunnen doen. Ik zou kunnen beginnen met 'Another Brick In The Wall' met de 'enge' clip voor een vierjarige. Maar ook hoe 'On The Turning Away' één van de eerste singles in mijn verzameling is. En dat mijn discman met cd van 'Dark Side Of The Moon' ooit is gestolen en ik een paar jaar geleden een discman op de rommelmarkt in Uffelte heb gekocht met daarin de cd van 'Dark Side Of The Moon'. Nee, het is niet dezelfde discman. Ik kies er uiteindelijk voor om heel specifiek te kijken naar deze single en de rol welke het nummer in mijn leven heeft gespeeld.
Mijn voorman in de post is een enorme Pink Floyd-fan. Hij luistert dagelijks naar één van de vele concerten welke online zijn te vinden. Hij moet niets hebben van de Syd Barrett-periode. Andersom is hetzelfde aan de hand. Ik prefereer de eerste elpee en de singles met Syd Barrett, maar verlies na 'Ummagumma' en 'Atom Heart Mother' definitief mijn interesse. Natuurlijk! Ook bepaalde latere albums van Pink Floyd zijn absolute statements. Ik voorspel dat de lange uitgesponnen instrumentale stukken van Pink Floyd in 2050 nog wel eens op Radio 4 te horen kunnen zijn. Er zijn legio muzikanten en bands die de sound na-apen (zonder verbindingsstreepje en puntjes op de tweede 'a' doen we al sinds 1996 niet meer), maar een echt 'antwoord' komt er maar niet. Maar waar de muziek overloopt van de pretenties wordt het voor mij al snel lachwekkend. Het is immers nog wel gewoon popmuziek. Het muzikale onderhoud voor mensen die het niet zo hebben staan op violen en operazangeressen en de vijftienduizendste uitvoering van een klassiek meesterwerk dat nergens is aangepast aan de tijd.
Andy Partridge van de band XTC formeert in de midden jaren tachtig de band The Dukes Of Stratosphear. Een band waarmee hij een eerbetoon wil brengen aan de muziek van 1968, zijn ultieme favoriete muziekjaar. Dan met name de psychedelica uit 1968. Hoewel ik de narcotische spaarkaart tussen 2005 en 2009 redelijk heb aangevuld, doel ik met psychedelica op de muziek en niet het drugsgebruik zélf. Het maakt niet uit of ik nu tot mijn oren in de soul zit of de avant garde of dat ik op een metalfestival rond loop... Voor psychedelica heb ik altijd tijd en aandacht. Het begint voor mij allemaal in 1991 met 'I Had Too Much To Dream Last Night' van The Electric Prunes. De vreemde geluidseffecten, de kletterende drums en de snijden fuzzgitaar... hier moet ik meer vanaf weten. Natuurlijk heeft The Moody Blues me al een beetje ingewijd en dan met name het nummer 'Best Way To Travel' op 'In Search Of The Lost Chord'. Ik hoor omstreeks 1991 iemand vol lof spreken over Pink Floyd, maar legt de nadruk erop dat hij niets op heeft met de 'lelijke muziek' uit de tijd van Syd Barrett. Ik kan het wel begrijpen. Als ik de lange nummers op bijvoorbeeld 'Wish You Were Here' in gedachten neem en ik vergelijk dat met 'Astronomy Domine' of 'Pow R Toc H' dan zijn de laatste twee té ruig en ongecompliceerd. Onder Syd Barrett is Pink Floyd één van de eerste 'beginnende' bands die afdwingen bij de platenmaatschappij dat ze geen singles op het album willen hebben. De singles is een heel ander verhaal.
Partridge spreekt met passie over de psychedelische muziek van 1968. Het is de kunst van de kinderlijkheid. Hoewel de popmuziek volwassen is geworden, kun je in 1968 opeens weer zingen over vliegende blauwe olifanten met oren van propellers. In een wereld waar de dreiging heerst van kernwapens kun je je enerzijds overgeven aan de geneugten van de verdovende middelen en het een extra uitwerking geven door je in de wereld te begeven van de psychedelische bands. Geluidseffecten die van links naar rechts schieten op de koptelefoon en de rijmpjes van een kleuter met een grote fantasie als teksten. De Dukes-leider is zelf nog maar een kind als hij in 1968 naar de radio luistert en ook zonder verdovende middelen is dit 'zijn' muziek.
'See Emily Play' heet in de oer-versie overigens 'Games Of May'. Het is de tweede single van The Pink Floyd, zoals de band dan nog officieel heet. Het is namelijk ooit begonnen als The Pink Floyd Set waarbij Pink een verwijzing is naar Pink Anderson en Floyd afkomstig is van Floyd Council. Twee obscure blueszangers waar de leden 'fan' van zijn. 'Arnold Layne' kent wat een moeilijk begin als eerste single doordat de BBC er een ban op zet. Het zijn echter de Engelse zeezenders en de publiciteit welke de plaat in de top tien doen belanden. Ook 'See Emily Play' gaat de Engelse top tien in. Hoewel Engeland op dat moment bizarre regels heeft welke fotohoesjes van singles verbieden, verschijnen de vroege Pink Floyd-singles in enkele gevallen mét fotohoes. Die zijn niet te betalen! Maar ook een gewone Engelse Columbia in het labelhoesje is verre van goedkoop. De beide Pink Floyd-singles zijn de duurste platen die in de Engelse top tien terecht zijn gekomen. Ik heb 'See Emily Play' sinds 1995 op de elpee 'Relics', maar ergens wil ik het graag nog eens in de originele mono-persing hebben. Ik zoek ruim een kwart eeuw zonder resultaat naar beide Pink Floyd-singles. Althans... ik wil ze voor een paar kwartjes hebben. In maart ben ik er opeens helemaal klaar voor. Ik moest met een aantal singles maar eens door zetten en richting prijzen gaan die ik normaliter niet zou besteden aan een single in de Gele Bak, maar welke in de Blauwe Bak gemeengoed zijn geworden. Zo kom ik dit fraaie exemplaar tegen op Discogs voor twintig euro. Een hoop geld, maar voor minder heb je niets. Met Cuby moet ik nóg een tandje hoger qua prijs.
Het gebeurt nog steeds... bij het intro en een blik op de ronddraaiende single krijg ik een brok in de keel, gevolgd door een warme deken van kippenvel. Dat heb ik beduidend minder bij Cuby en dat maakt Pink Floyd tot een iets grotere favoriet. Nirvana moet het met een vierde plek doen omdat ik héél stiekem de single al anders heb (gehad). Hij is momenteel onvindbaar en dus beschouw ik de Zweedse mono-single als een nieuwe aanwinst.
Gele Bak Top 100: 10-2
Bij de eerste schets van de Gele Bak Top 100 van dit jaar zouden we dit weekeinde nog maar halverwege de lijst zijn. Ik ben eigenlijk wel blij dat ik het op deze manier heb gedaan. Vandaag nemen we immers afscheid vande Gele Bak Top 100 met twee berichten. Eerst de nummers tien tot en met twee zoals ik die de afgelopen weekeinden aan jullie heb gepresenteerd. Ook is het traditie dat de nummer 1 een apart bericht krijgt. Is er nog iets dat ik wil noemen in de inleiding? Ja, ik hoor vanavond over storm Evert welke op komst zou zijn. Alleen... ik vraag me af: Hebben we niet eerder een storm Evert gehad? Het komt me namelijk zo bekend voor? Je moet blijkbaar trots zijn als zo'n brok natuurgeweld naar je wordt genoemd. Evert zou een eerbetoon zijn aan Elfstedentochtwinnaar Evert Van Benthem. Mocht het KNMI ooit een aantal bloggers willen eren en ze lezen dit: Storm Gerrit mag worden overgeslagen. Dank u! Mooi, dat is me van het hart en dan kan ik nu verder met de top tien met uitzondering van de nummer 1. Deze krijgen jullie in het volgende (langere) bericht.
10. Kingston, Kingston - Lou & The Hollywood Bananas (NL, WEA WEAN-18.038, 1979)
9. Captain Of Your Ship - Reparata & The Delrons (UK, Old Gold OG 9504, 1968, re: 1985)
8. Chestnut Mare - The Byrds (NL, CBS 5322, 1970)
7. I'm The Urban Spaceman - Bonzo Dog Band (UK, United Artists UP 36397, 1968, re: 1978)
6. Hand Me Down World - The Guess Who (NL, RCA Victor 74-0367, 1970)
5. Downtown - One 2 Many (Duitsland, A&M 390 377-7, 1988)
4. Rainbow Chaser - Nirvana (Zweden, Island WIP 6029, 1968)
3. Back Home - Cuby+Blizzards (NL, Philips JF 333 586, 1966)
2. Don't You Write Her Off - McGuinn, Clark & Hillman (NL, Capitol 5C 006-85837, 1979)
donderdag 29 juli 2021
(Kn)uffelt(j)e: 29 juli 2021
Ik heb zojuist 'Afterglow' afgesloten en zit nu in dubio. Ik wil wel gaan slapen en heb niet zoveel zin om nog naar boven te lopen en een foto te maken voor 'Het zilveren goud'. Bovendien ben ik té voorbarig geweest met 'de liefde', want dit speelt eigenlijk pas in augustus. Omdat ik rekening had gehouden met de vakantie heb ik slechts drie afleveringen voor augustus klaar staan, wellicht dat ik het ontbrekende deel volgende week doe. of ze helemaal door schuif naar september. Het zijn immers toch maar platen die ik vóór juli 1996 heb gekocht. In de augustusmaand presenteer ik jullie dan alleen singles die ik in augustus 1996 heb gekocht. Ik moet morgen niet vergeten om batterijen te halen voor de camera, want die zijn bijna leeg. Morgen presenteer ik jullie dan de nummers 10 tot en met 2 en kan de nummer 1 op een apart bericht rekenen. Dat ben ik in gedachten al aan het schrijven. Vandaag een foto uit de oude doos. Op Paasmaandag 22 april 2019 loop ik een flink eind door 'de achtertuin'. Eerst via Holtinghe naar Havelte voor een paar boodschapjes en vervolgens via het Uffelter Binnenveld weer terug. Als ik bij de hooiberg aan de Dorpsstraat ben, kan ik het huis ruiken en neem deze foto. Hoewel de bomen nog niet volledig in bloei staan, kun je de boerderij nog net niet zien. Het brengt wel een mooie herinnering naar boven en dus mag deze boven deze kattenbel prijken. En nu gaat de twee meter gezelligheid maar eens in de horizontale ruststand. Tot morgen!
woensdag 28 juli 2021
Week Spot: Viola Wills
Het is verleidelijk om 1976 nog eens over te doen, maar waarschijnlijk stel ik dat uit tot volgend jaar. Ik heb in het eerste jaar van de 'Vinyl Summer Spirit Of' al een paar favoriete muziekjaren gebruikt. Dit weekend zet ik in het teken van 1975 en dat heb ik al eens eerder gedaan, maar dan in een andere vorm. Rond mijn 45e verjaardag, vorig jaar, heb ik eens 45 singles gedraaid in 'Do The 45'. Ik heb een 'Tuesday Night Music Club' op mijn verjaardag en vul deze show met de algemene singles uit 1975. Dit weekend doe ik het dunnetjes over. Ik heb in de laatste zestien maanden genoeg 'nieuwe' titels uit 1975 in de Blauwe Bak gekregen en ook zondag zie ik met vertrouwen tegemoet. Dan de keuze voor een Week Spot. Ik zou op zoek kunnen gaan naar een recente aanwinst uit 1975 en deze zijn er best wel. Ik denk alleen al aan 'Love Is Like A Checkerboard' van Catherine Miller, hoewel ik de keerzijde (uit 1977) eigenlijk ietsje beter vind en deze wellicht als latere Week Spot wil houden. In de lijst van de Blauwe Bak-singles van 1975 valt mijn oog meteen op een plaatje dat ik in 2013 heb gekocht, net als The Autographs van vorige week. Een plaatje dat nog altijd gruwelijk ondergewaardeerd is in mijn beleving. De Week Spot is deze week 'Set Me Free', een b-kant van Viola Wills uit 1975.
Hoewel ik gisteren onverwacht nog een anderhalf uur extra radio heb gemaakt omdat mijn 'buurman' technische problemen heeft, zal ik nooit meer zo ambitieus worden als dat ik ben in september 2013. Ik maak dan bijna een jaar shows voor Wolfman Radio, maar ben slechts drie maanden 'live'. Ik heb dat al gevierd met de 'one-off' 'Drive-In Saturday' welke zal uitmonden in 'The Vinyl Countdown'. Ik doe tijdelijk 'Floor Fillers' in de diepe nacht van zaterdag op zondag. Even een tijdelijke dance-show welke dan bij tijd en wijle al een molensteen om mijn nek dreigt te worden. In september 2013 fiets ik op mijn vrije woensdagmiddag via Dwingeloo en Pesse naar Hoogeveen. Onderweg maak ik verschillende concepten voor toekomstige radioshows. Ik vergeet in het overzicht nog 'Subspace', de 'one-off' waar sommige luisteraars het acht jaar later nog steeds over hebben. Ik ga, achteraf gezien, voor het laatst naar de grote kringloopwinkel in Hoogeveen waar ik in mie 2011 ook al eens ben geweest. Deze middag tik ik maar liefst twee singles op de kop op het Good Ear-label en beide hebben ze in de Blauwe Bak gestaan. Uiteindelijk is het alleen Viola Wills welke mag blijven en dan vooral vanwege 'Set Me Free'. Ik ben in 2013 nog aardig Northern Soul-georiënteerd in 'Do The 45' en dan is het lastig te 'verkopen'. Nu past het echter veel beter in de line-up.
Viola Mae Wilkerson. Dat is haar volledige naam. Ze komt op 30 december 1939 ter wereld in het Watts-district van Los Angeles. Over haar jeugd is weinig bekend en we zullen niet ontdekken waar ze het zingen heeft geleerd. Ze blijkt als tiener al wel kundig te zijn in een andere discipline. Voordat ze 21 wordt, heeft ze namelijk al zes kinderen. Ze wordt in 1965 ontdekt door niemand minder dan de 'Walrus Of Love': Barry White. Dankzij hem krijgt ze een contract bij Bronco Records en dit resulteert in een handvol singles. Ik luister net even naar haar eerste single, 'I Got Love', welke is geschreven en gearrangeerd door White en dat klinkt niet verkeerd! Hoewel het lekker stampt, zal het nimmer een grote speler worden in de Northern Soul. Nadat ze in 1967 de zak heeft gekregen bij Bronco gaat Wills zich meer toeleggen op het verzorgen van achtergrondzang. Dat doet ze onder andere bij Smokey Robinson en Joe Cocker. De laatste zorgt ervoor dat ze in de midden jaren zeventig in Londen terecht komt. In de tijd dat ze met The Sanctified Sisters mee doet op Cocker's platen, neemt ze een solo-album met met louter eigen werk: 'Soft Centres'. De muzikanten uit de band van Joe Cocker zorgen voor de muziek. Van dit album worden in Engeland meerdere singles getrokken en 'Set Me Free' is de b-kant van de tweede.
Ze tekent daarop een contract bij Arista, nog in de periode dat ze in London woonachtig is. In 1977 komt ze met een single met al een disco-gevoel, maar het zal in het niet staan bij haar grote doorbraak in 1979. Dat gebeurt als ze eerst 'Gonna Get Along Without You Now' op de plaat zet. Ariola-Hansa zorgt uiteraard ook voor een lange 12"-mix en de plaat verovert de discotheken. Haar andere twee successen zijn eveneens covers: 'If You Could Read My Mind' (van Gordon Lightfoot) en 'Up On The Roof' (van The Drifters). In 1982 is ze weer teruggekeerd in Amerika en stapt ze in het huwelijksbootje met Robert Chappell Ashmun, haar tweede manager. Een jaar later vormt het paar een platenlabel. Ze durven het uiteraard niet aan om de initialen van Ashmun te gebruiken en dus wordt het RVA (Robert Viola Ashmun). Wills heeft vreemd genoeg nimmer een Amerikaanse hit, maar met name de Europese hits vinden hun weg naar de populaire homo-discotheken waar ze een soort van cultheldin zal worden. Met name in Engeland is in de midden jaren tachtig nog altijd een markt voor stampende disco en hier zal ze nog geruime tijd in beeld blijven middels plaatjes op onder andere Streetwave. Op 6 mei 2009 overlijdt ze aan de gevolgen van kanker en is dan pas 69 jaar jong. Ze laat een man, zes kinderen, eenentwintig kleinkinderen en acht achterkleinkinderen.
Ik herinner Viola Wills deze week niet met een ordinaire disco-stamper, maar een plaatje dat eerder grenst aan pure pop. Het zijn de 'laidback groove', de gospel-invloeden en de ARP-synthesizer die voor mij het nummer 'maken'. Het is in de loopbaan van Wills een echte 'underdog', maar goed genoeg om de Week Spot te mogen heten.
dinsdag 27 juli 2021
Van het concert des levens: 1980
Hoezo een foto? Ik kan ook net zo goed verder gaan met 'Van het concert des levens'. De serie gaat me jaren kosten in het huidige tempo. Dat is fijn, want zo heb ik een rubriek waar ik altijd op terug kan vallen als de inspiratie ontbreekt. Mijn allervroegste herinnering is van 1978, maar ook bij 1980 krijg ik al duidelijke beelden. Ik ben dan een ukkie van vijf jaar oud als ik de buurt onveilig maak met 'Moto'. Het is de voorloper van een trike, maar dan met trapaandrijving hoewel ik daar de voorkeur geef aan de Flintstones-methode. Er loopt een volledig trottoir rondom en dat is mijn persoonlijke circuit van Monaco. Hoewel ik geen recordtijden vast leg, want bij de roodwitte hekjes moet ik even kijken naar het exotische wegverkeer dat voorbij komt. Ik heb op jonge leeftijd een enorme interesse voor auto's. Ik kan ze nog niet benoemen bij merk en type, zoals een paar jaar later, maar ik kan daar tijden naar de weg kijken. Geen haar op mijn hoofd dat erover denkt om van het trottoir te gaan, want de sociale controle is groot en moeders' handen hard. Ik start 'Moto' nog één keer voor 'een rondje om de buurt'. Frisismen zijn een bonus!
Ik let er anno 2021 helemaal niet meer op. Doe ik het nog steeds? Rolt de 'R' lang door? Probeer ik juist de 'R' te vermijden in de articulatie en wordt het een 'J'? Als kind is de 'R' al problematisch en nu heb ik ook nog twee van die dingen midden in mijn naam. Ik geloof dat ik als kind mezelf vaak heb voorgesteld als 'Gejjut' en dat de mensen wel begrepen dat ik Gerrit heette. Jaren later heb ik een gemotoriseerde 'Moto' met voorwielaandrijving en krijg ik in de omgeving van Steenwijk de bijnaam 'Solex'. Het resultaat leeft voort in de naam van dit blog, want na vele dj-namen besluit ik in 2005 om mezelf maar 'Soul-X' te gaan noemen. Ik geniet jaren lang van de naam, maar erger me inmiddels wel wee eens als ik door Steenwijk fiets en plots iemand 'Hee Solex' roept. Vaak zijn het ook mensen die ik heb gekend, maar die ik liever in de verleden tijd wil houden. Ik kan me herinneren dat ik als kind dikwijls kwaad word als iemand me anders aanspreekt dan bij mijn eigennaam. Dat begint al als 'Saartje' nadat ik met mijn hoofd in de salontafel ben gedoken. De SRV heeft op dat moment een actie met petjes en ik krijg dus zo'n hoofddeksel dat als helm kan dienen tijdens mijn motorritjes op het trottoir.
In 1980 wint Joop Zoetemelk de Tour De France en hij draagt vaak een wit petje. Tot mijn grote ergernis gaan buurtgenoten mij aanspreken als Joop Zoetemelk. Een oudere vrouw 'op de achterbuurt' heeft een zoon in Duitsland en deze bezoekt zijn moeder regelmatig. De gele Opel Ascona met de witte kentekenplaten blijft me verbazen. Hij is zijn auto aan het wassen als ik op 'Moto' voorbij kom. Hij noemt me Joop Zoetemelk en opeens gaat het luchtalarm af, terwijl het niet de eerste maandag van de maand is. In tranen sjees ik terug naar moeder. Ik vertel haar wat er is gebeurd. Ik heb de 'vervelende man' weken lang niet gegroet en voel nog steeds een ergerlijk gevoel opborrelen als ik aan hem denk.
Jutrijp is slechts een klein dorp en dan vooral de voor- en achterbuurt. Toch nog even uitleggen: De straat waaraan wij wonen, de Wite Jofferswei, heeft een aansluiting op de Riperwei, de doorgaande weg van Sneek naar Spannenburg. De Sinnewar is aan de achterkant van de Wite Jofferswei en heet in Jutrijp 'de achterbuurt', zonder dat het denigrerend is ten opzichte van de bewoners. Leuk detail is dat de straatnamen zijn verwisseld. De Wite Jofferswei is genoemd naar 'De Witte Juffer', een molen die aan de kant van de Sinnewar heeft gestaan. De Wite Jofferswei heeft het meeste profijt van de zon en had dus beter 'Sinnewar' kunnen heten. Terug naar 1980. In vergelijking met het Jutrijp van het afgelopen decennium is het in 1980 al stiekem aan het vergrijzen. Er zijn niet veel kinderen van mijn leeftijd. Ik kan soms wel een dag leuk spelen met de zoon van de bakker, maar de volgende dag gaat het vaak al mis tussen ons. Hij is later één van de 'klieren' in mijn klas. Uiteindelijk is alles goed gekomen tussen ons, hoewel ik hem al zeker vijfentwintig jaar niet heb gezien. Verder zijn alleen Bert en Renate van mijn leeftijd en beide verhuizen ze al naar een andere plaats als de basisschool moet beginnen. Ze staan beide nog op de foto van de 'nieuwe' kleuterschool in de groep van juf Hennie. Laat me de schoolverhalen nog even bewaren voor 1981.
Renate is gebleven tot de eerste klas van de lagere school, hoewel ik meen te herinneren dat ze een jaar langer op de kleuterschool is gebleven. Ik heb het wel eens geprobeerd in het begin. Als ik thuis bij haar was, had ik ergens wel het verlangen om eens met de poppen te spelen, maar deze bleven desondanks in het plastic. Renate speelde veel liever met mijn speelgoed. Hoewel de vertraagde motoriek nog niet is vastgesteld in 1980 merk ik wel dat ik 'klungelig' ben ten opzichte van andere kinderen. Ik ben dan ook vrij onzeker. Renate is het tegenovergestelde en ik kijk op tegen haar. Zij durft wel in een boom te klimmen! Hoewel ze in 1981 of 1982 zijn verhuisd, blijven mijn ouders wel contact houden met de familie. Zo verneem ik in de jaren negentig dat Renate heeft besloten om verder als man door het leven te willen gaan. Hij is later getrouwd en is 'bruidspaar van de week' in de krant. Zo heb ik dus nog eenmaal een foto van hem gezien. Resumerend denk ik wel eens dat mijn schooltijd een stukje gemakkelijker was geweest als Renate in het dorp was blijven wonen. Ik weet zeker dat zij 'de klieren' uit de klas wel op afstand had weten te houden.
'Moto', de vervelende Duitser en Joop Zoetemelk komen allemaal tezamen zodra ik 'Anak' van Freddie Aguilar hoor. Dat het ook nog eens over een kind gaat, is iets dat ik pas jaren later ontdek. Ik heb de single al jaren niet meer gehoord terwijl ik het in de collectie heb en luister nu naar de Youtube-video. Ik heb het even 'niks te breed'. Heeft niets met mijn financiën te maken. Ik kan alleen niet vinden of dit een Frisisme is of een verhaspeling. Deze constatering zet het verdrietige gevoel om in een glimlach. Op naar 1981!
Het zilveren goud: juli 1996 deel III
Wellicht later vandaag nog maar even in mijn foto-archief kijken. Of de postbode moet me gelukkig maken met een aantal bestellingen. Hoe dan ook: Er is werk aan de winkel op Soul-xotica. Ik heb enige tijd getwijfeld om twee afleveringen van 'Het zilveren goud' samen te smelten, maar dan opnieuw...? Nadat ik een jaar geleden soms met pijn en moeite 'een verhaaltje' kon bedenken, daar lopen de herinneringen van 1996 over en moet ik even streng te werk gaan als woensdagmiddag voor de deadline bij het Sneeker Nieuwsblad. Het is jaren lang mijn ultieme droom geweest: Het fulltime werken op de krantenredactie. Ik heb van alles geprobeerd maar ik had het zelf nooit voor elkaar gekregen. Ik heb het geluk dat de Sneeker op dat moment in 1996 geen stagiaire heeft en dus kan ik deze plek in nemen voor een half jaar. Tegen het einde van het half jaar meldt zich weer een nieuwe stagiaire en moet ik de plek afstaan. Ik geloof dat de betreffende stagiaire nog altijd in de media in Sneek werkt. In de voorgaande twee verhalen heb ik het over de smeuïge verhalen gehad, maar er speelt ook iets serieus in 1996 dat me bijna mijn droombaantje zou kunnen kosten.
Klopt het dat de bouwvak in 1996 laat valt? Of is het noorden pas als laatste aan de beurt? Hoe dan ook: Het verhaal begint te spelen in augustus 1996, als ik me niet vergis. Een week voor de start van de officiële bouwvak. Ik ben donderdagavond 'voor de lol' de stad in geweest. Waarschijnlijk om een cd te kopen. Zoals jullie merken in 'Het zilveren goud' koop ik niet zoveel singles in 1996 en investeer ik vaker mijn geld in de zilveren schijfjes. Een deel ervan staat op zolder en een heel groot deel is jaren geleden gedoneerd aan de kliko. Ik ben té ruig voor cd's. Ik besluit het boodschapje met een drankje in The Scrum, dan mijn stamkroeg in Sneek. De deur zwaait open en daar stapt Jan binnen. Omdat ik, ook vijfentwintig jaar na dato, mijn tipgever nog altijd anoniem wil houden, noem ik hem Jan. 'Zo, vakantie', zegt Jan als hij aan de bar gaat zitten. Vakantie? Nu al? Dan vervolgt hij zijn verhaal. 'Er is een fout in de fundering vastgesteld waardoor het gebouw waarschijnlijk moet worden afgebroken en weer opnieuw opgebouwd moet worden'. Ik spits mijn oren want ik weet waar Jan de laatste tijd werkzaam is. 'Je gaat er toch niet over schrijven in de krant?', vraagt hij me. 'Het kan me mijn baan kosten als ik word herkend'. Ik beloof hem helemaal buiten het verhaal te houden en niet verder te gaan dan een anonieme bron. Hij is immers niet de enige op de gigantische bouwplaats die hiervan af weet.
Sneek is in 1996 aan een kleine metamorfose begonnen. De voormalige Flexa-fabriek is gesloopt en de plannen zijn ambitieus. Het gebied tussen de brug aan de Oppenhuizerweg en de Oude Oppenhuizerweg moet veranderen in een soort van boulevard. Met aan de rand een peperduur appartementencomplex dat de naam 'Het Venster' heeft gekregen. De bewoners van Sneek zijn nogal verbolgen hierover want de appartementen zijn duidelijk niet gemaakt met het oog op de lokale bevolking. Door de heiwerkzaamheden dreigen de kozijnen van gemeentelijke huurwoningen in het nabijgelegen Sperkhem uit de muur te vallen. In augustus 1996 staat het karkas en nu, volgens mijn bron, lijkt het erop dat het weer tegen de vlakte kan. De volgende morgen breek ik het nieuws op de redactie. Die zijn niet bepaald enthousiast. Ze willen mijn bron weten, maar die heb ik nooit prijs gegeven. De gemeente zegt hoegenaamd van niets te weten en na een halve dag bellen en van het kastje naar de muur heb ik eindelijk de persvoorlichter van de uitvoerder te bereiken. En die wil geen reactie geven. Onze fotograaf komt inmiddels binnen met de foto van het project. Ik krijg meteen dreigementen van mijn collega's. Als het een 'broodje aap' blijkt te zijn, kom ik nooit meer ergens aan de slag als journalist. Bovendien draai ik op voor de kosten van de fotograaf. Maar... ik heb geen enkele reden tot twijfel. De bouwplaats is uitgestorven op vrijdagmiddag en ik vertrouw Jan op zijn woord.
Het artikel wordt gepubliceerd op maandag en slaat in als een bom. De gemeente, normaliter onze beste vriend, uit geen misselijke taal naar de krant. De Telegraaf pikt het verhaal op en zet het op de voorpagina. Het is immers nog komkommertijd. Ook zij weten niet meer los te krijgen van de uitvoerder of de gemeente. De Leeuwarder Courant volgt twee dagen later. Andere media houdt zich angstvallig afzijdig. 'Als de gemeente iets wil vertellen, komen ze wel naar ons toe', is het argument van mijn collega's. Ik heb het niet één keer benauwd gehad. Na de bouwvak is er ook weinig activiteit op het terrein en pas in september of oktober komt de gemeente met een persconferentie. Ik mag er niet naar toe. 'Ga maar vast je spul inpakken, want als blijkt dat het niet waar is, kun je meteen ophoepelen'. Tot verbazing van andere collega's pak ik helemaal niks in. Uren later komt de collega terug. Vuurrood gezicht. 'Gerrit had gelijk'. Rond dezelfde tijd leer ik tijdens een journalistieke cursus dat je 'in de kroeg' vaak nieuwsverhalen kan oppikken. Waarvan akte.
2537 Albatross-Fleetwood Mac (NL, CBS, 1968, re: 1973)
2538 Sie Hat's Gut-Gabriele (Duitsland, Polydor, 1958)
2539 For No One-Wayne Gibson (NL, Columbia, 1966)
2540 Fanfarella-Bert Grayson (NL, Delta, 1962)
Alleen Fleetwood Mac heb ik in juli 1996 aangeschaft. Het is een dinsdag. 's Ochtends moet ik een vooraankondiging voorbereiden van een agrarisch spektakel in Sneek. Ik zal daarvoor op bezoek bij de secretaris van de organisatie. Als ik in Nijland arriveer, zitten vier mannen in hun zondagse pak aan tafel. Ze verwachten dat de fotograaf mee komt, maar we hebben een foto uitgezocht van hetzelfde spektakel van vorig jaar. Ik wil de eerste vraag stellen, als ik in de rede word gevallen. 'Je moet dit en dat zetten in het bericht'. Aamehoela, ik fiets geen tien kilometer om te worden gedicteerd. Het gesprek verloopt erg stroef, maar ik heb de informatie voor het bericht. 'We moeten het eerst wel lezen'. Het kost me ontzettend veel moeite om niet de bokkenpruik op te zetten. Mijn collega zorgt dat de schets bij de heren terecht komt en ze zijn tevreden. 's Middags loop ik door de Nauwe Noorderhorne als ik een nieuw winkeltje zie. Het is een handel in tweedehands spulletjes en Fleetwood Mac is de enige plaat van belang. Het staat overigens als 'Need Your Love So Bad' in de kaartenbak omdat ik 'Albatross' reeds als Blue Horizon heb en ik de originele 'Need Your Love So Bad' nog niet durf te erkennen. Deze is al eerder aan bod gekomen in deze rubriek. Wayne Gibson heb ik eind 1993 van een dorpsgenoot gekregen en dat is een 'lucky shot'. Ik kan Gibson's uitvoering van het Beatles-nummer goed waarderen en kom de naam opnieuw tegen in 2011 als ik begin met de Northern Soul-hobby. Wayne hoeft niet te kiezen tussen The Beatles en The Rolling Stones. In 1966 zet hij zowel 'For No One' als 'Under My Thumb' op de plaat.
2541 Brandend Zand-Anneke Grönloh (NL, Philips, 1962)
2542 Paradiso-Anneke Grönloh (NL, Philips, 1962)
2543 Das Leben Kann Schön Sein-Anneke Grönloh (NL, Philips, 1963)
Van dezelfde dorpsgenoot ontvang ik ook bovenstaande singles van Anneke Grönloh. Natuurlijk draai ik ze niet en maakt het niet uit dat de eerste twee totaal zijn verrot. De laatste tik ik jaren later nog eens met fotohoes op de kop. Tegelijk met deze Duitse single brengt Anneke ook een Nederlandse versie uit. De b-kant, 'Cimeroni', zal in de Nederlandse versie een nummer 1-hit worden. Om de discografie van Anneke bijeen te houden, krijgen julle er vandaag zeven. Woensdag breng ik jullie de resterende vijf singles. Ik moet het dan maar eens over de liefde hebben?
zondag 25 juli 2021
Gele Bak Top 100: 19-11
En omdat ik nog een paar berichten moet inhalen, gooi ik ook meteen het derde en laatste deel van dit weekend er tegenaan. De top tien presenteer ik later deze week. Het hangt een beetje af van andere plannen wanneer dit exact gaat gebeuren. Moeder is morgen jarig en ik had me al voorgenomen om niet op de dag zélf te gaan. Ik heb haar beloofd de komende week ergens langs te komen, maar dat hangt ook een beetje af van het weer en of ik vrij kan krijgen van werk. Bij voorkeur op een radioloze dag waardoor ik mijn shows gewoon kan blijven doen. Op en neer per elektrische fiets naar Friesland en 's nachts nog 'Afterglow' doen is evenmin een optie. Ik weet nog goed hoe vermoeid ik was na de verjaardag van vorig jaar. Het volgende deel gaat de nummers 10 tot en met 2 worden en de winnaar van dit jaar krijgt een speciaal bericht. Als alles goed gaat, houden we de serie binnen de maand juli. Nu tot slot de nummers 19 tot en met 11. Straks maar weer even de informatie peilen en zien of het een fiets- of een wandeltochtje gaat worden. Ik hoef niet beslist naar de winkel toe en dat scheelt weer!
19. The Sun Ain't Gonna Shine Anymore - The Walker Brothers (NL, Philips 320 214 BF, 1966)
18. I Can Make You Cry - Dave Berry (NL, Pink Elephant PE 22.770, 1973)
17. Got To Get You Into My Life - Cliff Bennett & The Rebel Rousers (UK, Parlophone R 5489, 1966)
16. Lookin' Out For #1 - Bachman-Turner Overdrive (NL, Mercury 6167 348, 1976)
15. Goodbye My Love - The Searchers (NL, Pye 7N 15794, 1965)
14. Don't Make My Baby Blue - The Shadows (UK, Columbia DB 7650, 1965)
13. You've Not Changed - Sandie Shaw (Duitsland, RCA Victor 47-15038, 1967)
12.. Step Inside Love - Cilla Black (NL, Philips JF 333 816, 1968)
11. Tossing And Turning - The Ivy League (UK, Piccadilly 7N 35251, 1965)
Gele Bak Top 100: 28-20
Het is maar goed dat ik niet met een kwaaie kop weer twee trappen op ben gelopen, want dan had ik opnieuw gekund. Opeens herinner ik me iets. Een paar weken geleden heb ik de 'Vinyl Summer Spirit Of 1973' gedaan en heb daarbij een plaatje uit de Gele Bak Top 100 gedraaid. Deze 'zwerft' nog steeds een beetje rond en had ik inmiddels al weken geleden terug moeten zetten in de betreffende bak. Dat is niet gebeurd waardoor deze eveneens de fotosessies heeft gemist en de volgorde alleen maar verder in de war schopt. Ik ben dus met de 27 singles en fotocamera opnieuw naar zolder gegaan en zojuist ook de foto in het vorige bericht vervangen. Ik dank mijn chaos voor de inspiratie van de aanleidingen van twee berichten Gele Bak Top 100, want uiteindelijk is de klaagzang nergens voor nodig. In dit tweede deel daal ik af van nummer 28 naar de rand van de top twintig van dit jaar. Tijd voor de échte business!
28. I Wanna Stay With You - Gallagher & Lyle (Duitsland, A&M 16816 AT, 1976)
27. Just When I Needed You Most - Barbara Jones (UK, A-Side Records & Tapes SON 2221, 1980)
26. Come And Stay With Me - Marianne Faithfull (UK, Decca F 12075, 1965)
25. Tomorrow - Sandie Shaw (NL, Pye 7N 17036, 1966)
24. Can I Get To Know You Better - The Turtles (Zweden, London HL 10095, 1966)
23. Harvest For The World - The Isley Brothers (NL, Epic EPC 4369, 1976)
22. Thanks For The Love - Earth & Fire (NL, Polydor 2050 376, 1975)
21. I Don't Want Our Loving To Die - The Herd (NL, Fontana TF 267 832, 1968)
20. Baby It's You - Smith (Zweden, Stateside 4E 006-90608 M, 1969)
Gele Bak Top 100: 37-29
Aai...? Ik had dus toch even op Soul-xotica moeten kijken alvorens de foto's te nemen? Ik meende dat ik afgelopen weekend was gestopt bij Sister Sledge en dat ik vandaag verder zou gaan met Daddy Longlegs op nummer 38. Dat is achteraf gezien de laatste van vorige week, dus vooruit... dat plaatje gaat nog eens op de foto en in het derde deel van dit weekend ontbreekt de nummer 10 op de foto. Ik hoop niet dat het té storend is want ik heb helemaal geen trek om weer naar boven te lopen en nieuwe foto's te maken. Ik ben redelijk ambitieus opgestaan en vooral naar aanleiding van de geraadpleegde informatie van gisteravond. Ik weet niet hoe het is gesteld in de rest van Nederland, maar in Uffelte broeit een bui. Buienradar verwacht het rond vier uur in Uffelte en dan zouden we tien millimeter tegemoet kunnen zien. Liever niet als ik ergens op de fiets ben. Nu dan maar het eerste deel van de 'Gele Bak Top 100'-afleveringen van dit weekend. Op de foto ben ik uit gegaan van de nummers 38 tot en met 30, maar in werkelijkheid ga ik van 37 naar 29. EDIT: Toch nog de correcte foto, zie volgend bericht.
37. High Time We Went - Joe Cocker (NL, Stateside 5C 006-92695, 1971)
36. Love Is Contagious - Taja Sevelle (Duitsland, Paisley Park 928 257-7, 1987)
35. Blackstar - Georgie Davis (NL, Corduroy CS 565, 1985)
34. Why Tell Me Why - Anita Meyer (NL, Ariola 103.443, 1981)
33. Jam Up Jelly Tight - Tommy Roe (UK, Stateside, 1969)
32. Ever Fallen In Love - Fine Young Cannibals (NL, London 886 115-7, 1986)
31. Love... Thy Will Be Done - Martika (NL, Columbia 656975 7, 1991)
30. Leader Of The Pack - The Shangrilas (UK, Red Bird RB10 014, 1964)
29. Giving It Up For Your Love - Delbert McClinton (Duitsland, Capitol 1C 006-86293, 1980)
zaterdag 24 juli 2021
Singles round-up: juli 5
De foto heb ik gisteravond al genomen, maar dan besluit ik even iets anders te gaan doen. Ik ben sinds vorige week weer langzaam aan begonnen met werken, maar ik heb nog altijd het gevoel dat het emmertje tot aan de nok vol zit. Het resultaat is dat ik de volgende dag erg moe ben. Dit heeft tot resultaat dat ik donderdag vrijwel de hele dag in bed heb doorgebracht en dat ik mezelf letterlijk moet oprapen om tot een speellijst voor 'Afterglow' te komen. Nu is het gelukkig een beetje komkommertijd in de post en het is niet dat ik daar moe van word. Er even uit zijn en met collega's, dat is iets wat ik wel eens heb gemist in de afgelopen weken. Het maakt dat ik inmiddels een flink eindje achter loop, maar dat kan ik dit weekend weer herstellen. Eerst de laatste zes singles van Mark bij wijze van mijn ontbijt. Later vanmiddag de foto's maken voor de Gele Bak Top 100 en 'Het zilveren goud' stel ik waarschijnlijk even uit. Het overgebleven bericht kan ik dan benutten voor een 'zomers' verhaaltje of iets dergelijks. Nu eerst de laatste zes uit de partij van Mark.
* Cynthia Sheeler- Nobody Wins (US, Super Dome, 1974)
Ik heb dit plaatje enige tijd in mijn Discogs-winkelmandje gehad, maar weet op een gegeven ogenblik niet meer te herinneren waarom. Hoewel het plaatje duidelijk uit Amerika komt en wellicht enigszins valt te scharen onder de 'Deep Soul' of domweg blues, is dit precies het geluid van de Carib-soul. 'Nobody Wins' komt uit de pen van Kris Kristofferson en dit wordt opgefleurd door een bluesy gitaar, blazers die uit het niets komen en een speels riedeltje op de piano. 'Slight crackle, but nothing excessive', een Mint-plaat valt immers enorm uit de toon tussen de overige Carib-selecties. Op de keerzijde neemt Cynthia 'Every Little Bit Hurts' onder handen. Het liedje dat in 1964 een hit is voor Brenda Holloway en later door onder andere The Small Faces en Spencer Davis Group op de plaat is gezet. Ik geloof dat dit de eigenlijke reden van het verblijf in het winkelwagentje van Discogs is geweest. Het vinyl knettert hier ook iets minder hard. Niet heel erg essentieel, maar zeker 'Every Little Bit Hurts' is erg fraai.
* The Staple Singers- This Is Our Night (UK, Epic, 1984)
En daar hebben we opnieuw een plaatje van de Nietjesfamilie. The Staples hebben in de jaren tachtig het geloof enigszins achterwege gelaten en probeert mee te liften op het succes van seculiere broeders en zusters. 'This Is Our Night' is 'in-your-face' jaren tachtig-disco, maar met een zeer prettige 'hook'. Met als hoofdattractie natuurlijk de stem van Mavis. Als ik zou weten dat Mavis morgenochtend in Oost-Groningen in een kerk zingt, zou ik nu nog op de fiets springen. Maar nee.... dit gaat niet over geloof, want ik vrees dat je na 'hun nacht' niet meer de moeite kan opbrengen om half negen de deur uit te gaan richting de kerk. Op de keerzijde staat het titelnummer van de laatste plaat van de Staple Singers: 'Turning Point'. Dat is ietsje downtempo maar nog altijd met alle bekende gimmicks uit die tijd. Een 'double-sider' hoewel het niet heel bijzonder zou zijn als het niet Mavis zou hebben.
* Gary Taylor- Compassion (UK, 10 Records, 1988)
Iets met Engelse persingen en zo. Mark biedt dit plaatje van Gary Taylor aan voor een klein prijsje en dan ben ik vlug bereid. Gary is vier jaar later dan de Staple Singers en dan zijn er weer nieuwe gimmicks in de dansmuziek gekomen. Tegelijk is het ook de tijd van Stock, Aitken & Waterman en daar blijft Taylor gelukkig verschoond van. Het is daardoor ook soulvoller dan menig ander hit-artiest uit 1988 en dat is waar het bij mij om gaat. De soul zit hem in de zang, qua instrumentatie is dit het standaard werk uit 1988. 'Follow' op de keerzijde is een ballade en buiten enkele geluidjes met de stem vrijwel instrumentaal. Dat wordt niet iets, maar 'Compassion' past daarentegen in de huidige set.
* Robert Taylor & The Soul Exciters- Good Times (US, Sonic, 1977)
Als ik in september weer met de reguliere 'Do The 45'-uitzendingen ga beginnen, is 'Taylormade' één van de eerste 'Sweet 16'-afleveringen. Ik denk dat ik inmiddels wel zestien soulvolle Taylors heb verzameld. Ik geloof dat Robert Taylor als gospel wordt omschreven vanwege 'God Bless Our Love' op de keerzijde. Op 'Good Times' hoor ik echter een blueszanger welke tracht een nieuwe 'twist' te geven aan zijn favoriete genre. We blijven, volgens de tekst, ergens de hele nacht 'to soothe our soul, if it takes all night long'. Dat klinkt meer als een dansclub dan een geloofsgemeenschap. Net zoals Nolan Porter de Here smeekte om genade ('Lawd Have Mercy') meent Robert dat hetzelfde opperwezen zijn zegen heeft uitgegeven over zijn relatie. Ook dat is vrij algemeen. Dat klinkt echter wel als pure Carib. Duidelijke elektrische slaggitaar en een keyboard=gimmick welke doet denken aan de Wirl-platen van Barbados. Ik denk dat dit nog wel eens de favoriete kant kan worden, maar ik zal het laten groeien. O ja, het is een liefdesliedje en beslist geen gospel.
* Bobby Womack- Lookin' For A Love (UK, United Artists, 1974)
We blijven nog even in de wereld van de gospel. Een paar jaar geleden heb ik een alleraardigst plaatje gekocht van de The Five Blind Boys. Niet de beroemde vijf blinde heren uit Alabama, maar iedere staat blijkt vijf visueel gehandicapte mannen te hebben die een zanggroep vormen. 'Looking For A Man' doet me aanvankelijk een beetje giechelen. Vijf mannen die naarstig op zoek zijn naar een andere man, hoewel later duidelijk wordt dat ze specifiek zoeken naar een man uit Galilea. Ik verbaas me ook meteen over de 'groove'. Het dreigt even 'rocking gospel' te worden, maar dan ontspint zich een heerlijk ritme. Ik moet bekennen dat ik het liedje verder niet ken. Dan biedt Mark deze aan van Bobby Womack en wat blijkt? 'I'm Looking For A Man' is gewoon 'Lookin' For A Love' van Bobby Womack met een iets andere tekst. Omdat het de Engelse persing is, mag die in ieder geval mee. Toch moet ik toegeven dat Five Blind Boys net even leuker is. Op de keerzijde staat Womack's eigen 'Let It All Hang Out' en dat klinkt meteen interessanter in mijn oren.
* O.V. Wright- A Nickel And A Nail (US, Back Beat, 1971)
Tot slot de 'grote' O.V. Wright. Niet bepaald een gigant als je hem naast bijvoorbeeld Otis Redding, Marvin Gaye of Jackie Wilson zet, maar wel een artiest met een stroom van kwaliteitsplaten. Tot nu toe had ik alleen één van zijn laatste singles, 'We're Still Together', maar hoef niet lang na te denken als Mark deze originele Back Beat aanbiedt. Origineel? Ja, de tekst blijft uit de drumstokjes, maar dan opnieuw.... origineel is deze plaat beduidend minder waard dan 'All Of A Sudden' van Jeanette Williams welke ik als een bootleg heb. Willie Mitchell, van de Hi-studio in Memphis, is de producent terwijl Back Beat adres houdt in Houston in Texas. Het is precies wat je mag verwachten als je de naam van Mitchell op het label ziet. Dezelfde band welke eveneens op platen van Al Green, Ann Peebles en anderen opduikt en dan met name het opvallende geluid van de drums. Maar dan de stem van O.V. Drugs maakt meer kapot dan je lief is en het is eeuwig zonde dat Wright zo onverstandig met zijn lichaam heeft omgesprongen. Op de keerzijde het welbekende 'Pledging My Love' en dat doet Wright erg sfeervol, maar 'Nickel' is zonder meer mijn favoriete kant.
woensdag 21 juli 2021
Week Spot: The Autographs
Opnieuw overleg op hoog niveau op de redactie van Soul-xotica, hoewel ik deze redactie ruim tien jaar geleden heb ontslagen. Ditmaal heeft het betrekking tot de Week Spot. Ik kijk toch voor de zekerheid even de oudere aankoop na op 45cat en deze is van de lijst verdwenen. De plaat is in mei 1967 in Amerika uitgebracht en deze kan ik onmogelijk draaien in een show over 1966. Het betreft hier 'Dead End Street' van Lou Rawls die ik abusievelijk had ingedeeld bij 1966. Dan kijk ik opnieuw naar de lijst en valt mijn oog op een nóg 'oudere' plaat. Ik meen dat ik ooit wel eens iets moet hebben geschreven over de groep. Ik denk in het kader van 'De jeukdoos'. Dat omdat 'I Can Do It' een enorme favoriet is op de 'Northern Soul Jukebox'-dvd waar ik veel Northern Soul-krakers heb ontdekt. Inderdaad, dit is het geval op 19 november 2012. Op 13 maart 2017 is de Week Spot van deze week te gast in 'Raddraaien'. 'Geen biografische gegevens, maar wel een discografie op 45cat', schrijf ik in 2017. Niet goed genoeg gekeken want via Discogs kom ik op een heel oud blogbericht van iemand. Dat vertelt het verhaal van The Autographs en gaat zelfs verder waar 45cat ophoudt. Deze Week Spot heb ik in december 2013 gekocht: 'Sad Sad Feeling' van The Autographs uit 1966.
De plaat brengt een sterk zomers gevoel bij me teweeg, ook al is het niet meteen de meest memorabele zomer. Het gaat dan over de zomer van 2014 als ik mijn vakantie doorbreng in Limburg. Er zijn dan weliswaar geen overstromingen, maar wel maak ik een regenrecord mee als het vierentwintig uur vrijwel onafgebroken blijft regenen. De boer van de camping vertelt op dinsdagavond dat hij wel eens mee maakt dat een emmer is blijven staan op het erf en de volgende dag vol zit. Nu heeft hij een kruiwagen in het veld laten staan en deze stroomt de volgende dag over. Het bezoekje aan Myriam is een hoogtepunt en ook de fietstochten op zaterdag en zondag tussen de buien door. Het is in december 2013 een 'kassakoopje' als 'mijn maat in Chicago' weer een veiling heeft op Ebay. Ik wil eigenlijk 'I Can Do It' van The Autographs, maar neem eerst deze 'Sad Sad Feeling' voor weinig van hem over. In de zomer neem ik een soul-mix op en ben op zoek naar iets midtempo voor het begin van de mix. Ik besluit The Autographs te gebruiken en vanaf dat moment is 'Sad Sad Feeling' gaan groeien voor mij. De plaat wordt niet genoemd in het blogbericht dat ik heb gevonden en dat zegt wel genoeg. Voor de liefhebbers van stampende upbeat Northern Soul is dit veel té braaf en daardoor is het nummer onder de radar gebleven.
Discogs vermeldt drie van de totaal vijf namen van de leden, de Northern Soul-blogger vindt het niet nodig ze te noemen. The Autographs is afkomstig uit Los Angeles en begint haar loopbaan als The Impersonators. Een zanggroep bestaande uit twee mannen en drie vrouwen. Een van de meisjes weet Hal Davis te overtuigen om een auditie voor hun te regelen. Davis werkt dan al voor de Motown-divisie aan de westkust van Amerika en zal in de jaren zeventig tot enorme hoogten stijgen als hij gaat samenwerken met Diana Ross en Marvin Gaye. Davis gebruikt aanvankelijk The Impersonators om backing tapes in te zingen, maar hij zorgt eveneens voor de eerste plaatopname voor de groep. Dat gaat zich dan The Autographs noemen en 'Love's Gonna Do You In' verschijnt op het lokale Joker-label. 'Do The Duck' is een tweede single op het label en zal in trek blijken bij de Engelse Northern Soul-liefhebbers. In dezelfde tijd brengt The Autographs 'Sad Sad Feeling' uit. Eerst als release voor het Joker-label, maar spoedig neemt Loma dit over voor een nationale distributie. Het succes blijft uit en dan komt Larry Williams op hun spoor. Williams is dan producent voor de Los Angeles-afdeling van Okeh en laat de groep opdraven voor sessies met Little Richard ('I Don't Want To Discuss It' en 'A Little Bit Of Something') en de plaat die Larry maakt met Johnny 'Guitar' Watson ('A Quitter Never Wins'). Vervolgens laat Williams The Autographs zelf een plaatje maken voor Okeh. 'I Can Do It' is feitelijk de b-kant van 'I'm Gonna Show You How To Love Me' en de single ziet in september 1967 het licht. Dit plaatje doet grif honderd euro als je hem al tegenkomt en dat is vooral vanwege 'I Can Do It'.
The Autographs staat nog immer onder contract bij Okeh, hoewel de zaken bergafwaarts gaan voor het label. De groep wordt benaderd door het Tangerine-label, maar daarvoor zal de groep een andere naam moeten aannemen. Het resultaat is The Visitors en het levert twee singles op voor Tangerine in 1969 en 1970. Er zijn meerdere honden die Bello heten en The Visitors heeft 'last' van een naamgenoot uit Chicago welke platen maakt voor het Dakar-label. Rond 1973 zijn slechts twee broers over van de oorspronkelijke bezetting en moet de band mee gaan met haar tijd. Dat betekent dat The Autographs zelf voor haar muziek moet zorgen. Onder leiding van manager Mabel John (zelf ook zangeres) verandert The Autographs van een pure zanggroep in een allround orkest met eigen muzikanten. The Autographs maakt nog een paar platen voor Playboy Records en werkt in 1975 opnieuw aan opnames. Deze opnames worden aangeboden aan verschillende platenmaatschappijen en, naar het schijnt, heeft RCA wel belangstelling. Hoewel, er bestaat geen enkele plaat van The Autographs op RCA en dus heeft de blogger twee scenario's. De eerste zou zijn dat de groep een andere identiteit heeft gekregen en dat het als dusdanig is uitgebracht. Of RCA ziet het toch niet zitten en heeft de banden nog ergens in de archieven liggen. Interessant is wel dat zowel 45cat als Discogs enkel de singles op Joker, Loma en Okeh vermeldt.
Het gebeurt tegenwoordig niet vaak meer dat de plaat de koffer uit komt tijdens een show. Als het eens gebeurt dan kom ik superlatieven tekort om de plaat te beschrijven. Wellicht kan de nominatie als Week Spot helpen de plaat iets meer bekendheid te geven onder de dj's.
dinsdag 20 juli 2021
Singles round-up: juli 4
Voordat ik door ga met de volgende zes singles uit de partij van Mark, wil ik jullie allereerst mee nemen naar eind april van dit jaar. Ik wacht dan weken op een pakket van Rarenorthernsoul en het is daags na mijn verjaardag dat ik ontdek hoe de vork in de steel zit. Het pakket ligt bij het afhaalpunt in Havelte en daar zal ik eerst invoerbelasting over moeten betalen. Dat heb ik gedaan, maar tegelijk ook bezwaar aangetekend. Ik word namelijk geacht om ruim twintig euro te betalen over een pakket met een waarde van twintig pond. Welnu, ik heb gisteren antwoord gekregen en mijn bezwaar is afgewezen. Niet dat ik ervan uit was gegaan dat ik een zaak had, maar niet geschoten is altijd mis. Het komt erop neer dat als een brievenbuspakketje wordt onderschept je al snel minimaal dertien euro kwijt bent. De komende paar bestellingen zijn testen voor mij. Als ik nog grof moet bij betalen, heb ik ditmaal gecalculeerd. Het zal mijn Engelse bestellingen wel doen afnemen als blijkt dat ik per pakketje moet bij betalen. Mark en ik hebben inmiddels een beproefd recept gevonden om deze pakketjes zonder invoerkosten in Uffelte te krijgen. Zo kan ik jullie, belastingvrij, de komende zes singles aan jullie voorstellen.
* Lil' Soul Brothers- Been So Long (US, Wee 3, 1966)
De duurste uit het pakket. Ik herinner de plaat vanwege de atmosfeer. Omdat de prijs fors is, moet ik het plaatje een paar maal beluisteren op Youtube. Halverwege de tweede keer beluisteren is het besluit al gevallen. Nu blijkt het plaatje ook nog uit 1966 te komen en zoek ik een kandidaat voor de Week Spot van deze week. Ik heb echter ook nog een oudere aankoop in gedachten en dat is in ieder geval een artiest waarover vast meer zinnigs valt te melden dat de obscure Lil' Soul Brothers. 'Short but sweet', is de goede beschrijving voor de plaat. Het duurt twee minuten en vijf seconden en daar binnen is het midtempo met een karig instrumentarium en de broers hebben nog niet de baard in de keel gehad. Ik zou absoluut geen bezwaar hebben gehad als dit tien minuten had geduurd. Een heerlijk plaatje voor de fijnproever. Zelfs het bedrag omgerekend naar de prijs per seconde maakt dat het nog altijd de moeite waard is. Wellicht dat dit de Week Spot wordt, maar nogmaals... ik heb die oudere plaat ook nog in mijn gedachten.
* Cliff Nobles- This Feeling Of Lonliness (US, Roulette, 1973)
De titel neem ik rechtstreeks over van het label, maar uiteraard zou dat 'Loneliness' moeten zijn. Ik denk dat de meeste mensen Cliff Nobles wel zullen kennen? Hij wordt namelijk het beste bekend dankzij een instrumentale uitvoering van zijn liedje terwijl hij nog wel de 'credit' als artiest krijgt. Ik heb het dan over 'The Horse', beter bekend als de tune van de Veronica Drive-In Show. In werkelijkheid is 'The Horse' de instrumentale b-kant van 'Love Is All Right'. Vijf jaar later werkt Nobles nog altijd samen met Jesse James, de schrijver van 'Love Is All Right' en 'The Horse'. In de jaren zeventig neigt het muzikaal meer naar de perfecte sound van de Hi-studio's in Memphis, hoewel het duidelijk een andere band is. Het is wel hetzelfde 'schone' geluid waar de klasse vanaf druipt. Cliff kan lekker 'deep' tekeer gaan in de plaat en het geheel is een plaat om je vingers bij op te eten in plaats van af te likken. De andere kant is meer funky en dat is niet onaardig, maar de klasse van 'Loneliness' ontbreekt domweg.
* The O'Jays- I Just Want To Satisfy (US, Philadelphia, 1982)
Hoewel in de jaren tachtig nog altijd wel AM-radiostations zijn te vinden in Amerika, heeft het voor de platenmaatschappijen geen prioriteit meer om demo-kanten te doen op de demo's en promo's. Zo kan het gebeuren dat deze van The O'Jays een twee-voor-de-prijs-van-een is. Mocht één kant minder gaan klinken, dan heb ik de andere kant altijd nog op reserve. En omdat het styreen betreft, kan dat nog wel eens van pas komen? Ik heb inmiddels genoeg van The O'Jays gehoord om te weten dat de groep eigenlijk niets verkeerd heeft gedaan. Ook dit 'I Just Want To Satisfy' is weer boterzacht en 'classy' als bijvoorbeeld een 'Use Ta Be My Girl'. Ik lust hier wel soep van! Toch wel liever dan pap.
* Pic & Bill- All I Want Is You (Frankrijk, AZ Soul Record, 1968)
In 1993 koop ik al eens 'Sad World Without You' op een lokale braderie. Een opvallend schijfje. De plaat is in Engeland geperst maar heeft in Nederland een fotohoesje gekregen. 'Sad World' is vrij uptempo voor hun doen, maar inmiddels draai ik de plaat voornamelijk omwille van 'Just A Tear' op de keerzijde. Een paar weken geleden heeft Mark weer eens een special met fotohoesjes en dan zie ik deze. Het nummer ken ik inmiddels wel. Dat is zo 'deep' dat het pijn doet. Ik zie net dat de plaat in Amerika al in 1967 is verschenen en even hoop ik dat dit 1966 is geweest. Helaas, dat kan ik er niet van maken, maar dit gaat nog wel eens de Week Spot worden. 'It's Not You' op de keerzijde is uptempo en klinkt als van allerhande soul-hits en dan nog een paar. Nee, ik hou het bij 'All I Want Is You'.
* Nolan- I Like What You Give (US, Lizard, 1971)
Ik doe de singles op alfabetische volgorde van artiest. Huh? Moet Nolan dan niet tussen Cliff Nobles en The O'Jays staan? Nee, in dit geval niet. Nolan is namelijk Nolan Porter waarvan ik al 'If I Could Only Be Sure' in de koffers heb staan. Dit plaatje op het Lizard-label doet zeker niet onder voor de Northern Soul-hit van een jaar later. De begeleiding is ietsje schaarser dan op 'Sure', maar hij heeft een beduidend smaller budget voor deze opname. Desondanks nog een spannende brug met drums (en een klein stukje van een breakbeat) en gepiel op de gitaar. Dat maakt het iets minder geschikt voor een Northern Soul-feestje, maar verder is het vooral zijn eigen stijl. 'Somebody's Cryin' klinkt als een live-opname en heeft een sterk gospel-gevoel. Hij smeekt de Heer om genade, maar dat doen wel meer artiesten zonder dat ze een evangelische bedoeling hebben. Maakt niet uit, het is 'I Like What You Give' dat me vooral in vuur en vlam zet.
* Marlena Shaw- Brother Whare Are You (US, Cadet, 1967)
Eigenlijk de b-kant maar wel de reden van aanschaf. 'Brother' is een liedje uit de pen van Oscar Toney Jr. en Marlena brengt het met hetzelfde vuur als bijvoorbeeld 'Mercy Mercy Mercy' of 'Wade In The Water'. Het is twee jaar voor de 'Cadet Concept'-producties, maar toch kan je horen dat ze op deze plaatjes al de eerste vingeroefeningen doen. Op de a-kant doet ze haar uitvoering van 'Waiting For Charlie To Come Home'. Dat is meer een ballade en grenst aan de pop, maar ja... Ik kan nu eenmaal nooit genoeg krijgen van Marlena's zangkunsten ik spreek hier dus ook van een 'double-sider'. 'Brother' is echter het meest soulvol van de twee, dat moet ik wel erkennen.
maandag 19 juli 2021
Singles round-up: juli 3
Er is een topoverleg geweest in de laatste dagen. Terwijl ik het tweede deel van de 'Gele Bak Top 100' publiceer, arriveert de postbode met de singles van Mark. Tja, dat betekent dat ik eigenlijk maar vast wil beginnen met de 'Singles round-up'. Ik zie wel hoe het met de planning uit komt van de 'Gele Bak Top 100' want we hebben slechts weinig ruimte deze maand. Ik kan deze singles in drie delen, maar verwacht volgende week méér nieuwe releases. Je kan van 2021 zeggen wat je wilt, maar qua nieuwe soul-uitgaven is het een fijn jaar! Vanavond presenteer ik jullie drie singles die op de plank zijn blijven liggen en de eerste vier uit de partij van Mark. Ik heb ze nog altijd niet gedraaid en dus wordt het wederom een live-recensie. Veiligheidsriemen vast en gaan met de banaan.
* Adriana Evans- Looking For Your Love (Spanje, Soul4Real, 1996, re: 2021)
De Week Spot van de afgelopen week en dus dinsdag al aan bod gekomen. De b-kant is een piano-ballade van hetzelfde debuutalbum van Evans, maar dat doet me aanmerkelijk minder. De man die de hoestekst heeft geschreven, vergelijkt het met Minnie Riperton. Persoonlijk vind ik dat te hoog gegrepen. Het is niet slecht, maar ook niet heel erg essentieel.
* Arthur Foy- Love Dreams (UK, Izipho Soul, 1980, re: 2021)
Er zijn slechts enkele gelukkigen op deze planeet die een origineel te pakken hebben en eentje daarvan is onze eigen Mark. De plaat heeft dan ook een geschatte waarde van zo'n drieduizend pond. Het plaatje verschijnt in 1980 op het minuscule Ubiquity-label. Ik moet bekennen dat ik de plaat niet snel had gekocht als ik Mark niet had gekend, want helemaal 'instant' is het niet voor mij. Ik wil het echter graag laten groeien en moet snel reageren want dit plaatje is heel snel uitverkocht. Op vinyl klinkt het een stuk aantrekkelijker dan op Youtube. Het is een fraaie productie, beetje lo-fi, en doet denken aan de vroege Miami Soul-producties van de jaren zeventig. Maar dan met fraaie midtempo en een spannende atmosfeer. Dit gaat helemaal goed komen voor mij!
* The Originals- Young Train (UK, MD, 1973, re: 2021)
De Afro-Amerikaanse gemeenschap zal nog ruim dertig jaar moeten wachten op de eerste zwarte Amerikaanse president, maar in de vroege jaren zeventig is er al reuring als Coleman Young zich beschikbaar stelt als kandidaat voor het burgemeesterschap van Detroit. De heftige rellen van 1968 hebben laten zien dat er wel iets mag veranderen in Detroit en Young heeft ambitieuze plannen. Omdat Young niet alleen een harmonie wil brengen in Detroit maar ook bedrijven een warm hart toedraat, staat Motown vooraan om een steentje bij te dragen in de campagne. Er verschijnen enkele plaatjes die als promotiemateriaal worden weggegeven. Eentje daarvan is 'Young Train'. De trein is een verwijzing naar de negro-spirituals van weleer terwijl 'Young' de achternaam van Coleman is. Het plaatje verschijnt in een gelimiteerde oplage en vandaag de dag is het erg lastig om nog eentje te vinden. Universal, de tegenwoordige eigenaar van Motown, heeft toestemming gegeven aan MD om dit schijfje opnieuw uit te brengen. Hierdoor is de opname helder als kristal in tegenstelling tot de Fourth Level-single van een paar weken geleden. De b-kant heet 'Young Ideas' en klinkt meer als klassieke Motown van omstreeks 1967, de a-kant neigt meer naar de psychedelische soul uit de vroege jaren zeventig zonder de gimmicks. Minpuntje? De informatieve hoestekst sluit af met de opmerking dat 'de boodschap helaas nog altijd erg actueel is en we aan boord moeten gaan van de trein naar democratie en gelijkheid'. Beetje jammer dat het Woke-gedachtengoed ook al doorsijpelt naar de soul-releases.
* Larry Birdsong- Somebody Help Me (US, Sur-Speed, 1966)
Ik wil in de 'Vinyl Summer Spirit Of' minstens één jaar van de sixties doen. Ik heb de afgelopen weken lopen dubben tussen 1966 en 1967, maar ga uiteindelijk toch 1966 doen dit weekeinde. Dat betekent dat ik nog een plaat moet uitzoeken om Week Spot te worden. Wellicht dat deze in de partij van Mark zit, want ik heb meerdere platen uit 1966. Om te beginnen is daar Larry Birdsong. Een plaatje dat niet goedkoop is geweest! Een apart plaatje is het zeker. Enerzijds rauwe rhythm & blues met een stalen ritme, maar ook met een erg bizar loopje in het refrein. Het werkt aanstekelijk. De b-kant klinkt dan weer als een oude doowop-ballade. 'Somebody Help Me' mag nog even verder groeien en gaat in het achterhoofd mee in de nominatie voor Week Spot.
* Devonnes- I'm Gonna Pick Up My Toys (US, Colossus, 1971)
Op een zeker moment heb ik het wel gehad met de Northern Soul en ga me meer richten op crossover en Modern Soul. Toch zijn er van die plaatjes waar mijn hart zoveel jaren later nog altijd een beetje van smelt. The Devonnes is daar eentje van, hoewel ik de plaat pas in 2015 op waarde leer schatten. De 'serieuze' dj's halen hun neus op voor dit plaatje, maar de minder kritische dj heeft een dansvloer vol dames als dit zijn rondjes mag draven. Qua intro is het Motown van omstreeks 1966, maar dan een dans-beat welke vaker is toegepast in de vroege jaren zeventig. Erg kinderachtig, maar als mijn collega dit draait, plaatsen wij altijd gifs van seksspeeltjes. De schijf valt me niet tegen. Ik had styreen verwacht, maar het is vinyl en klinkt nog erg goed. Nog een Nederlands tintje mee geven aan de plaat? Colossus is het label van producent Jerry Ross, de man die 'Venus' van Shocking Blue in Amerika heeft uitgebracht.
* Ronnie Dyson- I Just Want To Be There (US, Columbia, 1977)
'Not the mispress' heeft Mark geschreven op het blanco hoesje. Dat moet ik even opzoeken. Het blijkt dat 'I Just Want To Be There' de eigenlijke b-kant is en sommige exemplaren abusievelijk de track 'I Want To Be Where You Are' afspeelt. Ronnie heeft in 1977 de baard in de keel gehad en is ietsje in toonhoogte gezakt. Toch is er niet veel veranderd. Net als bij zijn producties uit de eerste helft van de jaren zeventig hebben we hier ook weer een arrangement om van te watertanden. Beide kanten zijn fraaie midtempo waarbij mijn voorkeur uit gaat naar 'I Just Want To Be There'.
* The Enchanters- We Got Love (US, Loma, 1966)
Van deze groep heb ik al het sfeerrijke 'I Paid For The Party' en uiteraard heb ik nog een single als begeleiders van Garnet Mimms. 'We Got Love' is dudelijk andere koek dan 'Party'. Een lekker stampende groove met een poppy refreintje. Het is niet heel erg essentieel maar wel ontzettend lekker. De b-kant is een ballade waarvoor ik vandaag even niet in de stemming ben.
zaterdag 17 juli 2021
Gele Bak Top 100: 46-38
Vooruit dan, nog één Frisisme om het af te leren. Ik ben alweer 'bij de pinken'. Voorlopig ben ik nog even vrij op zaterdag en met het vooruitzicht van dit weer barst ik opeens van de plannen. Ik vergeet steeds om sokken te halen in Steenwijk en dat moet nog altijd eens gebeuren. Toch wordt het waarschijnlijk niet rechtstreeks naar Steenwijk en weer terug. Ik vermoed zelfs dat het nog wel een aardig bochtje om kan worden. Morgen is qua weer hetzelfde recept dus als er iets valt te melden over de fietsavonturen, kan ik dat maandagavond kwijt. Het is een beetje een vol schema in de maand juli qua berichten, maar de 'weekend journeys' van de 'Gele Bak Top 100' bevallen me over het algemeen wel. Vanavond ga ik in de uren van 'Do The 45' singles draaien van 1990 en later en vermoed dat ik daarna geen zin meer heb om te publiceren. Vandaar dat ik nu verder ga met de nummers 46 tot en met 38. (EDIT: Terwijl ik dit schrijf, staat de postbode aan de deur met de singles van Mark. En.... ik hoef geen extra belasting te betalen!)
46. Freebaby - Will To Power (NL, Epic EPC 653183 7, 1988)
45. Touch Me - Cathy Dennis (UK, Polydor CATH 3, 1991)
44. The Gun - Edi Fitzroy (Jamaica, Musical Ambassador, geen catalogusnummer, 1982)
43. Walls Come Tumbling Down - The Style Council (UK, Polydor TSCD 8, 1985)
42. January February - Barbara Dickson (Duitsland, Epic EPC S 8115, 1980)
41. She Has Funny Cars - Jefferson Airplane (Duitsland, RCA Victor 74-16031, 1967, re: ;1970)
40. Bang Bang - B.A. Robertson (Duitsland, Asylum AS 13152, 1979)
39. Frankie - Sister Sledge (Duitsland, Atlantic 789 547-7, 1985)
38. High Again - Daddy Longlegs (UK, Warner Bros. WB 8012, 1970)
vrijdag 16 juli 2021
Gele Bak Top 100: 55-47
Een top 100 samenstellen is altijd een momentopname. Toch heb ik mezelf altijd verboden om halverwege nog aanpassingen te doen in de lijst. Niet dat ik daar nu op dit moment behoefte aan zou hebben, maar het goede nieuws is dat ik vaak voor 'underdogs' ga en een lagere notering er voor kan zorgen dat een plaat uiteindelijk nog erg geliefd gaat worden in mijn verzameling. Vanavond gaan we over de helft en nu begint het toch wel 'serieuzere' werk. Waar bij de onderste vijftig nog wel een paar platen staan die inwisselbaar zijn of die ik niet zou hebben gemist als ik ze niet was tegengekomen, daar komen we nu in de categorie platen die ik niet heel naarstig heb gezocht, maar die van harte welkom blijken te zijn. In de top twintig dan weer een aantal platen waar ik juist wel heel bewust naar op zoek ben geweest. Evenals vorige week zal ik ook nu weer drie afleveringen van de Gele Bak Top 100 aan jullie voorstellen. Vandaag om te beginnen de nummers 55 tot en met 47.
55. Just Be Good To Me - S.O.S. Band (NL, Tabu TABA 3626, 1983)
54. I've Been A Bad Bad Boy - Paul Jones (NL, His Master's Voice POP 1576, 1967)
53. Detroit City - Tom Jones (NL, Decca AT 15 060, 1967)
52. Can You Get It - Ashton, Gardner, Dyke & Co. (België, Capitol 4C 006-80837, 1971)
51. Physical - Olivia Newton-John (EEG, EMI 1A 006-64570, 1981)
50. Cecilia - Simon & Garfunkel (NL, CBS 5000, 1970)
49. Gimme Some Loving - The Spencer Davis Group (UK, Fontana TF 762, 1966)
48. Summer Wine - Lee Hazlewood & Suzi Jane Hokom (Noorwegen, MGM 61 204, 1968)
47. Let Me Be The One - 5 Star (Duitsland, Tent PB-40193, 1985)
Van het concert des levens: 1979
De tweede werkdag is ook alweer een feit. Qua weer heb ik het getroffen want ik ben de buien van donderdag ontlopen. Vanmiddag is het wederom benauwd, alleen door afwezigheid van de zon niet zo broeierig als woensdag. Wederom met veel plezier post weg gebracht in de wijk Koedijkslanden en verhoudingsgewijs is het een rustige tijd hoewel de vrijdag eigenlijk een piekdag is. Gisteren ben ik niet aan publiceren toe gekomen en dus kan ik vanavond dubbel aan de bak. Hoewel? Het tweede bericht gaat de eerste van drie worden over de Gele Bak Top 100 en dat is niet veel meer dan een foto maken en de details vastleggen van de gekozen singles. Nog altijd geen spoor van de singles van Mark en dus ga ik ervan uit dat ik daar binnenkort nog extra belastingen over moet gaan betalen. Verder heb ik momenteel drie nieuwe releases in de bestelling. Eentje zou al meteen op de post kunnen en de andere twee verschijnen woensdag. Ik ga vanavond opnieuw op de nostalgische toer en terugkijken op mijn muzikale leven tot dusver. Vandaag arriveren we in 1979. Een jaar waarin twee bands centraal staan in mijn leven en waar ik tegenwoordig erg verschillend op reageer.
In de vorige aflevering over 1978 heb ik verteld over mijn aanloop tot een normale wijze om aan mijn toiletbehoeften te voordoen. Ik zit op de pot in de woonkamer als mijn broer zijn nieuwste aanwinsten aan de familie laat horen en bij het invallen van de drums in 'Substitute' van Clout zie ik in een flits de rand van het formica tafeltje. Achteraf gezien kun je je afvragen of je zo'n salontafel in huis wil hebben met jonge kinderen, maar ja... het is typisch design uit die tijd. Een verchroomd zilveren onderstel met daarop een dik formica blad met enorm scherpe hoeken. Wij wonen in een hoekhuis. Het betekent dat je auto's eerst door het voorste raam kan zien om vervolgens door het achterste raam. Gezien ik als kind al bezeten ben van auto's betekent dit dat ik vrolijk op en neer door de kamer ren. Een keer gebeurt dit met het hoofd enigszins gebogen van het achterste raam naar het venster dat uitkijkt op de weg. Ik heb het voertuig niet meer zien passeren omdat ik op dat moment met mijn hoofd tegen de salontafel knal. Mijn hoofd wordt ingepakt en om het geheel op zijn plek te houden, krijg ik een soort van witte strik om mijn gezicht. De broers en zus noemen me plagend 'Saartje', naar de huishoudster uit 'Swiebertje'. Ik weet niet hoe het zit mer 'leerplicht' in die tijd, maar ik kan me herinneren dat ik zo nu en dan eens naar de kleuterschool ga. Ik ga liever niet en ervaar geen dwang. Ik ben dus veel thuis als kind.
Mijn zus is acht jaar als ik word geboren. Zij heeft dus opeens de 'coolste' pop van de buurt. In 1979 is ze twaalf jaar oud en wordt ze regelmatig ingeschakeld door mijn moeder om op me te passen. Zus ontwikkelt in die tijd het 'multitasken'. Ze kan breien, lezen, muziek luisteren, soms ook nog televisie kijken en op haar jongste broertje passen. Daar heeft ze geen omkijken naar. Laat de kleine Gerrit maar dromen terwijl hij zijn speelgoedautootjes rond baggert in een miniatuur uitvoering van de overstroming in Limburg. Ik heb mijn speekselproductie lange tijd niet onder de knie en vooral als ik geniet, vormt zich een zee aan speeksel beneden mijn hoofd. Zus voedt me ook muzikaal op. Ze luistert uitsluitend naar Abba en Electric Light Orchestra. Bij Abba krijg ik last van irritatie na meer dan twee nummers, in geval van ELO kan ik er nog altijd niet genoeg van krijgen. Het verhaal van 'Time' is legendarisch binnen de familie. Het is dan 1981 en zus heeft een vakantieliefde in de provincie Groningen. Ze koopt het album en zal de volgende dag voor een paar dagen of een week naar haar vriendje. Omdat ze indruk wil maken op haar vriend wil ze de teksten en de plaat uit haar hoofd leren. Daarvoor draait ze de plaat de godganse dag. Het is ongeveer de negende keer dat mijn moeder haar hoofd om de hoek steekt. 'Volgens mij heb je deze plaat al eens gedraaid'. 'Don't Bring Me Down' is zo'n nummer waar ik nooit en te nimmer genoeg van zal krijgen. Dat heeft het ruimschoots bewezen want er is een tijd dat ik de plaat iedere dag hoor en ook nu komt die nog erg regelmatig voorbij op de Wolfman Radio-jukebox. Het blijft een knalnummer!
Mijn oudste broer raakt in 1979 helemaal in de ban van Kiss. Hij knipt alle plaatjes van Kiss uit en samen met de posters uit de Hitkrant worden de wanden van zijn zolderkamer behangen met de zwartwitte gezichten met de vuurrode tongen. Ik durf lange tijd niet bij hem op de kamer te komen en moet dus ook het kijken naar zijn treinbaan missen. Ik heb een aantal maanden geleden in de 'Eretitel' nog eens geschreven over een plaat en gebeurtenis uit 1979. Het gaat dan om de titel 'We Don't Talk Anymore'. Als ik Cliff Richard hoor, zie ik meteen een oude Alfa Romeo. Dat heeft weer met een bezoekje te maken aan 'tante Annie'. Dat moet even tussen aanhalingsteken omdat ze feitelijk de tante is van mijn moeder. Is er nog iets uit 1979 dat me nog dagelijks achtervolgt? Jazeker, de zwanen! In 1979 gaat Nederland gebukt onder hevige sneeuwstormen. In mijn foto-album zit een lange pauze tussen de babyfoto's en de prenten van mezelf bij de sneeuwbergen. Ik heb de foto's al lange tijd niet meer gezien, maar kan ze nog helemaal uittekenen. Het rood-witte hekje aan het eind van de Sinnewar (of 'de achterbuurt' zoals het in het dorp wordt genoemd. Dat heeft niets te maken met de bewoners, maar gewoon dat het de achterkant is van 'de buurt') is bedolven onder de sneeuw en daar poseer ik voor in een groene parka met een rode sjaal. Tegenover ons huis is 'de poel'. Het is een klein meertje met rietkragen en 'tuorrebouten'. Dank je wel Google Translate! Het is de lisdodde. Vooral mijn volgende broer is actief in het plukken en drogen van de grote lisdodde. Ik kan me de smaak en geur van een rokende gedroogde bout nog goed herinneren. Nee, daar zou ik nu geen behoefte meer aan hebben, maar als kind is het machtig stoer om met zo'n ding rond te lopen.
Tijdens de sneeuwstormen kunnen de zwanen in 'de poel' geen voedsel vinden. Ze gaan de wijk in en kloppen met hun grote oranje snavels op de ramen van de huizen. Ik ben dan een ukkie van vier jaar oud en ben 'spookbenauwd' (ach kom op, het blijft een leuk Frisisme) voor de beesten. Ik ben voor de duivel niet bang. De ergste waakhond kan me de stuipen niet op het lijf jagen, maar... zwanen? Als ik vijftien kilometer moet om fietsen om een zwaan te vermijden, dan doe ik dat. Nee, dat zal wel grootspraak zijn? Nee, beste mensen, na afloop van de 'Monstertocht' staat vlak voor Ens zo'n beest op het fietspad. In de polder heb je niet veel keuze en het betekent dat ik een buitenlandse reis moet maken om in Ens te komen. Het feit dat ik in de jaren negentig nog eens tegen een zwaan ben aangebotst met de Solex en het blazende beest nog achter me kan horen, heeft erin bijgedragen dat ik een diepe haat koester jegens zwanen. Wellicht is het de hoogste tijd om maar eens naar school te gaan en dat ga ik in de volgende aflevering doen. Dan met de schijnwerpers op het eerste jaar van de jaren tachtig: 1980.
woensdag 14 juli 2021
Het zilveren goud: juli 1996 deel II
De eerste werkdag zit erop en het is een dag om nooit te vergeten. Rustig aan beginnen en je meteen kapot zweten? Het heeft echter niet zoveel met het werk te maken dan wel met het weer. Vooral in Meppel zelf is het erg benauwd en heb ik voortdurend het zweet op het voorhoofd staan. Ik mag morgen een dagje uitblazen en vrijdag weer aan de slag. Is alles nu opgelost? Nee, er is weinig opgelost in de afgelopen drie maanden behalve dat ik weer wat meer rust in mijn lijf heb gevonden. Ik zou nog gemakkelijk drie maanden thuis kunnen zitten, maar ik weet zeker dat de bedrijfsarts dan vroeg of laat over een psycholoog was begonnen en daar heb ik nu juist niet zoveel trek in. In ieder geval deze en volgende week op woensdag en vrijdag en daarna waarschijnlijk weer een beetje opbouwen. Ook heb ik vanmorgen mijn vakantie vastgelegd en dat gaat de laatste week augustus en eerste week september worden. Vanavond ga ik het opnieuw over werk hebben, maar dan over het werk van vijfentwintig jaar geleden. De eerste weken als ondersteunend redacteur van het Sneeker Nieuwsblad. Het is begin juli en de komkommertijd is aangebroken.
Qua uren moet je erg flexibel zijn op de krantenredactie. In de zomer zijn vooral in de weekeinden de activiteiten en is doordeweeks weinig te beleven om de krant te vullen. Het betekent veel vrije tijd. In de maanden november en december haal je deze uren weer met gemak in. Maar toch moet de krant nog altijd wel worden gevuld. Mijn collega heeft een idee. Met de ogen dicht een plaats aanwijzen op een kaartje van het verspreidingsgebied en deze morgen met een bericht komen over het betreffende dorp. Hij komt uit op Folsgare en ik heb Tirns als plaats. Ik krijg daarbij echter nog wel een beperking opgelegd. De kruidenier van Tirns is net een paar maanden ervoor gestopt en heeft reeds uitgebreid aandacht gehad in de krant. Het moet dus een andere insteek hebben. De kruidenier is tot voor kort de enige winkel in het dorp en het gespreksonderwerp bedenk ik op de fiets naar het dorp: Hoe functioneert het dorp nu het de ontmoetingsplek bij de winkel is kwijtgeraakt. Het begint evenwel stroef.
De eerste de beste waarbij ik aanbel, doet opeens heel erg mysterieus. Ze wil niet met naam en toenaam in de krant alsof het een moordzaak zou zijn. Dan kom ik uiteindelijk toch nog terecht bij twee mensen die meer los willen laten. 'Tirns mist nu het kloppend dorpshart', is de kop van het verhaal, maar dan in het Fries. Het is inderdaad het citaat van één van de dames. Ik heb met Cees afgesproken dat we rond een uur of twaalf weer terug zullen zijn op de redactie om het bericht uit te werken. Folsgare is niet veel levendiger dan Tirns op een doordeweekse dag in juli en hij heeft een archeoloog gevonden op zijn zoektocht in de weilanden rondom het dorp. We werken elk onze stukken uit en ze worden een week later samen geplaatst in het katern van de krant. Anno 2021 schijnt Hommerts zelfs een kaatsvereniging te hebben, maar in de jaren negentig wordt kaatsen uitsluitend ten noorden en westen van Sneek uitgeoefend. Tirns is een voorbeeld van een dorp waar menig bewoner lid is van de kaatsclub. Zo ook de voormalige kruidenier. 'Je moet heel wat mans zijn om de man buiten de perken te houden', zegt één van de geïnterviewden en dan opnieuw in het mooiste Fries. Hoewel ik nog steeds niet weet wat 'perken' zijn in het kaatsen, moet dit fraaie stukje jargon in het bericht. En met resultaat! De volgende dag wordt mijn artikel geselecteerd voor de streekbladen-rubriek op Omrop Fryslân. Ik ben weer trots als een pauw, hoewel ik het wel sneu vind dat het verhaal van Cees wordt overgeslagen. Tirns is voor mij een extra opsteker. Ik begin mijn draai te vinden in de 'smeuïge' verhalen, zoals een collega die noemt. Zet mij maar met blocnote en pen tegenover iemand met een bijzonder verhaal en het artikel vloeit uit de pen. Toch leg ik ook al snel mijn journalistieke loopbaan in de waagschaal en daar moest ik het de volgende keer maar over hebben. Nu dan de zes singles die ik van mijn collega heb gekregen. Of...? Er zitten een paar twijfelgevallen tussen.
2531 Meisje Ik Ben Een Zeeman-New Four (NL, CNR, 1980)
2532 It's So Easy-Linda Ronstadt (UK, Asylum, 1977)
2533 My Friend Stan-Slade (NL, Polydor, 1973)
2534 Rockin' All Over The World-Status Quo (NL, Vertigo, 1977)
2535 Whatever You Want-Status Quo (NL, Vertigo, 1979)
2536 Don't Stop The Music-Yarbrough & Peoples (NL, Mercury, 1980)
Er staan me nog een paar dingen bij van 1996. Er zit een Status Quo-single bij en ik denk het meeste aan 'Rockin', maar twijfel of het toch niet 'Whatever You Want' is geweest. Bij de eerste staat namelijk een andere naam op het hoesje geschreven dan mijn collega of haar vriend. Dat geldt ook voor Yarbrough & Peoples en ik vermoed dat ik die eens anders heb gekocht in 1995 of 1996. Feit is dat ik de plaat in 1997 al heb als het op een 'fout' cassettebandje terecht komt. Ook bij de Slade-single heb ik twijfels. Het is 'Everyday' of 'My Friend Stan' geweest. Enfin, ik hou het maar zo want de platen zullen vroeg of laat toch eens aan bod moeten komen. Volgende week de laatste single die ik in juli 1996 heb gekocht en de rest van de maand weer 'oude' aanwinsten waarbij ik me niet meer kan herinneren wanneer ik ze heb gekocht.
dinsdag 13 juli 2021
Week Spot: Adriana Evans
Tot een week geleden dacht ik dat ik het dit jaar heel anders zou doen met de 'Vinyl Summer Spirti Of'. Nu blijkt dat ik vorig jaar de jaren negentig en nieuwe eeuw eveneens los van de jaren tachtig heb behandeld. Deze zondag ga ik me bezig houden met het jaar 1990. Als ik het volgend jaar opnieuw doe, zal het wederom 1991 worden of ik moet nog flink aan de bak om méér interessant werk van 1992 te krijgen. De rest van de jaren negentig is té minimaal om een uur vol te krijgen, laat staan drie uren. Zaterdag zal ik me richten op alle soul en aanverwante zaken van 1990 tot en met de dag van vandaag. Qua jaren negentig zit ik namelijk ook nog maar net aan een uurtje. Morgen ga ik weer een kwart eeuw terug in de tijd naar juli 1996 en de beginperiode van mijn JWG-baantje op de redactie van de krant. Vanavond kan ik ook een reisje maken van vijfentwintig jaar, alleen dan minder persoonlijk. Hoewel de kersverse Week Spot pas vier weken geleden op single is uitgebracht, stamt het nummer oorspronkelijk uit 1996. Ik heb het dan over 'Looking For Your Love' van Adriana Evans.
Soul4Real is de naam van een Spaanse platenmaatschappij, opgezet door een aantal soul-liefhebbers die eveneens een festival in stand houden. Soul4Real doet niet aan rechtstreekse heruitgaven. Het zijn altijd 'exclusieve' singles in een gelimiteerde oplage. Vaak zijn het onuitgebrachte demo-opnames en de single van Adriana Evans valt daarbij uit de toon. Het nummer is namelijk al vijfentwintig jaar beschikbaar, maar dan voornamelijk op cd. Ik weet zelfs niet eens of er een vinyl-versie van het album bestaat, maar feit is dat dj's zweren bij een single. Hierdoor is toch nog steeds sprake van een 'exclusieve' single. Er wordt veel aandacht besteed aan de singles en dat kun je zien aan de fraaie gelamineerde fotohoes. Op de keerzijde een kort verhaaltje en daar wil ik wel even op inhaken.
Alex Aguayo beschrijft hier dat muziek veranderlijk is als het weer. Hoe in de late jaren tachtig de synthesizers en andere elektronica haar intrede heeft gedaan in de muziek en dat 'pas rond 1996' een aantal muzikanten terug wil naar de basis. Het is maar net uit welke positie je dat bekijkt. In de rock heb je de 'stoner'-beweging waar met behulp van authentieke apparatuur en opnametechnieken wordt getracht om in de buurt te komen van oude Black Sabbath-elpees. In 1996 heb je in Engeland de band Kula Shaker welke schaamteloos de jaren zestig dunnetjes overdoet. In de wereld van de soul heeft de harde elektronische bassdrum nog de overhand en zet het Daptone-label omstreeks 2003 de trend in om weer authentieke soul te maken. Natuurlijk wil Adriana dit ook in 1996, maar zover ik kan nagaan is ze één van de weinigen in het genre dat dit besef al in 1996 heeft.
Adriana Evans wordt voor het eerst opgemerkt als ze meedoet op een plaat van Dred Scott, de man die ook haar debuutalbum zal produceren. Hoewel het album in 1996 wordt opgenomen, vermeldt Wikipedia 1997 als verschijningsjaar en het piekt op een 33e plek in de Amerikaanse Hiphop/R&B-hitlijst. Er verschijnen twee singles van het album, maar deze doen erg weinig. Evans heeft hoge verwachtingen van het album en voelt zich gedesillusioneerd als dit niet uitkomt. Ze vertrekt daarop naar Brazilië en haar volgende werk dateert pas van 2004. Sindsdien brengt ze geregeld werk uit, alleen blijft het nu ver buiten het bereik van de mainstream-hitparade. Haar debuutalbum wordt in de soul nog altijd geroemd, hoewel de vinyl-dj's toch vaak zijn gefocust op singles. Soul4Real heeft nu dan het verrukkelijke 'Looking For Your Love' uitgebracht op een single.
Haar meest recente album is van 2010 en verder is ze inmiddels getrouwd met Dred Scott. 'Looking For Your Love' is nooit eerder als (cd-)single verschenen en toch is dit het liedje dat al jaren in de lucht hangt. Hoewel het nummer niet bepaald nieuw is, bepaalt het nu al voor een zeker deel het geluid van mijn zomer van 2021.
maandag 12 juli 2021
Singles round-up: juli 2
Van het fietsen is niets meer terecht gekomen, maar... ik heb wel zalig gewandeld! Ik heb een paar boodschapjes in Havelte en tot zover ik me kan bedenken, zitten daar geen producten bij die zo spoedig mogelijk weer gekoeld moeten worden. Ik heb een paar weken geleden ontdekt dat ik vorig jaar een 'Vinyl Summer Spirit Of 1983' heb gedaan en van alle shows ben ik deze helemaal vergeten. Ik heb de opname van de show nog op de computer staan en zo heb ik vanavond wel zin om daar een stuk van terug te horen. Zo vertrek ik even voor half zeven van huis. Rugzakje om en eerst langs de Rijksweg naar Havelte. Daarna via de Uffelterkerkweg en door het bos terug. Het zijn geen spectaculaire kilometers en ik ben evenmin uren onderweg, maar het werkt wel verkwikkend. En... de show over 1983 blijkt zeer fijne muziek op te leveren! Gisteravond heb ik de tweede show gedaan over 1978 en dat voornemen speelt in mijn hoofd als ik door de plaatjes ga bij 'Malle Pietje'. Ik neem twee uit 1978 mee en eentje daarvan heeft het geschopt tot de show (welke nu al weer op onze Wolfmanradioshows-pagina op Mixcloud staat). Nu dan de laatste negen singles van donderdag.
* Eddie Money- Maybe I'm A Fool (UK, CBS, 1978)
Ik begin vanavond met een artiest die ons vorig jaar is ontvallen. Ik leer Eddie Money aanvankelijk kennen in de late jaren tachtig als met name de dj's van Veronica veelvuldig 'Take Me Home Tonight' draaien, het nummer waarop Ronnie Spector nog een stukje zingt van 'Be My Baby'. Jaren later neem ik kennis van 'Baby Hold On'. Ooit is het een top tien geweest, maar inmiddels zijn het eerder tien uren. Als er vóór 1978 nog geen radio was uitgevonden, hadden ze het wellicht geïntroduceerd na het horen van 'Baby Hold On'. Het staat in een persoonlijke lijst van de meest radio-genieke liedjes. De verwachtingen zijn dus hooggespannen bij 'Maybe I'm A Fool' dat ik verder nog niet ken. Oef, dit klinkt erg goed in mijn oren! 'Blue-eyed soul', zou ik het willen noemen en zou het nummer best kunnen voorstellen in de reserve-Blauwe Bak. De b-kant heet 'Nobody' en heeft opnieuw een aantrekkelijk arrangement, nu meer gestoeld op Stax en Atlantic uit het voorgaande decennium. Vooruit! Ik ga de single toevoegen aan de reserve-Blauwe Bak!
* The Moonglows- Junior (NL, Funckler, 1961)
Ik hoop dat ik iets van de prijs kan krijgen en deze als 'gratis' mag rekenen. De plaat is onooglijk smerig en ik wil het best eens proberen om hem schoon te krijgen. Baat het niet dan schaadt het niet, want hij is 'as is' eigenlijk niet om aan te horen. 'Beatnik' op de b-kant klinkt daarentegen schoner, maar daar ben ik weer niet helemaal zeker over. Het lijkt een antwoord op 'Alley Oop' en eigenlijk vind ik die luie rhythm & blues ook weer erg smakelijk. Ach vooruit, ik gun het de reserve-Blauwe Bak. Ik heb 'Junior' al gehoord op Youtube en eigenlijk is die niet veel meer interessant en dus hou ik het 'as is' bij 'Beatnik'.
* Elvis Presley- Jailhouse Rock (UK, RCA, 1957)
Volgens 45cat is deze uitvoering een 're-issue', maar vermeldt het desondanks bij de originele single uit 1957. Dat geldt dan weer niet voor jaren zeventig-uitgaven van de plaat. Nu valt me opeens de initialen J.D. op in het zilver van RCA en de datum van aanschaf: 4 juni 1960. Hoewel het in Nederland tot 1974 niet op de hitparade heeft gestaan, kan ik me voorstellen dat de plaat lange tijd 'populair' is gebleven en vermoedt dat de Engelse persing met het ronde zilveren RCA-label en rond 'hartje' met vier bevestigingspunten uit 1960 moet stammen. Ik heb de plaat ook in de Duitse persing uit 1957 maar deze is nauwelijks te draaien. Deze klinkt beter dan dat je zou verwachten van een plaat van ruim zestig jaar oud welke al jaren zonder een hoes rond zwerft. Complimenten aan J.D. Niet alleen omdat hij de platen zo goed heeft gehouden, maar ook vanwege zijn muziekkeuze. Ik ga graag nog eens terug naar Steenwijk om meer van deze platen te halen!
* The Rollers- Violetta (NL, Delta, 1962)
Opnieuw Indorock en nu uit Zaandam. Op de a-kant een deuntje dat we beter kennen als 'Hör Mein Lied, Violetta', maar op de keerzijde wordt het pas echt spannend. 'Rollers Express' is een serieuze concurrent voor The Ventures. En zo kan het je zomaar overkomen. Met weinig hoge verwachtingen naar een kringloopwinkel gaan en plots tegen een nestje Indorock-platen aan lopen terwijl de uitbaters geen idee hebben van de waarde van de platen. Helaas zonder fotohoes en niet ongeschonden uit de strijd gekomen, maar nog altijd erg leuk om te draaien!
* Hurricane Smith- Who Was It? (NL, Columbia, 1972)
Ik heb lange tijd niets moeten hebben van Hurricane Smith tot die ene avond, inmiddels een paar jaar geleden. Hurricane Smith is onderdeel van 'Raddraaien' en ik ga huiswerk doen. Dan ontdek ik dat Hurricane niemand minder is dan Norman Smith. Hem ken ik van de platenlabels van de eerste Pink Floyd-platen. Als Hurricane Smith is hij een opvallende man in de muziekbusiness. Hij verschijnt nooit zonder kostuum op televisie en geeft de man een zekere charme. Iets dat zijn geringe zangkwaliteiten compenseert. 'Who Was It?' is een nummer uit de pen van Gilbert O'Sullivan en dat past zijn slomeduikelaar-stem als geen ander. Geen kanshebber voor de 'Eindstreep' van deze maand, maar wel leuk om hem op vinyl te hebben.
* Status Quo- Living On An Island (UK, Vertigo, 1979)
De plaat is eigenlijk geperst in Frankrijk en heeft ook de copyright-disclaimer in het Frans, maar het is duidelijk voor de Engelse markt gemaakt. Als 'Living' niet de respons krijgt van de radio, verschijnt het in ons land opnieuw als 'Runaway' en is het alsnog een hit. In Engeland is 'Living On An Island' de a-kant van de single. Dat is iets heel anders in vergelijking met de gebruikelijke boogies. Een lekker zomers plaatje met akoestische gitaren, fraaie harmoniezang en nergens echt van beukenstein. Echt iets anders, alleen willen de fans dit niet horen en wordt 'Runaway' spoedig de a-kant. En dat is vanaf de eerste noot weer hetzelfde oude mopje.
* Rod Stewart- Hot Legs (NL, Warner Bros., 1978)
Ik koop doorgaans niet alles van Rod Stewart wat ik tegenkom en ik zou in principe ook best zonder 'Hot Legs' kunnen leven. Het is het vooruitzicht op het afgelopen radio-weekend met het jaar 1978 dat me over de streep trekt. 'Hot Legs' heeft de show gehaald, voor Eddie Money heb ik geen plek. Wat kan ik verder vertellen over deze van Rod The Mod. Welnu, dat het vinyl in een uitzonderlijke staat is en ook ik zal het niet grijs draaien.
* Suzanne Vega- Marlene On The Wall (UK, A&M, 1985)
Als ik de plaat uit de bak vis, denk ik nog het eerste aan 'Luka'. Ik weet dat ik reeds een Suzanne Vega-single heb (eigenlijk twee als ik 'Tom's Diner' met DNA erbij reken), maar ik herken dit fotohoesje niet en dus moet dat wel goed zitten. Enfin, het blijkt dat ik 'Marlene On The Wall' reeds in een andere persing heb en met een sterk afwijkende fotohoes. Engelse persingen zijn derhalve altijd welkom en deze mag dus naast de Duitse of Nederlandse in de collectie. Een klein beetje verwarring op het label en dan moet ik andermaal 45cat raadplegen. Dit blijkt de tweede uitgave te zijn. Begin 1986 nodigt de BBC Vega uit voor een concert en van dat optreden verschijnt eerst een EP en vervolgens perst A&M 'Marlene On The Wall' opnieuw en nu met de live-versie van 'Small Blue Thing' op de keerzijde. De tweede keer wordt 'Marlene' wel een bescheiden hit in Engeland.
* Visage- Mind Of A Toy (Duitsland, Polydor, 1980)
De opvolger van 'Fade To Grey' en een plaatje dat klinkt als een klok. Ik hou van 'underdogs' en vind het wellicht nóg leuker dan de grote hit. Iedere gek heeft recht op zijn gebrek en dus schaam ik me hier niet voor. Resumé: Ik hoef dus nooit meer lage verwachtingen te hebben bij een kringloopwinkel. 'You can't judge a book by looking at the cover'. Ondanks dat de platenhoek nogal rommelig oogt, blijkt de kwaliteit boven verwachting en rechtvaardigt de prijs van 1,50 euro en vijftig cent voor de oudjes zonder hoes. Binnenkort nóg maar eens met een bezoekje vereren.
Abonneren op:
Posts (Atom)