dinsdag 5 maart 2019
Week Spot: Loleatta Holloway
De tijd dat een redactie bijeen moest komen, is gelukkig ver achter de rug. Toch moest vanavond even worden vergaderd over de keuze van de Week Spot. Dan blijkt dat het vergaderen met slechts één aanwezige, mezelf, al lastig genoeg blijkt. Ik heb een paar 'populaire' namen op de rol staan maar wil dat een beetje doseren. Ik heb vorige week per slot van rekening al The Supremes gehad. Er zijn ook een aantal leuke platen van de afgelopen maanden maar met zeer summiere informatie voor een bericht van normale lengte. Dan zijn er nog de mogelijke 'Classic Week Spot'-kandidaten. Bij de samenstelling van 'Do The 45' van een aantal weken geleden ontdekte ik dat een aantal 'grote' artiesten en platen uit mijn koffers nimmer Week Spot zijn geweest. Tot slot besluit ik dan toch maar een recente aankoop er uit te lichten. Een naam die niet onbekend mag voorkomen en een stem die iedereen kent. Het plaatje is echter minder bekend maar dat maakt niet bepaald onbemind. De kersverse Week Spot is 'Cry To Me' van Loleatta Holloway uit 1974.
Zelf associeer is Loleatta Holloway met Jocelyn Brown en de vroege jaren negentig. Het is me dan bekend dat beide zangeressen reeds op leeftijd zijn maar hun stemgeluid lijkt geknipt te zijn voor deze periode. Als een producent niet Holloway of Brown in de studio kan krijgen, gaat deze zoeken naar een soortgelijke stem. Wellicht is het te vergelijken met de tegenwoordige Sia. Niet erg populair als ze jong zijn, maar opeens hebben ze de 'gouden' stem voor de hitparade. Loleatta wordt geboren op 5 november 1946 in Chicago. Haar naam dient als 'Lolita' te worden uitgesproken en toch zweer ik dat ik veel Nederlandse radio-'jocks' het vaak over 'Loletta' hebben. Gelukkig hoef ik voor dit bericht niet af te wijken ten opzichte van andere afleveringen van de Week Spot: Ook hier begint de loopbaan weer in de kerk. De familie Holloway heeft haar eigen gospelgroep: The Holloway Community Singers. Ook komt ze terecht in een latere bezetting van The Caravans, de legendarische gospelgroep van Albertina Walker. In 1971 gaat ze het seculiere pad op met een musical en maakt ze een single voor het lokale Apache-label: 'Rainbow '71'. Dat is een nummer van Curtis Mayfield waarmee Gene Chandler in 1963 een hit heeft gehad. Apache weet de plaat niet buiten de staatsgrens aan de man te brengen en dus neemt Galaxy de deal over. Even later wordt Holloway toegevoegd aan de catalogus van het Aware-label, een onderdeel van General Recording Corporation (GRC). Hiervoor maakt ze in 1973 en 1975 twee albums. Het titelnummer van de tweede elpee, 'Cry To Me', is een behoorlijke hit op de R&B en brengt het zelfs tot de Billboard Hot 100. Het is een nummer met een gesproken intro en een bekend landschap in de wereld van de soul: Twee geliefden gaan uit elkaar. De koffers zijn al gepakt en straks zal één van beide met een taxi vertrekken om bij de nieuwe partner te gaan wonen. Ze wisselen de laatste woorden waarbij Loleatta haar geliefde op het hart drukt dat hij zich niet beschaamd moet voelen om bij haar uit te huilen als de nieuwe vlam niet is wat het lijkt. Een typische Sam Dees-compositie. Dees weet de luisteraar altijd 'diep' te raken met zijn nummers en slaagt daar middels 'Cry To Me' eveneens in. Je zou je kunnen voorstellen dat een huilbui het gevolg is en de koffers weer worden uitgepakt en het stel lang en gelukkig zal voortleven. Het nummer heeft daarentegen geen 'happy end'.
Met Aware gaan de zaken niet zoals verwacht en kort daarop moet het haar activiteiten staken. Holloway krijgt een contract aangeboden bij het nieuwe Gold Mind-label. In 1977 verschijnt op dit sublabel van Salsoul de elpee 'Loleatta'. De eerste single heeft een fraaie Dees-ballade op de a-kant, maar de b-kant wordt een succes in de discotheken: 'Dreaming'. Het is rond deze tijd dat Holloway in contact komt met Dan Hartman. Hartman is in de vroege jaren zeventig zanger geweest van The Edgar Winter Group en keert de heavy rock de rug toe voor een solo-carrière. Holloway zingt mee op Hartman's grote solo-hit 'Relight My Fire' en in ruil daarvoor produceert Hartman enkele nummers voor Holloway's volgende album. Eén van de nummers is 'Love Sensation'. Holloway blijft disco-platen maken en met wisselend succes. Als in 1988 de house-rage losbarst, blijkt 'Love Sensation' een favoriete plaat te zijn voor samples. Zo wordt het bijvoorbeeld gebruikt voor 'Ride On Time' van Black Box. Holloway krijgt echter geen 'credits' op de plaat en sleept Black Box voor het gerecht. Ze wint de rechtszaak. Vanaf dat moment komt haar loopbaan in een stroomversnelling, ondanks dat ze reeds 45 jaar jong is. Marky Mark en zijn Funky Bunch laat haar niet alleen opdravon om gastvocalen te doen op 'Good Vibrations', ook neemt Marky Mark Loleatta mee voor promotionele optredens. Het resulteert in een aantal andere producties met onder andere Capella ('Take Me Away') en een tweetal singles met GTS. De laatste jaren moet Holloway het vooral hebben van remixen en nieuwe opnames van oude dance-krakers. Een 2006-update van 'Love Sensation' is haar laatste (Engelse) hit. Op 21 maart 2011 overlijdt ze aan de gevolgen van hartfalen. Ze is dan nog maar 64 jaar jong.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten