dinsdag 27 oktober 2015
Week Spot: Don Covay & The Goodtimers
Hoewel het tweede bericht op Soul-xotica 'het vieze liedje van Don Covay' heet en gaat over de getoonde suggestiviteit in 'See-Saw', heb ik bij mijn weten nog nimmer een bericht gepubliceerd over de man. In 2011 komt 'See-Saw' van Covay wel bij mij wonen, maar doe daar verder niets mee. De Week Spot van deze week komt uit de vracht die ik vorige week zondag heb gekocht in Zwolle. Een zéér aangename verrassing! Even een stand van zaken met overige singles: Ik heb bericht gehad van de verkoper van The Mighty Lovers dat die tot en met zondag met vakantie is. ,,Als dat onacceptabel is, maak ik de deal ongedaan en stort meteen het geld terug", schreef hij. Kijk! Zo mag ik dat graag zien op Ebay en dergelijke plekken en, nee, ik heb geen haast met de plaat en dus mag die volgende week worden verzonden. Vanmiddag heb ik gospel-plaatje van mijn zoeklijstje gehaald, die hoeft 'slechts' uit Duitsland te komen en zou dus voor het weekend binnen kunnen zijn. Niet zomaar een gospel-plaatje, maar eentje waarvan jullie twee flarden zouden kunnen herkennen omdat ze later zijn gesampled voor een hit. Nu eerst maar eens de Week Spot aan jullie voorstellen: 'Iron Out The Rough Spots' van Don Covay & The Goodtimers (1966).
Donald James Randolph wordt geboren op 24 maart 1936 in Orangeburg in South Carolina. Zijn vader is dominee, maar die sterft als Don slechts acht jaar oud is. Zijn moeder neemt hem mee naar Washington, waar Don zijn eerste schreden zet in de muziek. Hij zingt met The Cherry Keys, het gospelkwartet van zijn familie. Kort daarop wordt hij lid van The Rainbows. Marvin Gaye en Billy Stewart zijn elk ook korte tijd lid van The Rainbows. In 1956 maakt Covay zijn eerste opnames met The Rainbows. In 1957 wordt hij echter opgenomen in de revue van Little Richard. Buiten dat hij openingsact is van Little Richard, bestuurt Covay ook de limousine van Penniman. De eerste single van Don Covay wordt uitgebracht onder de naam Pretty Boy en heeft de weinig inspirerende titel 'Bip Bop Bip'. Zelfs de spellingscontrole keurt het af! Covay wisselt tussen 1957 en 1961 vaker van platenmaatschappij dan van sokken en het succes blijft uit totdat hij bij Columbia tekent. Covay schrijft 'Pony Time' dat in 1961 op de plaat wordt gezet door Chubby Checker. Hoewel Covay zélf niet op de plaat is te horen, heeft hij dus wel zijn eerste hit en zijn eerste zakgeld. The Goodtimers heeft even daarvoor een minuscuul hitje gehad met het nummer, maar het succes van Checker slaat alles.
In 1962 heeft Covay zijn eerste solo-hit met 'The Popeye Waddle', maar met een 75e plek op de Billboard is dat nog steeds behelpen. Zijn eerste doorbraak is in 1964 met het klassieke 'Mercy Mercy' als Don Covay & The Goodtimers. Niet alleen mag Covay op basis hiervan een elpee uitbrengen, ook neemt The Rolling Stones haar versie op van 'Mercy Mercy' voor 'Out Of Our Heads'. 'See-Saw' is nog een redelijke hit, maar verder zal Atlantic niet rijk worden aan de platen van Don Covay. Covay legt zich daarentegen meer toe op het schrijven van nummers. Op een gegeven ogenblik werkt hij nauw samen met de mannen van Stax. Onze Week Spot is daar een resultaat van, dat wordt geschreven met Booker T. Jones, David Porter en Steve Cropper. Covay schrijft eveneens voor zijn 'ontdekker' Little Richard en Otis Redding, maar zijn grootste succes is 'Chains Of Fools' van Aretha Franklin. Die neemt dus ook 'See-Saw' op in 1968. In dat jaar formeert Covay een 'supergroep' met Solomon Burke, Joe Tex, Ben E. King en Arthur Conley: The Soul Clan. Alleen 'Soul Meeting' is een bescheiden hit en in 1969 gaat hij de relatieve anonimiteit in door als gitarist aan de slag te gaan bij The Jefferson Lemon Blues Band.
In 1972 wordt hij A&R-manager bij Mercury en krijgt het voor elkaar om eveneens platen uit te brengen op dat label. 'I Was Checkin' Out, She Was Checkin' In', over vreemdgaan, is vrij onverwacht een grote hit in 1973. Ik geef zelf de voorkeur aan de heerlijk opgefokte b-kant, een cover van 'Money'. In 1974 en 1975 volgen de hits 'It's Better To Have' en 'Rumble In The Jungle'. Daarna mag Covay aan de slag bij Philadelphia International, maar de hits zijn opgedroogd. In 1986 horen we hem plots terug als achtergrondzanger op 'Dirty Works', het album van The Rolling Stones.
In 1992 krijgt Covay een beroerte. Een jaar later krijgt hij zijn eigen 'tribute'-album met bijdragen van onder andere Ronnie Wood, Iggy Pop en Todd Rundgren. In 2000 maakt hij zijn eerste album in 23 jaar. Ook nu kan hij rekenen op de hulp van ondermeer Paul Rodgers, Wilson Pickett, Otis Clay en Huey Lewis. Ronnie Wood zorgt voor de grafische vormgeving. Covay heeft op 31 januari van dit jaar opnieuw een beroerte die hem ditmaal fataal wordt. Hij ontvalt ons op 78-jarige leeftijd. Zijn vrouw Yvonne is reeds in 1981 overleden en zoon Donald Jr. in 2009. Hij laat vier kinderen, drie broers en vijf kleinkinderen achter. En een catalogus die iedere vorm van rhythm & blues beslaat, van doowop tot en met funk.
'Iron Out The Rough Spots' verschijnt voor het eerst in 1966 als a-kant van een single, maar het doet niets op de hitparade. Tien jaar later brengt de Nederlandse tak van Atlantic de single opnieuw uit, alleen worden nu de kanten omgedraaid. 'You Put Something On Me' heet nu opeens de a-kant, maar ik kies dan toch voor het meer uptempo 'Iron Out The Rough Spots'.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten