woensdag 8 mei 2019

Week Spot: Darryl Carter



Ik heb vandaag een (geplande) vrije dag en heb dit vooral benut ter voorbereiding van de komende zondagen. Ik wil in 'The Vinyl Countdown - The 7" Collection' alle gele bak-singles (plus dubbele exemplaren) draaien die in 2018 en 2019 in mijn bezit zijn gekomen en dan in alfabetische volgorde van de titels. De lijst heb ik zaterdag af gemaakt en in plaats van iedere zondag platen bijeen te moeten zoeken, heb ik nu alle nieuwe aanwinsten samen in twee bakken staan en op volgorde van draaien. Dat klusje neemt toch al bijna drie uur in beslag! Verder is het vooral wachten op het pakketje uit België dat om klokslag zes uur is bezorgd. Nu schiet me opeens te binnen dat het pakketje met de naalden nog in de groene brievenbus moet zitten, maar ach... het is Uffelte. Als ik de Belgische verkoper laat weten dat het is gearriveerd, besluit ik iets ter sprake te brengen. Ze had afgelopen zomer een soortgelijk artikel in de aanbieding en deze stond weken gemarkeerd als 'gereserveerd'. Hoewel het erop lijkt alsof ze het aan iemand anders heeft verkocht, heb ik spijt als ik de geboden prijs zie. Ik wil er wel meer voor geven! Vanavond breng ik dit ter sprake en wat blijkt? Ze is het 'vergeten', het ligt waarschijnlijk nog gewoon in de kast en, jawel, ik mag het voor mijn voorgestelde prijs overnemen. Ofwel: Het loont toch om zo nu en dan over iets 'ouds' te beginnen? Nu ga ik het ook over iets 'ouds' hebben dat tegelijk ontzettend nieuw is. De single is gisteren binnen gekomen en tijdens het schrijven beloof ik dat het binnenkort Week Spot kan worden. De kersverse Week Spot is niet de laatste aanwinst van Bettye Swann, maar de single 'The Only Thing That Saved Me' van Darryl Carter uit 1972.

Het is al later op de avond als ik opeens zin heb om deze Darryl Carter op te zoeken. Nee, ik verwacht geen koffie en koekjes, maar ik wil kijken of er informatie is te vinden over de man. Tot mijn grote verbazing heeft één collega-Blogspot-gebruiker over hem geschreven. Het is niet een verhaaltje uit de losse pols: Het is een verhaal waar jaren van voorbereiding aan vooraf is gegaan. De jaren dat de schrijver een vriendschap heeft opgebouwd met Darryl Carter en door de vele gesprekken zoveel is komen te weten dat hij het aandurft om het in een blogbericht te gieten. Red Kelly uit New York heeft een blog waar hij aandacht besteedt aan totaal vergeten b-kanten en uiteraard gaat dit gepaard met geluidsclips (hoewel het bij mij niet wil afspelen). Op 31 januari 2012 publiceert hij op 'The "B" Side' het uitgebreide verhaal over een man die tot dan toe zwaar onderbelicht is gebleven. Ook ontdek ik dat ik reeds meerdere composities van Carter in de koffers heb staan. Kelly begint het verhaal met de kennismaking met Carter. Hij reist stad en land of voor reünies van soul-groepen en dergelijke. Op een zeker moment ziet hij een naam op het programma die hem helemaal niks zegt. Darryl Carter heeft meteen een argument waarmee hij Kelly weet te overbluffen: ,,Ik heb in de jaren zestig en zeventig voor alle drie de grootste opnamestudio's in Memphis gewerkt". Dat maakt hem nieuwsgierig en dat is het moment waarop hij zich gaat verdiepen in het werk van Carter.

Carter brengt zijn jeugd door aan de westkant van Chicago. Het is een bakermat van muzikanten en Carter's omgeving bestaat voornamelijk uit de blues. Uit het hele land trekken muzikanten naar Chicago om aan de bak te kunnen komen bij platenmaatschappijen als Chess en Brunswick, om maar te zwijgen van de honderden kleinere platenlabels in de stad. Je zou kunnen denken dat Darryl dus helemaal op de juiste plek is, maar hij volgt het advies op van een beambte op het postkantoor. Deze vertelt hem dat 'als hij het wil maken in de muziek, hij naar Memphis moet gaan". Carter pakt zijn koffer en gaat het diepe zuiden in. Hij arriveert daar omstreeks 1965. Rond dezelfde tijd opent in het noorden van Memphis een kleine studio haar deuren en Carter probeert daar zijn geluk. Onder het toeziend oog van Chips Moman zingt hij een lied van Johnny Mathis. ,,Met een stem als de jouwe moest je eigenlijk leren om je eigen liedjes te schrijven", is het advies dat hij krijgt van Moman. Carter hangt dagen lang rond in de studio en leert de kneepjes van het produceren in de studio alsook het schrijven van liedjes. En zo rolt dan dat ene liedje bij hem uit de pen: 'No Sad Song'. Paul Revere & The Raiders neemt dit als eerste op. Vervolgens komt het terecht bij Oscar Toney Jr. en zal Joe Simon in 1968 een grote hit scoren met het nummer. Platenmaatschappijen Bell en Monument zijn aanvankelijk de grote afnemers van de studio en het duurt niet lang eer Tom Dowd van Atlantic zijn hoofd om de deur steekt. Als deze de producties in de studio laat opnemen, neemt ook de kwaliteit van de apparatuur toe en wordt The American één van de belangrijkste studio's in de stad. Het tweede schrijverssucces voor Carter is een track op een elpee van The Sweet Inspirations. Toch ga ik niet, zoals Kelly op zijn blog doet, iedere titel noemen, maar wel degene die bij mij in de koffers staan.

Hij werkt omstreeks 1969 veel samen met Bobby Womack en als deze een uitstapje maakt naar de westkust volgt Carter hem op de voet. Hij maakt daar een single voor het Venture-label, het label dat Mickey Stevenson heeft opgericht na zijn vertrek bij Motown. 'L-O-V-E' is echter niet het verkoopsucces waarop wordt gehoopt en Carter keert terug naar het songschrijven. Hij keert terug naar Memphis en gaat werken voor Volt en Stax waar hij opnieuw werkt met Isaac Hayes. Hayes hangt in de vroege jaren ook hele dagen rond in The American en de mannen zijn goede vrienden. Dan zie ik in het overzicht van de liedjes 'Seeing Is Believin' van The Mad Lads en deze heb ik sinds november in de koffers staan. In 1971 maakt hij echter de overstap van Volt naar Respect en Perception Records. 'Never Forget What You Came From' heet de single op Perception en voor deze opnames trekt Carter naar Philadelphia. Hij werkt mee aan een single van Bobby Womack op United Artists en is betrokken bij zijn eerste productie voor Hi met Quiet Elegance als de Week Spot wordt uitgebracht op het kleine TTC-label. Intussen blijft Carter schrijven voor de sterren van Hi: Otis Clay, O.V. Wright en Syl Johnson. Ook Ann Peebles neemt een nummer van hem op. Willie Mitchell start in 1974 het Pawn-label en trapt af met een single die geschreven is door Carter, Don Bryant (van wie ik 'Doin' The Mustang' heb) en Earl Randle. Dat is een voormalige Week Spot uit 2016: 'It's Time You Made Up Your Mind' van Willie Clayton. In de midden jaren zeventig staat het eens zo machtige muziekimperium van Memphis op instorten. The American is al ten onder gegaan en ook Stax Empire en Willie Mitchell's Hi-studio's hebben hun langste tijd gehad. Carter treedt later op met The Masqueraders en maakt ook nog een eigen album.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten