zondag 2 februari 2025
Doodlopers
'Met de begrafenis van heit had je witte sportschoenen aan, die stonden je erg goed'. Ik kijk mijn moeder vol verbazing aan en schud mijn hoofd. Het kan zijn dat er een lichte kleur in de schoenen heeft gezeten maar egaal witte sportschoenen heb ik al vijfentwintig jaar niet meer gehad. 'Ik weet het nog heel goed', zegt ze maar ik heb ernstig mijn twijfels. Ze zal het wel hebben gedroomd! Welnu, sinds een paar weken twijfel ik nog sterker en sta ik op het punt om mijn hoofd naar de hemel te keren en te roepen 'Ja moeders, je had weer gelijk hoor!'. Bij deze dus. Vanavond ga ik voor de aardigheid vijftien jaar terug in de tijd naar de weken vóór de start van Soul-xotica. Het is een ietwat warrige tijd. De hersenschudding is weg getrokken en ik heb nog altijd niet het antwoord op de vragen die ik een jaar eerder heb gesteld. Ik doe begin 2010 opnieuw een poging om hulp te krijgen maar dat wordt wederom geweigerd. In een poging mijn hoofd te reorganiseren middels buitenactiviteiten heb ik besloten dat ik wil gaan hardlopen.
Als ik in 2009 voor het eerst bij de bevriende voetreflextherapeute kom en mijn maat 48 platvoeten aan haar presenteer, wil ik me verontschuldigen voor het grote oppervlak voor haar neus. 'Ach, mijn oudste zoon heeft ook van die slagschepen'. Het is bijna een jaar later als ik haar laat weten dat ik vanmiddag maar even de stad moet in gaan om hardloopschoenen te vinden in mijn onmogelijke maat. 'O wacht maar', zegt ze dan. 'Mijn oudste zoon heeft nog wel een paar staan die hij niet meer aantrekt. Dan kun je het daarmee proberen of het iets voor je is'. Later die middag haal ik de schoenen op en ja... ze zijn maat 48 en egaal wit. Maar goed, het gaat hem vooral om het comfort tijdens het hardlopen, in andere gevallen kan ik terugvallen op zwarte legerkisten of iets dergelijks. Op een zekere zondagmiddag meen ik dat dit het moment is om te beginnen aan de nieuwe hobby. De schoenen geven de juiste demping bij het hardlopen en ik ren naar Onna. Even verderop heb ik het alweer gehad met het rennen en ik loop vervolgens terug naar Steenwijk. Ik heb mezelf een blowtje beloofd vanavond en dus haal ik een zakje wiet bij de coffeeshop. Wat? Ja, ik heb inderdaad sinds 2008 geen drugs meer gebruikt. Dit bewuste zakje komt in de kast te liggen en ik gooi het twee jaar later bij de verhuizing weg. Nooit meer van geproefd!
De schoenen komen in een hoek van de kamer te staan want ik heb al aardig snel in de gaten dat hardlopen geen hobby gaat worden. Liever ga ik een flink stuk fietsen, ook al moet de Tyros nog naar de fietsenmaker om hersteld te worden van het ongeluk in september. Dat gaat pas eind volgende maand gebeuren en de zomer van 2010 is dan ook boordevol mooie en lange fietstochten. Op een bepaald moment begeeft een paar schoenen het en besluit ik de witte gympen aan te trekken. Het kan dus zomaar zo zijn geweest dat ik deze draag bij de begrafenis van heit in april 2011, maar dat was ik alweer vergeten. Heit is overigens nog springlevend in begin 2010, ook al is ons in de eerste dagen van het nieuwe jaar verteld dat het einde wel in zicht is. Door een gezwel in de maag is de man al maanden bezig zijn bloedvoorraad kwijt te raken met zijn ontlasting en ten tijde van het bezoek aan de huisarts is hij zoveel bloed kwijt dat hij op het nippertje kan worden gered. Het zijn echter tijdelijke oplossingen want voor een volledige operatie is hij té oud en heeft teveel andere gezondheidsproblemen. Hij heeft, achteraf gezien, ruim een jaar gekregen om afscheid te nemen van ons en zijn eigen uitvaart voor te bereiden. In januari 2010 is een neef zeer vroeg overleden na een lang ziekbed. Ik voel me niet top genoeg om een begrafenis bij te wonen en heit is te zwak. Ik blijf deze middag dus bij heit.
De bedrijfsarts is een maandelijkse routine. Hij trekt immer dezelfde conclusie en stuurt me dan weer weg voor een maand. In februari begint hij toch even te 'pushen' richting werk. Zou het geen idee zijn om te beginnen met eens in de twee dagen twee uren binnen op een afdeling van de sociale werkplaats? Ja, daar kan ik in principe wel akkoord mee gaan. Ware het niet dat ik een héle slechte afdeling tref waardoor ik opnieuw moet aangeven dat ik het niet trek. Ik ben gebaat bij een werkplek met positieve en optimistische mensen. Als we 's ochtends een kwartier aan het werk zijn, beginnen de eerste collega's al te zuchten dat ze hopen dat het snel vier uur is. Verder wordt de groep gedomineerd door een oud-militair die voortdurend de buitenlanders op de afdeling loopt te treiteren. De afdelingschef heeft te horen gekregen dat hij in mei wordt weg bezuinigd en gaat zich dus niet meer druk maken. Hij vertelt mij dat ik hetzelfde moet doen, maar nee... ik kan niet tegen onrecht. De Turken op onze afdeling werken harder dan menigeen en doen geen vlieg kwaad. Ik kan het dus niet uitstaan dat iemand hen constant loopt te sarren. Dan stap ik naar de chef. 'Als jij er niets aan doet, ga ik naar huis'. Hij wenst me een prettige dag toe en ik laat de bedrijfsarts weten dat ik 'er nog niet klaar voor ben'. Hij vindt het ook wel best zo. Tijdens deze twee uurtjes eens in de twee dagen begin ik overigens wel met Soul-xotica. Daar ben ik immers wel klaar voor en nu mag ik me gaan voorbereiden op de vijftiende verjaardag van de praatpaal.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten