woensdag 22 maart 2023
Honderd achteruit: The Moody Blues
De band is gisteren al ter sprake gekomen in 'Alle 40 Goed' en méér daarover in de volgende aflevering. Bovendien komen we groep tegen in deze aflevering van 'Honderd achteruit'. Het begint voor mij met 'Nights In White Satin' in de Top 100 Aller Tijden van 1986. Een paar maanden later zie ik dat de groep nog steeds actief is als de Avro besluit 'Your Wildest Dreams' tot RTV-Tip te maken. Vervolgens zal de hobby pas in 1988 op gang worden geholpen dankzij het NCRV-radioprogramma Elpee Pop en krijg ik drie maanden later 'Nights' op mijn dertiende verjaardag. Ik ben 'fan' voor het leven. In 1991 dreig ik ermee om naar een concert in Den Haag te gaan en dan leest mijn broer in de Telegraaf dat Justin Hayward en John Lodge hun nieuwste album gaan signeren bij Staffhorst in Utrecht. Ik heb een brief geschreven, foto erbij en een blanco kaartje. Een week later heb ik het terug mét de handtekening van beide Moody Blues-veteranen. Ik ben in 1992-93 ook nog een tijdje lid geweest van de officiële fanclub maar in de midden jaren negentig bloedt de interesse dood. Ik heb dan inmiddels ook het meeste wel en kom de ontbrekende platen vanzelf eens tegen. En zo is het 2022 en tref ik maar liefst twee van deze singles en deze staan vandaag in de schijnwerpers. Op nummer 27 in de Top 100 van vorig jaar staat 'From The Bottom Of My Heart' uit 1965 en op 56 'Life's Not Life' uit 1967. Het betekent dat ik de focus mag leggen op de eerste jaren van The Moody Blues.
Goed beschouwd is The Moody Blues een lokale supergroep zoals er meerdere van deze initiatieven zijn. Jaren lang hebben bands het kunnen permitteren om maar wat aan te rommelen in de marge. Een enkeling stoot door naar de hitparade of krijgt een residentie in een club in Hamburg. Met de komst van The Beatles is het voor veel plaatsen duidelijk: Er moeten krachten uit verschillende bands worden gebundeld om met één kwaliteitsgroep op de proppen te komen. Ray Thomas, John Lodge en Mike Pinder komen uit El Riot & The Rebels welke in Hamburg hebben opgetreden zonder al teveel succes. Brian Frederick Hines noemt zichzelf Denny Laine en is de leider geweest van Denny & The Diplomats. Drummer van The Diplomats is Bev Bevan. Graeme Edge heeft de drumstokken vastgehouden in Gerry Levine & The Avengers met Roy Wood. John Lodge is kandidaat om het vijfde bandlid te worden maar deze geeft de voorkeur om eerst zijn studie af te maken. Albert Eccles wordt dan de basgitarist voor de band, hoewel hij het pseudoniem Clint Warwick gebruikt. Hoewel de leden een bom aan ervaring mee dragen, gaat er relatief weinig tijd overheen voordat The Moody Blues een platencontract heeft. De eerste single heet 'Steal Your Heart Away' (per ongeluk toegeschreven aan The Moodyblues in Engeland) en deze flopt genadeloos. De tweede single is het raak: 'Go Now!' is een wereldwijde top tien-hit. Helaas voor The Moody Blues is de boekhouding een zootje en is vooral een corrupte manager ervandoor gegaan met het zuurverdiende loon van de leden.
Hoewel The Moodies nog een paar hits zullen hebben in Engeland komt er geen tweede 'Go Now!'. 'From The Bottom Of My Heart' schopt het tot een 22e plek in de Engelse hitlijst. Clint Warwick is op alle opnames te horen van de groep uit de jaren 1964-66 en ook op 'Life's Not Life'. Clint is de oudste van het stel en wil zich concentreren op zijn gezin en verlaat de groep in 1966. Rod Clarke vervangt hem tijdens een tournee door Nederland en België en kort daarna laat John Lodge weten dat hij klaar is voor het avontuur. Het uitblijven van succes en de tegenwerking van Decca noopt ook Denny Laine tot opstappen. Hij maakt in 1967 een paar solo-singles en zal daarna vooral gastzanger worden. In de jaren zeventig voegt hij zich bij Wings en de rest is geschiedenis. Zijn eerste solo-single is 'Say You Don't Mind' en Colin Blunstone zal in 1972 een hit hebben met het nummer van Laine.
Na een oproep in een muziekblad stapt Justin Hayward naar voren. Hij heeft in de jaren ervoor gewerkt met Marty Wilde en wil wel verder met The Moodies. Echter heeft hij het helemaal gehad met het vertolken van zwarte rhythm & blues en wil meer de folk-kant op. Bovendien heeft Mike Pinder een mellotron gekocht dat hij meer wil inzetten in de muziek. Een vriend in België biedt hen onderdak aan van waaruit The Moody Blues kunnen schrijven aan nieuw materiaal. Decca probeert echter nog altijd om het lichtje brandend te houden en met name in Nederland, België en Frankrijk waar de groep dan een soort van cult is geworden. Tot afgrijzen van The Moodies zélf komt Decca in begin 1967 met de single 'Life's Not Life'. De opnames zijn al twee jaar oud en hebben niets met de nieuwe koers te maken. Bovendien negeert Decca het feit dat twee van de band al lang zijn opgestapt.
Decca is echter van meerdere markten thuis en is in 1966 het progressieve Deram-label begonnen. Ook heeft het een stereotechniek ontwikkeld welke alleen nog promotie vergt in de hoek van de klassieke muziek. Het idee ontstaat om een rockband te laten optreden met een orkest. In eerste instantie denkt Decca aan Procol Harum. Deze band heeft echter geen contract met Decca maar met producent Denny Cordell en de laatste heeft na de release van 'A Whiter Shade Of Pale' een contract afgesloten bij Regal Zonophone. The Moody Blues krijgen lucht van dit plan maar Decca weigert aanvankelijk het gesprek aan te gaan. The Moodies zijn bijna uit hun contract en het heeft Decca de afgelopen twee jaar alleen maar geld gekost. Dan komt het groen licht, maar... het is wel de laatste strohalm. Als dit mislukt of de plaat flopt, dan is het definitief afgelopen met The Moody Blues bij Decca. Het album wordt 'Days Of Future Passed' en bevat 'Nights In White Satin'. Hiermee kunnen we stellen dat het noodlot op een nippertje is afgewend want opeens is van alles weer mogelijk voor de groep.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten