maandag 13 maart 2023

Het zilveren geheugen: maart 1998 deel II


De vorige aflevering van 'Het zilveren geheugen' ging heel specifiek over de sollicitatie bij de 'Working Men's Club'. De editie ervoor over de eerste dagen in het 'klooster'. Daarbij ben ik vergeten te vertellen dat ik de vrijdag erop een intake heb gehad bij de YWCA. Ik kom in aanmerking voor een kamer, alleen kunnen ze met geen zekerheid zeggen wanneer dit het geval gaat zijn. Het kan zomaar nog maanden duren. Zolang ik mezelf niet weer verlaag tot bedelen, kan ik in principe nog een hele tijd blijven op Brownlow Street. Toch moet het voor de buitenwereld 'geheim' zijn en moet ik ook voor een bepaalde tijd thuis zijn om niet in de gaten te lopen bij de andere dak- en thuislozen. Op een avond mag ik met het thuisfront bellen en daarbij hoort ook de kliek in Het Bolwerk. Dat wordt opeens erg gezellig en Ian voelt zich een 'vreemdeling' in zijn eigen kamer. Sindsdien worden de duimschroeven aangehaald en moet ik iedere dag wel met een paar advertenties thuis komen, wil ik hier kunnen blijven. Ik blijk echter niet de enige te zijn die hier een tijdje mag verblijven want op een zekere avond is daar een andere gast. Ian is deze avond weg en dat is maar goed ook!

De naam van de jongeman ben ik vergeten. Ik geloof dat hij van dezelfde leeftijd is of wellicht ietsje ouder. Ook hij was ooit aangetrokken tot York vanwege de vele horeca. Het vinden van onderdak is echter een stuk lastiger in York en ook hij is even in de goot beland. Intussen heeft hij alweer onderdak en werk gehad maar vindt de drankjes té lekker en is ook niet vies van een jointje. Hij is dus weer uit zijn huis gezet. Hij wordt op Brownlow Street onthaald als een vriend en deze avond gaan we films kijken. Omdat ik foto's heb laten zien van de Popkelder en mijn Sneker vrienden meent Father me een groot plezier te doen met 'Rocky Horror Show'. Nee, dank je. In plaats daarvan kijken we 'Sister Act'. Later op de avond heeft Father een voorstel waarover ik heel enthousiast moest worden. Ik zie het echter niet zitten met deze 'vriend' en dat maakt dat ik lastig in slaap kan komen. Father wil een caravan voor ons samen huren waaruit we dan elk aan het werk kunnen gaan en geld sparen voor een kamer voor onszelf. De volgende ochtend komt dan het verlossende telefoontje: Ik kan dinsdag terecht in de YWCA.

Ik ben in de voorgaande weken al een paar maal bij een organisatie geweest welke onderdak kan regelen voor daklozen. In feite kunnen ze niets anders doen dan thee schenken en een luisterend oor bieden en kunnen pas nachtopvang aanbieden als een woning in zicht is en maximaal voor een week. Overigens ook alleen op weekdagen, dus het houdt niet over. Deze vrijdag kan ik dan eindelijk bij Heather aankloppen voor een vervangende slaapplek. Dat gaat héél omslachtig. Ik mag vooraf niet het adres weten en wordt door de organisatie met een busje er naartoe gebracht. Daar kan ik op zichzelf nog wel mee leven. Met de rest kan ik niet leven maar daarover ga ik jullie vanavond vertellen. Ik kan de naam van het 'goede doel' niet meer herinneren. Je mag maximaal één nacht op een adres verblijven en, zoals gezegd, alleen op weekdagen. Het is een vrijdag als ik het traject in ga en voor zaterdag en zondag moet ik maar weer iets bedenken.

Het busje brengt me niet bepaald naar een onbekende omgeving. Het is Tadcaster Road nabij het paardenracestadion van Knavesmire. Ik ben hier al eens geweest op één van de eerste dagen dat ik de racefiets tot mijn beschikking heb. Ik word binnengelaten door een ouder echtpaar. Ze wijzen me de voorzieningen en vragen of ik al heb gegeten. Ik krijg te eten en tot zover is alles dik in orde. Wat me opvalt is dat ze verder geen mond opentrekken. Ik probeer zo nu en dan een gesprekje op gang te brengen, maar de stilte is oorverdovend. Op een bepaald moment ga ik me hierover opwinden en dan krijg ik een kort antwoord: Ze mógen niet met me praten. Ik ben te gast voor een nacht en dat is alles. Ik mag ze daarna ook niet meer herkennen op straat en ze mogen ook geen vrienden met me worden. Ik dacht dat ik alles had meegemaakt. De volgende ochtend bij het ontbijt zegt de man dat ik die avond gerust opnieuw mag langskomen. Ik bewaar mijn fatsoen en aanvaard het omdat ik weinig andere keuze heb. Heel stiekem heb ik een plannetje en ik hoop dat dit gaat werken.

Ik heb een sleutel van Brownlow Street en loop het hele stuk van Knavesmire naar The Groves. Op Brownlow Street maak ik een kopje thee en geniet van de rust. Father heeft op zaterdagmorgen een kwartiertje op de lokale radio. Als hij terugkomt, is het weer ouderwets gezellig. Omdat ik weet dat Ian het weekend naar zijn vriend in Londen is, durf ik het opeens te vragen. 'Mag ik hier blijven voor het weekend?'. Natuurlijk mag ik blijven. Maandag moet ik nog één zo'n adres zien te overleven en dan heb ik mijn eigen plekje in de YWCA. Bij gebrek aan particulieren wordt het ditmaal een bed & breakfast-hotel van een Italiaan. Het zit een flink eind buiten het centrum en ben nog nooit in deze omgeving geweest. Omdat ik nog iets moet eten, ga ik 's avonds de deur uit. Als ik terugkom, zit alles potdicht. Ik bel aan en krijg een woedende Italiaan aan de deur. Ik heb mijn oog laten vallen op de prachtige porseleinen asbak op mijn kamer en kaap deze mee in mijn rugzak. Voor ontbijt kom ik ook al niet in aanmerking en dus is de asbak een compensatie.

En zo kom ik dan de YWCA binnen. In de volgende aflevering van 'Het zilveren geheugen' meer over de organisatie en het verblijf aan Water Lane in Clifton. Eerst krijgen jullie een aflevering van 'Het zilveren goud' met singles uit januari 1998. Op de foto zien jullie Tadcaster Road en in 2001 fiets ik dit opnieuw langs als ik richting Leeds wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten