woensdag 27 augustus 2014
U van Urlaub
Ik had eigenlijk maar twee vaste plannen: Een bezoekje aan Myriam in België en een fietstochtje naar Aken. Dat laatste wilde ik vrijdag doen nadat ik donderdag had gezien dat ik de LF6 bij Gulpen kan oppikken. De LF6 gaat in principe van Maastricht tot Aken, maar is min of meer een verbinding van België met de Duitse grens. Ik zie nu dat de LF6 vijfendertig kilometer is, maar dat heeft in Limburg een andere betekenis dan in noordelijke gedeeltes van Nederland. Hier telt het aantal heuvels en de steilheid van deze bulten. Ik zal van Gulpen tot de Duitse grens twintig kilometer hebben gefietst, maar qua inspanning staat het gelijk aan zestig kilometer in Drenthe. Ik wil vrijdagochtend op de heenweg een gasflesje oppikken in Gulpen, maar als blijkt dat ik deze in Margraten moet halen, verschuift het bezoek aan Aken naar zaterdag.
De achterband heeft lucht nodig en dus ga ik eerst Gulpen in om de band op te pompen. Dat is dag en nacht verschil. Koud op de LF6 kan ik meteen beginnen met het klimwerk. Dat is dan vooral lopen, want zoals ik bij de I ga schrijven, moeten mijn knieën even wennen aan het fietsen in Limburg. De trui kan ook spoedig de rugzak in en op zekere momenten is het zomers warm. In Mechelen, gewoon in Nederland, steek ik bij een winkel aan voor pakjes drinken en onderweg zit ik een paar keer uit te puffen op een bankje. Het is nu eenmaal veel lopen. Ik denk dat ik op dit moment minder moeite zou hebben gehad met enkele hellingen, maar er zitten een paar gemene tussen. Wat te denken van Vijlen, het dorp op de foto. De afgebeelde kerk is het hoogst gelegen gebedshuis in Nederland. Dat zegt meer dan genoeg? Toch leer ik het daar al een beetje, want ik kom toch bijna op de helft. Lemiers is dan voorlopig het laatste Nederlandse dorp en daar houdt de LF6 op. De Duitsers zetten de route echter toeristisch voort. Het is niet altijd even duidelijk, maar een mooie omgeving is het wel. Plus dat het redelijk vlak is!
Rond de middag ben ik in Aken. Ik heb niet een echt doel. Ik zou best even willen speuren naar singles, maar heb me voorgenomen zeer kritisch te zijn. Het centrum zélf is te druk voor een rustzoeker en speurend naar tweedehands platen verlaat ik de winkelstraten voor de straatjes erom heen. Op een zeker moment wordt duidelijk hoezeer ik in de achterbuurten terecht ben gekomen. Ik vind het wel erg respectloos om de vriendelijke raamdame te negeren en dus maak ik een babbeltje met haar. Helaas voor haar ben ik geen klant. De 'Kaffee-mit-Kuchen' staat op mijn lijstje, maar ik kan geen geschikte tent vinden. Aan het eind van de Pontstrasse zit een bakkerij waar ik dan toch een fruitgebakje en een mok koffie naar binnen werk. Op de fiets naar de grens bij Vaals. Dat is niet moeilijk te vinden: Het is daar waar die zwarte lucht hangt. Ik ben goed en wel in Vaals als het begint te plenzen, gevolgd door stevig onweer. Ik duik een café in en hou het droog. Even na Vijlen zie ik een handwijzer van Slenaken. Ik volg die route, maar ben na twee kilometer doodop. Hoe kan dit? Dat zal blijken. Ik ben op de Eperheide en ik ben me niet bewust van hoe hoog ik zit. Dat realiseer ik me pas als ik aan de afdaling begin. Flitsen van de Yorkshire Moors schieten door mijn hoofd. Ik zou nu wellicht ook 90 kilometer per uur kunnen halen, maar ik hou iets meer van het leven ten opzichte van 2001 en dus rem ik zo nu en dan af. In Epen zelf is het weer 'Urlaub' en loop ik waar het begint te hellen. Aan de voet van de beklimming van Hoogcruts eet ik een ijsje en kan ik tevreden terug kijken op het Duitse uitstapje.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten