maandag 11 augustus 2014
Raddraaien: The Stranglers
,,Kan dat echt niet volgende week?". Nee, dat kon volgens mij niet. Ik belde een paar maanden geleden, tijdens het dorpsfeest van Nijeveen, met de lokale aannemer en bestelde met spoed een sokkel voor een volgend standbeeld. Dat stapeltje gemetselde stenen staat sindsdien op de kruising tussen Kolderveense Bovenboer en Nijeveense Bovenboer. Regelmatig fiets ik er langs, onderweg naar Steenwijk, en zie dan hoe fietstoeristen een boterhammetje eten met de sokkel als zitje. Regelmatig klimmen jongelui bovenop de sokkel en maken foto's van elkaar. Vandaag was daar een schijnbeweging. Ik heb een paar weken geleden beloofd een standbeeld op te richten voor Bert Jansch, snarenvirtuoos van The Pentangle. Welnu, ik vind het verhaal niet boeiend genoeg voor een Beeldenroute, eerder iets voor Raddraaien of iets dergelijks. Bovendien wil ik de standbeelden reserveren voor meer de mensen 'op de achtergrond'. Ik heb nog wel zo'n 'sideman' in gedachten, maar die zou ik nog eens kunnen gebruiken voor een Week Spot (hoewel die single al sinds maart in de bakken staat). Dan zit er niks anders op dan een aflevering van Raddraaien te doen? Het resultaat uit de jaren tachtig-bak is 'No Mercy' van The Stranglers, maar het verhaal zou ook 'Mijn leven met The Stranglers' kunnen heten...
De meeste herinneringen uit mijn jongste jeugdjaren zijn verpakt in muziek en dat is niet verwonderlijk. Ik ben de jongste van vier kinderen en mijn oudste broer koopt zijn eerste single als ik...? Wát leert een kind van bijna drie? Lopen moest ik inmiddels wel kunnen, maar voor fietsen of lezen ben ik té jong. Ik doe eveneens mijn best zindelijk te worden, maar dat heeft nogal wat moeite gekost. Doordat ik mijn overmatige speeksel niet onder controle kan houden, maken de ruitenwissers op mijn speelgoedautootjes overuren. Intussen staat Hilversum 3 aan en vang ik de eerste geluiden op van de radio. Ruim vijfendertig jaar later vind ik 'Egyptian Reggae' van Jonathan Richman & The Modern Lovers nog steeds een rare plaat en kan ik 'If I Had Words' van Yvonne Keeley & Scott Fitzgerald anno 2014 beter waarderen dan toen. Tóch al een beetje 'zinnig' als het aankomt op muziek, daar zou ik later iets mee moeten doen?
In 1982 leer ik The Stranglers kennen. Ik ben niet getuige van het legendarische optreden in Toppop, hoewel ik toch bijna wekelijks mee kijk met mijn broers en zus. Ik denk dat ik het ook niet zou hebben begrepen. The Stranglers keren zich halverwege het nummer om en urineert tegen het decor. Dit uit protest dat ze moeten 'playbacken'. 'Golden Brown' is dan de grote hit. Het is alom op de radio en ik schat dat mijn oudste broer de single heeft gekocht. Ik kan al lezen, maar snap nog niet zoveel van het Engels. Toch ken ik het woord 'Brown' omdat iemand in het dorp een trekker heeft van het merk 'David Brown'. Lang associeer ik het nummer van The Stranglers met de witte trekker die erg opvalt te midden van de groene John Deere's en blauwe Ford's. Ik verbaas me als kind al over dat vreemde instrument, dat me toch erg aanspreekt. Pas veel later leer ik dat het een klavecimbel is. De latere singles van The Stranglers, 'No Mercy' inbegrepen, spelen ietwat op de achtergrond mee en deze leer ik pas in de nieuwe eeuw waarderen. 'No Mercy' heb ik overigens sinds juli 1993 in mijn bakken.
Ik denk dat we voor mijn volgende stukje Stranglers via de aankoop van 'Golden Brown' (1992) en 'No Mercy' (1993) plotseling in Engeland terecht komen. In het laatste van mijn geld in York koop ik daar 'Something Better Change' en 'Peaches' op single. In de nieuwe eeuw vul ik dat nog aan met 'No More Heroes' en dan heb ik alle singles van The Stranglers genoemd. Ook krijg ik van een Steenwijker vriend twee elpees: 'The Best Of' en 'La Folie'. Tijdens het Dicky Woodstock-festival van 1998 ontmoet ik de stel nieuwe vrienden waarmee ik in 1999 naar de zonsverduistering ben geweest. De 'oudere' vriend gaat niet mee, maar ik ga na afloop van Woodstock in 1998 wel met hem mee naar huis. Ik neem een paar bandjes bij hem op en op eentje zet ik 'Always The Sun'. Daarmee ontstaat een nieuwe interesse in The Stranglers. Twee jaar later ligt het Engelse avontuur achter me en ben in Tuk gaan wonen. Het Woodstock-festival van 2000 mist 'de magie' van eerdere festivals. Het werkt nadelig om het zo van dichtbij mee te maken en al zo vroeg het programma te kennen. In 2000 staan Fischerz en The Stranglers samen op de donderdagavond. Het t-shirt heb ik al weken geleden gekocht samen met de passe-partout.
Nee, echt gedenkwaardig kan ik het concert van The Stranglers op Woodstock niet noemen. Na afloop ontmoet ik een échte Stranglers-fan. Hij wijst naar mijn shirt en vertelt dat hij in Limburg woont. Hij zou dolgraag zo'n shirt willen hebben, maar moet de volgende dag aan het werk en kan dus niet blijven. Ja hoor... 'deal'! Ik trek mijn t-shirt uit in ruil voor vijfentwintig gulden. Hij wil het inlijsten, maar vraag me af of het met mijn odeur achter het glas is gegaan? In 2004 ben ik een regelmatig bezoeker van de CO-9, een kraakkroeg in Zwolle waar ik ook nog heb gewerkt in de laatste weken. Daar leer ik iemand kennen die helemaal bezeten is van The Stranglers. Hem tref ik in november 2012 opnieuw als Hugh Cornwell De Buze aandoet. Hugh Cornwell en The Stranglers zijn al ruim twintig jaar duurzaam gescheiden, maar het optreden van Cornwell is het dichtst bij The Stranglers geweest. Ook al is het jammer dat Cornwell de zaaleigenaar verzoekt om de dj te staken (en dat ben ik...). Het is een week voordat ik bij Wolfman Radio begin en die spanning maakt het dat ik met veel plezier terug denk aan dit 'exclusieve' Buze-concert.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten