woensdag 21 mei 2014

Raddraaien: The Ronettes



Toen in de zomer van 2002 een platenzaak in Leeuwarden opheffingsuitverkoop hield, heb ik een paar maal boodschappen gedaan. Ook met een handeltje in het achterhoofd, want ik had net Ebay ontdekt. Ik kon zowel de Amerikaanse 'We're On Our Way' van Chris Hodge als 'Seven Deadly Finns' van (Brian) Eno kwijt aan een verzamelaar in Rotterdam, hoewel die later steen en been klaagde. Eno had 'ringwear' op het hoesje en dat had ik moeten zeggen. 'Ringwear' is héél normaal bij gladde Island/Ariola-hoesjes uit de vroege jaren zeventig en direct had ik spijt dat ik deze had verkocht. Mijn 'eigen' Eno is in een mindere staat, maar dankzij de notities van de vroegere eigenaar op het hoesje wilde ik die beslist niet kwijt. Hoewel een prijs van een plaat fors keldert zodra een naam is geschreven op het hoesje, heb ik altijd een gevoel gehad bij dergelijke plaatjes. Je ziet de liefde van de vroegere eigenaar (m/v) terug of soms het tegenovergestelde. Ik heb later eens een beter exemplaar gekocht, maar mijn eerste 'Hello Josephine' van The Scorpions is nog steeds bij me. Ene Jos heeft met pen op het label geschreven: 'Bah huiswerk' en vervolgens een datum in 1967. Of dit ook de dag is geweest dat onze Jos baldadig is geworden, weten we niet. Wel dat hij de rand van de plaat heeft mishandeld met een aansteker... De Raddraaier van vandaag heeft eveneens een hoesje dat een verhaal vertelt: 'Be My Baby'van The Ronettes (1963).

Eerst mijn kant van het verhaal. Op oudejaarsdag 1997 arriveer ik in York, aanvankelijk een vakantie van drie dagen, maar dan besluit ik het daar te 'proberen'. Ik ben middels net zo'n tripje van drie dagen even terug geweest naar Friesland om wat spullen op te halen en stap een beetje onzeker op de boot naar Engeland. Het is pompen of verzuipen, zoveel is mij wel duidelijk. Ik krijg nog wat geld na vanuit Nederland en dat investeer ik in een racefiets en een stereo-set. Eind januari is het even 'dik feest'. Iedere keer als ik mijn pinpas in de muur stop, komt er twintig pond uit rollen. Totdat de pinpas wordt ingeslikt met de mededeling dat ik contact moet opnemen met mijn bank. Dan overleef ik twee weken met het leeghalen van de gokkast in de herberg totdat dit op een ochtend niet wil lukken. Dat is de start van de armoede.

Deze plaat van The Ronettes maakt echter nog deel uit van 'het feest'. Maandag 25 januari 1998. Twee dagen ervoor heb ik de platenspeler gekocht en heb enkele platen meegenomen uit Friesland. Nu is het tijd om York écht een 'soundtrack' te geven. Ik pin die middag wel drie keer en scheur enkele platenwinkels leeg. Deze van The Ronettes ligt bij een 'charity shop' aan Gillygate. Als deze oorspronkelijk is uitgegeven met het kartonnen hoesje, dan is deze afkomstig van J.W. Thornes Ltd., een platenboer met filialen in Dewsbury, Birstall, Batley en Heckmondwike. De eerste eigenaar (m/v) heeft geen sporen achtergelaten, maar dan is het plots 1984 en is daar Joanna. Ze heeft haar naam vijfmaal op het hoesje geschreven en ontdek net dat de vierde letter een 'r' moet zijn (altijd voor een 'k' aangezien) en verbaas me over de letter die tussen de 's' en de 'r' staat. Ik heb het altijd voor een 'z' uitgescholden, maar lijkt nu opeens meer een 'g'. Dan luidt haar naam Joanna Jusgraluk. Ze is 16 lentes jong als ze zich ontfermd over het plaatje. Oorspronkelijk is het 'hartje' uitgedrukt, maar Joanna is creatief met sellotape en een 'hartje' uit een EMI-single met de 'sold in UK subject to...'-tekst. Ze laat zich blijkbaar ook graag Joe noemen. Tenslotte wil ene Claire laten weten dat ze hier was op 24 september 1984. Het hoesje mag een beetje uit elkaar vallen en we zullen vast betere exemplaren van de single tegenkomen, maar deze gaat nóóit weg!

Het verhaal van The Ronettes is wellicht één van de meest bizarre uit de geschiedenis van de popmuziek. Het begint allemaal onschuldig. De familie van zussen Veronica en Estelle Bennett bezoekt oma iedere zaterdagavond en de kinderen mogen dan 'optreden'. Hun nicht Nedra Talley zal later de derde Ronette worden, maar in het begin doen ook de nichten Diane en Elaine mee, hoewel die laatste nog vaak Ronnie zal vervangen bij toekomstige concerten. Estelle wordt aangenomen op een dansschool terwijl Veronica een interesse krijgt in Frankie Lyman & The Teenagers. Ze scharrelt de familie weer bijeen om een soortgelijk groepje te beginnen, hoewel ook hun neef Ira mag meedoen. Het eerste publieke optreden verloopt chaotisch en na deze show in The Apollo verlaten Elaine, Ira en Diane het schip. Ronnie, Estelle en Nedra gaan verder als Ronnie & The Relatives en krijgt spoedig een contract bij Colpix. Er worden een paar singles opgenomen, maar het zijn geen van allen hits. Door een rare speling van het lot eindigt het trio op het podium van de hippe club The Peppermint Lounge, naast Joey Dee & The Starliters. Op een gegeven moment komt het trio onder contract van de roemruchte deejay Murray The K, maar het is Estelle die in de eerste maanden van 1963 de telefoon ter hand neemt en doodleuk Phil Spector vraagt om een auditie.

Phil weet binnen een halve noot dat dit de stem is die hij zoekt. Hij heeft het dan over Ronnie, want aanvankelijk wil hij haar alleen signeren. Moeder Bennett laat weten dat het óf het trio of niks is. The Ronettes neemt als eerste 'Why Don't They Let Us Fall In Love' op, maar tot ieder's frustratie weigert Spector het uit te brengen. The Ronettes maakt meerdere opnames, vier daarvan worden uitgebracht op een elpee van The Crystals. In de zomer van 1963 werkt het trio aan een compositie van Jeff Barry, Ellie Greenwich en Phil Spector en dit is 'Be My Baby'. Deze wordt wel uitgebracht en is meteen een doorslaand succes. De opvolger heet 'Baby I Love You' en doet het ietsje minder. The Ronettes is ook prominent te horen op 'The Christmas Album' van Phil Spector. Zelf maakt de groep één elpee met Spector: 'Presenting The Fabulous Ronettes Featuring Veronica'. Een leuk wetenswaardig feit is dat Cher op veel van de Ronettes-opnames is te horen en dat 'Be My Baby' haar plaatdebuut is geweest. Het is toch vooral Ronnie die door Spector in de 'spotlights' wordt gezet. Zij is vaak de enige van het trio die op de platen zingt en Spector verbiedt haar een paar maal om met de overige Ronettes op tournee te gaan. Desondanks is Ronnie wel bij het bezoek aan Engeland in 1964. De eerste keer dat Keith Richards 'naar de hemel ging', was het moment waarop deze ontwaakte naast een slapende Veronica Bennett.

Eind 1964 gebeurt er iets vreemds. De Britse Invasie heeft een paar maanden eerder een heel leger aan meidengroepen uitgeschakeld, maar The Ronettes blijft onverminderd populair. Als tegen het eind van 1964 The Supremes van zich doet spreken, is dit aanvankelijk nog steeds geen concurrent voor de oppermachtige Ronettes. Toch lijkt het alsof Phil Spector probeert het succes te stoppen. Het is niet slechts schijn, het is écht zo. Spector's grootste angst is dat de groep hem zal 'ontstijgen' en hij wil Ronnie niet kwijt. Hun 'Chapel Of Love' was als single een klap in het gezicht van The Supremes geweest, maar Spector houdt de release tegen en laat The Dixie Cups de vruchten ervan plukken. Van 1965 tot en met 1972, de jaren van hun huwelijk, leeft Ronnie Spector in gevangenschap. Ze komt enkel het kasteel uit voor opnames. De overige Ronettes zijn het ook helemaal zat. Ze zijn er al lang aan gewend dat Ronnie de lieveling is, maar het doorlopend opnemen en niks uitbrengen, eist zijn tol. Van de tientallen opnames die de groep maakt, verschijnt slechts een handjevol en worden matige hits.

Ronnie bevrijdt zichzelf uit de klauwen van Phil Spector en formeert meteen een nieuwe Ronettes. Ze is tot op de dag van heden actief. In 1988 klagen Ronnie, Estelle en Nedra Phil Spector aan voor niet-uitbetaalde royalties. In 2001 veroordeelt de rechtbank Spector tot uitbetaling van drie miljoen dollar. In 2007 zijn ze bijgezet in de Rock & Roll Hall Of Fame.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten