woensdag 19 februari 2014

Week Spot: Rose Battiste



Ik had expres gisteren overgeslagen in de hoop dat The Contessas vanmiddag zou binnenkomen, maar tot op heden nog niks. Dus is het tijd om een alternatief te bedenken. Ik zou 'Floy Joy' van The Supremes kunnen doen, maar dat is meer een plaat met een herinnering. Als ik deze single in Appelscha had gekocht in plaats van Borehamwood zou die evenmin Week Spot zijn geworden. Dan valt de keuze op een single die ik in december heb gekocht, maar een beetje ondergesneeuwd is geraakt. En dat terwijl het een stamper van de bovenste plank is. Bovendien is Rose Battiste het voorbeeld van een artieste die tegenwoordig erg gewild is in de Northern Soul, maar bij wie het in de jaren zestig allemaal bij de handen afbreekt. Als de 'freaks' op het Soulful Detroit-forum niet aan de hand van een interview een biografie hadden geschreven, was een verhaaltje schier onmogelijk geweest, maar nu kunnen we toch nog iets melden. De Week Spot is niet noodgedwongen of bij gebrek aan beter, het is een Week Spot die het verdient: 'Hit & Run' van Rose Battiste (1966).

Er zijn artiesten die voor minder van een klif zijn gesprongen. Zelf doet Rose er nogal laconiek over. ,,Ach, ik ben niet geboren voor het succes, dus dat zat er niet in voor mij. Maar ik heb een prachtige tijd gehad". Zo moeder, zo dochter. De moeder van Rose is eveneens een entertainer voor wie het succes altijd een stap te ver was. Rose wordt in 1947 geboren aan de oostkant van Detroit waar ze opgroeit met twee broers en een zus. Moeder Battiste ziet graag dat haar dochter wel een succesvol zangeres wordt en ze neemt haar mee naar Hitsville, de Motown-studio. Dat zal omstreeks 1960 zijn geweest. Rose herinnert zich Lamont Dozier en haar neef Freddie Gorman. Iedereen die aanwezig is, is gelijk enthousiast over de auditie van de piepjonge Rose. Berry Gordy had haar moeder gezegd dat Rose een talentvolle zangeres was, maar na dit bezoek zullen moeder en dochter Battiste niets meer vernemen van Motown. Als ze dertien jaar oud is verhuist de familie naar de andere kant van Detroit, waar ze de High School bezoekt. Op vijftienjarige leeftijd heeft ze haar eerste opname. Sam Motley is een onafhankelijke platenbaas met labels als Sa-Mo en M&M. Don Mancha produceert 'I'm Yours For A Lifetime' onder toeziend oog van de hele familie. Haar oma danst gedurende de sessie op blote voeten, maar het blijft bij dit onderonsje. De plaat zal nooit verschijnen.

Als ze eens uit school komt, besluit ze een auditie te doen voor het Thelma-label. Ze zal de tijd daarop kind aan huis zijn en bewaart nog immer warme herinneringen aan die tijd. Ze ontmoet daar songschrijver Don Davis en Joey Kingfish. Rose doet enkele optredens met andere artiesten op het Thelma-label. Als ze zestien is maakt ze haar plaatdebuut met 'I Can't Leave You' en 'Someday' op de b-kant. De eerste is een echte Don Davis-productie, nét niet Motown, maar de b-kant is andere koek. Eigenlijk is haar stem een beetje té jong voor 'Someday', maar op aanraden van mevrouw Coleman (samen met haar man de eigenaar van Thelma) draait Rose zich om en zingt het nummer met het gezicht naar een muur. Dat komt de productie ten goede! Toch laat de distributie van Thelma te wensen over, het label zal nimmer een hitsingle krijgen, en ook voor 'I Can't Leave You' is het na een paar maanden een bekeken zaak.

Don Davis neemt Rose op sleeptouw naar de Golden World-studio. Daar mag ze een single opnemen voor Ric-Tic. Op aanraden van schrijver Bob Hamilton maakt ze een bluesy vertolking van het liedje. De single heeft potentie, maar door het plotselinge succes van de Edwin Starr-single 'Agent OO Soul', maakt dat Ric-Tic vergeet om Battiste de juiste promotie te geven. 'Sweetheart Darling' wordt toegeschreven aan Rose Batiste en verschijnt op het eigen Golden World-label. Het is een van de laatste singles op Golden World. Berry Gordy had Ed Wingate al gevraagd bij de oprichting van Tamla, maar die had het toen afgewezen. Wingate was meer de man van het vastgoed, maar toen hij zag hoe Gordy Tamla tot een succes had gemaakt, startte hij Golden World. In september 1966 moet hij concluderen dat hij zich beter bij de huizenmarkt kon houden en verkoopt noodgedwongen de boel aan Gordy. De Golden World-studio wordt later een b-studio van Motown en de artiesten zijn bijna allemaal 'thuisloos'. In de laatste dagen van Golden World hebben wat mensen de handen ineen geslagen en zijn begonnen met Solid Hitbound. Behalve een management eveneens een opnamestudio en een aantal platenlabels (Revilot, Groovesville en Solid Hit). Toekomstige grootheden als George Clinton en Leon Ware leren hier de kneepjes van het vak. Tegelijk met haar single op Revilot worden 'Open The Door To Your Heart' van Darrell Banks op Revilot en 'Don't Make Me A Story Teller' van Steve Mancha op Groovesville hits en Rose' potentiële 'double-sider' krijgt niet de aandacht die het verdient. 'I Miss My Baby' is de eigenlijke a-kant en is een vocale versie van 'Bari Track', als instrumentaaltje beter bekend van Doni Burdick. 'Hit & Run' had met gemak Berry Gordy in de boom kunnen krijgen, zó Motown klinkt dat. Originele exemplaren van de single gaan tegenwoordig voor grof geld, gelukkig voor ons armetierige deejays heeft Outta Sight in 2011 een replica uitgebracht.

'I Still Wait For You' is haar laatste plaat en deze verschijnt als 'I Wanna Testify' van The Parliaments de top twintig binnenstoomt. Battiste accepteert dan maar een baantje als receptioniste voor Solid Hitbound, maar vertrekt even later naar de advertentie-afdeling van General Motors. Ook daar blijft ze niet lang want in 1970 komt ze in dienst van Motown. Ze is daar typiste, maar zodra bekend wordt dat ze platen heeft opgenomen, komt het tot een paar opnamesessies onder leiding van Larry Brown. De verhuizing van Motown naar California heeft ertoe geleid dat deze banden ongebruikt de archieven zijn ingegaan. En daar eindigt het tragische verhaal van Rose Battiste, die ondanks alle tegenslag het vrolijk weg lacht. Ze kan immers sinds twintig jaar rekenen op een schare loyale fans die niet raken uitgepraat over haar werk. Er is mij ooit eens verteld dat 'Hit & Run' in werkelijkheid zou zijn ingezongen door The Debonaires, maar uit Battiste's verhaal blijkt daar niks over. En ze is eerlijk en relativerend genoeg om het toe te geven. Ik schaar dat dus onder een 'broodje aap'. Blijft over: Een zeer verdiende Week Spot!

En dan nu... niks! Morgen en vrijdag publiceer ik hier twee delen van de Singles round-up, gezien ik vanmiddag naar Emmeloord ben geweest. Ik spaar een berichtje zodat ik dinsdag een dagplate én een Week Spot kan presenteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten