maandag 8 juli 2013

Raddraaien: Oak Ridge Boys



Het Raddraaien geeft me maar zelden de kans om het schaamrood op de kaken te zetten als ik het ritueel met de kapsalons uit de Gouden Gids mag toepassen op de jaren tachtig, maar ditmaal is het helemaal raak! Ik ben even baldadig en tel nog eens achttien verder en kom uit bij Owen Paul. Daar zat op zichzelf ook wel een verhaal in, maar toch... Het Raddraaien is ingesteld om me een uitdaging te geven, om een bericht te schrijven over een groep of een artiest die ik normaliter zou negeren. En waarvan ik bij tijd en wijle eens moest realiseren dat het gewoon in mijn platenbakken staat. Ach ja, ik heb nooit de ambitie gehad om de Top 40 en Tipparades compleet te krijgen, maar zoiets zou de reden kunnen zijn waarom het tenenkrommende 'Elvira' van Oak Ridge Boys in mijn collectie zit. Ik had beter kunnen weten, want ik had hem in de vroege jaren negentig al eens op een verzamel-cd staan. Ik ken het nummer eigenlijk ook niet beter dan het intro. Snel overslaan! De Raddraaier is dus 'Elvira' van Oak Ridge Boys (1981).

Kijk, als de informatie-voorziening omtrent Oak Ridge Boys erg summier was geweest, dan had ik een reden gehad het over te slaan. Niets is minder waar. Oak Ridge Boys is een instituut: Vorig jaar vierde de groep haar 65-jarig jubileum. Nee, er zit geen oorspronkelijk lid meer bij, maar... sinds 1973 is de bezetting vrijwel ongewijzigd. De geschiedenis begint echter zeventig jaar geleden, als in Knoxville, Tennessee de countrygroep Wally Fowler & The Georgia Clodhoppers wordt opgericht. De groep treedt regelmatig op voor de medewerkers die in Oak Ridge aan de eerste atoombom werken, dat de groep de naam verandert in Oak Ridge Quartet. Vooral de gospels die het Quartet uitvoert, zijn de publieksfavorieten en vanaf 1947 richt de groep zich geheel op de 'southern gospel'-muziek. Wally Fowler is echter de spil van het kwartet en ruilt zijn begeleiders in 1949 in voor een andere groep. De naam Oak Ridge Quartet blijft echter gehandhaafd. In 1957 verliest Fowler de rechten van de naam aan collega Smitty Gatlin in ruil voor kwijtschelding van een schuld. Voordat het kwartet een elpee maakt voor Cadence vinden er nog een paar bezettingswisselingen plaats en verliest de groep haar tenor. In 1961 verandert Gatlin de naam in Oak Ridge Boys, het Quartet-gedeelte is te ouderwets voor die tijd.

Zoals we vaker zien bij dergelijke groepen, regent het bezettingswisselingen. Oak Ridge Boys maakt een groot aantal elpees voor diverse kleinere labels, allemaal gevuld met gospel. In oktober 1972 komt Richard Sterban bij de groep, die een half jaar eerder nog met J.D. Sumner & The Stamps Quartet naast Elvis Presley op het podium heeft gestaan. In 1973 heeft de groep haar eerste hitsingle, met dank aan Johnny Cash & The Carter Family: 'Praise The Lord And Pass The Soup'. De bezetting op dat moment blijkt de meest consistente te zijn: William Lee Golden is in 1987 de eerste die het schip verlaat.

In 1977 gaat het roer om en Oak Ridge Boys laat de boodschap van de Here achter zich om zich toe te leggen op 'seculiere' country. De groep zit dan al vijf jaar in een stroomversnelling, optredens met de gewaardeerde country-artiest Guy Clark duwt de groep verder in de nieuwe richting. Vanaf 'Y'All Come Back Saloon' (1977) nestelt de groep zich in de country-charts, maar het duurt pas tot 1981 en onze Raddraaier dat een single eveneens hoog in de niet-gespecialiseerde hitlijsten terecht komt. In Nederland strandt 'Elvira' in de Tipparade en is dat alhier hun grootste 'claim to fame'. De groep kan bogen op zeventien nummer 1-singles. In 1987 is er onmin in de groep en pakt Golden zijn biezen. Hij heeft het jaar ervoor al een solo-album uitgebracht en dat veroorzaakt nogal opschudding bij zowel bandcollega's als fans. Of het vertrek van Golden er iets mee van doen heeft, kan ik zo niet inschatten. Feit is dat de groep na 1989 het steeds moeilijker krijgt om hits te scoren, maar de formatie blijft actief tot op de dag van vandaag. Vooral in de nieuwe eeuw zijn er nog een aantal wisselingen geweest in de groep, maar we kunnen gerust stellen dat de groep op haar 75-jarig jubileum afstevent.

Morgen is het tijd voor de Week Spot en ik twijfel nog een beetje: Ik ben in blijde verwachting van een héle mooie plaat. Die is vast wel binnen voor zaterdag, hij moet uit Duitsland komen, dus wellicht dat ik die nu al als Week Spot ga presenteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten