dinsdag 23 juli 2024

Singles round-up: juli 4


Gisteravond heb ik heel hard lopen twijfelen. Ik had zelfs al het hoesje van Philip Goodhand-Tait gedownload en was van plan een 'Honderd achteruit' te doen. Maar dan opnieuw... Als de platen van Mark vandaag of morgen binnenkomen, hoe ga ik het dan redden vóór 31 juli? Het is een terechte gedachte want ze zijn vanmiddag gearriveerd. Het zijn totaal 29 singles en ook ben ik in blijde verwachting van een Juno-pakket voor een 'nieuwe' aflevering van de 'Singles round-up'. Als ik de platen recht wil aan doen, kan ik het beste drie afleveringen van zeven en eentje van acht doen. De Week Spot schuif ik dan nog even vooruit hoewel die al wel bekend is. In augustus moest ik dan maar de schade inhalen van de Symfonie, het Week Spot Kwartet en 'Het zilveren goud'. Omdat ik van plan ben om de 29 singles te gebruiken voor een mix op mijn mp3-speler heb ik ze ditmaal in chronologische volgorde neergelegd van de verschijningsjaren. De oudsten zijn van 1964 en de meest recente van 2007. In deze eerste aflevering ga ik van 1964 naar 1967.

* Johnette- I Gotta Hold On To My Man (US, Rich, 1964)
Ik noem wederom de singles bij de kanten waarvoor ik ze heb gereserveerd of waarmee Mark ze aanbiedt. In geval van Johnette beginnen we dan op de b-kant. 'I Gotta Hold On' is lekkere rauwe vrouwelijke rhythm & blues met een prettige hook. Ik ben gewaarschuwd dat de plaat niet smetteloos is maar eigenlijk hoort dat ook niet bij dit type muziek. Op de a-kant staat 'Living With The Blues' en ook deze is erg fijn. Wat Johnette ook zingt, het komt haar heerlijk uit de tenen. Meteen een 'double-sider'.

* Gladys Knight & The Pips- Giving Up (US, Maxx, 1964)
Het is alleen bij sommige Europese uitgaven dat ik eens een extra check doe op Discogs. In geval van Duane Clark heeft me dat een koopje opgeleverd. Mark vraagt een stevige prijs voor deze van Gladys Knight en ik schrik wel een beetje als ik de prijs zie die op 45cat wordt genoemd. Als ik dan nu kijk op Discogs dan blijkt dat de plaat in Engeland doorgaans ietsje meer waard is. Je kan hem wel voor de helft goedkoper krijgen in Amerika maar ook dan heb je nog verzend- en invoerkosten. 'Giving Up' is een stuk Van McCoy-magie en zoals altijd overtuigend gebracht door Gladys. Het styreen is in principe smetteloos maar hangt er wel tegenaan. 'Giving Up' is een grootse beatballade. 'Maybe Maybe Baby' op de keerzijde heeft een Pip op de leadzang voor de variatie. Het klinkt best gezellig maar is geen 'Giving Up'.

* J.J. Barnes- Don't Bring Me Bad News (US, Ric-Tic, 1966)
Bij Ric-Tic zitten ze met de handen in het haar. Dan heb je een J.J. Barnes met 'Don't Bring Me Bad News', een envelop vol contanten voor de radiostations en de plaat flopt genadeloos. Totdat Golden World, Ric-Tic en andere labels uit Detroit ontdekken dat ze worden geschaduwd door een vertegenwoordiger van Motown die de deejays de primeur van een elpee belooft als ze de nieuwe Ric-Tic en Golden World aan gruzelementen slaan. Motown zal uiteindelijk beide labels kopen in de loop van 1966. 'Don't Bring Me Bad News' klinkt helemaal Detroit zonder overdreven naar Motown te neigen. Op de a-kant doet Barnes zijn versie van 'Day Tripper'. Hoewel zijn uitvoering een grote schare fans heeft in Engeland heb ik het altijd vlees noch vis gevonden.

* Marian Love- The Right To Cry (US, Capitol, 1967)
Marian Love is uit hetzelfde hout gesneden als bijvoorbeeld Nancy Wilson. Een typische allround zangeres die het voor de Blauwe Bak vooral moet hebben van een fraai georkestreerde beatballade want de soul druipt er niet van af. Als beatballade doet het echter precies wat ik ervan verwacht maar qua zang is het meer een routine van een allround zangeres. 'No Advice' is meer upbeat en helemaal niet onaardig. Toch is 'The Right To Cry' iets meer in mijn straatje.

* Cliff Nobles- Everybody Is Weak For Somebody (US, Atlantic, 1967)
De opvolger van 'My Love Is Getting Stronger', eveneens op Atlantic, en de duurste single uit de catalogus van Nobles. Deze is ook aan de prijs zowel in de catalogus als bij Mark. Nobles maakt in 1967 al gebruik van Jesse James als songschrijver (James zal ook 'Love Is All Right' of 'The Horse'  componeren). Ik ken Cliff eigenlijk alleen van de upbeat jaren zestig-dingen maar hij excelleert vooral in de langzamere nummers. 'Everybody' is daar een zeer fraai voorbeeld van. Hij is ieder dubbeltje meer dan waard! 'Your Love Is All I Need' riekt al meer naar 'The Horse' en doet het ongetwijfeld beter op de dansvloer maar mijn geld gaat naar 'Everybody'.

* Bobby Powell- Thank You (US, Whit, 1967)
Whit heeft met Bobby Powell haar eigen Wilson Pickett in huis. 'Thank You' is al enigszins funky terwijl dat die term in 1967 nog vrij ongebruikelijk is in de soul. De b-kant heet 'Why Am I Treated So Bad' en is een bluesje verpakt in een midtempo groove met orgel en gospelkoortje. Nee, doe mij maar het upbeat werk van meneer Powell.

* Freddie Scott- He Ain't Give You None (US, Shout, 1967)
Freddie Scott met een nummer van Van Morrison. Hoe kan dat? Welnu, Shout is van dezelfde firma als Bang en beide uit de koker van Bert Berns. Deze produceert ook deze single van Freddie Scott. Van Morrison heeft na het uiteengaan van Them een album opgenomen in Amerika met Bert Berns die ook met Neil Diamond werkt. Van Morrison denkt dat hij een pure blues- en soulplaat heeft gemaakt en als hij in het vliegtuig naar Ierland zit, mixt Berns de trompetjes in van de Neil Diamond-producties. Zoiets durft hij niet aan bij Freddie Scott en dus blijft dit puur en onversneden. Wellicht had Van de dameszang iets minder zoet gewild, maar Freddie doet een erg goede Van Morrison-impressie. 'Run Joe' is een snelle danser maar niet het beste wat Freddie ooit heeft gedaan. 'He Ain't Give You None' is de winnaar hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten