maandag 15 juli 2019

De onbekende legende



Ik hou er nog steeds een paar dagdromen op na. Op een onverlaten moment kan ik zo mijn gedachten laten afdwalen naar een parallel universum. Het hoeft niet met de ogen dicht of in gedachten verzonken. Eentonige kale stukken tijdens een fietstocht kunnen opeens als een paradijs worden ervaren als ik denk aan één van mijn vele dagdromen. De droom of ambitie om een succesvol muzikant te zijn, heb ik reeds lang geleden laten varen. Het wordt aangestoken als ik met het vijfentwintig jarig huwelijk van mijn ouders en de bruiloft van mijn zus (beide in 1987) tweemaal een nogal kneuterig stemmingsorkestje zie. In mijn dagdroom begint het 'lullig' op deze manier en zal het uitgroeien tot een band van formaat die op alle plekken in de wereld de podia zal plat spelen. Het is pas in 1993 als ik kennis maak met de folk dat ik meer een solo-carrière ambieer. Ik schrijf dan al liedjes. Ofwel: Schrijfsels in een onbeholpen Engels waarbij ikzelf meteen een melodie met een volledige begeleiding in gedachten heb. Ik zou het willen omschrijven als folkrock met lichte symfonische invloeden, alleen... wat ik in mijn hoofd heb kan ik niet tot uitdrukking brengen op papier. Ik heb al eens van een rommelmarkt een oude akoestische gitaar meegenomen. De hals is kromgetrokken en daardoor is het alleen nog goed om aan de muur te hangen. Toch kan ik uren zitten dromen met het instrument op de knie. Via 'het stort' komt daar nog een elektrische Egmont-gitaar uit de jaren zestig bij. Jammer dat het elektrische gedeelte uit de gitaar is gesloopt, maar dit mag andermaal de rockster naar boven halen op de slaapkamer. Gewoon met het instrument op schoot ervan dromen dat ik met een band speel. De folk maakt echter dat de ambitie steeds groter wordt en in 1994 hak ik de knoop door: Ik koop een nieuwe akoestische gitaar.

Ik heb op zichzelf een goede muzikale onderbouwing. Ik heb A- en B-diploma's op het gebied van muziektheorie en praktijk met de bariton. Ritmisch kloppen de liedjes in mijn hoofd helemaal. Ik kan alleen niet uitleggen welke noten ik gebruik en in welke stemming de liedjes zijn. Bovendien is notenschrift voor een gitaar anders dan dat voor een blaasinstrument. Hoewel ik al 27 jaar niet op een tuba heb gespeeld en wellicht weer net zo hard moet oefenen om geluid te krijgen uit het instrument als in het begin, weet ik nog precies welke ventielen ik moet gebruiken voor welke noot. Als ik dus lucht zou kunnen krijgen uit een blaasinstrument dan zou ik in principe de C-toonladder probleemloos kunnen spelen. Ik ben in 1992 echter niet voor niets van school gegaan. Er is genoeg herseninhoud om later nog een pittige journalistieke opleiding te doen op HBO-niveau, alleen ontbreekt in de vroege jaren negentig de wil om droge stof te leren. Ik ben op zichzelf niet veeleisend met de gitaar. Zodra ik vier akkoorden kan spelen, zal de rest zich wel ontwikkelen. Alleen... die eerste vier akkoorden. Waren die maar zo eenvoudig voor mij om te leren...

Als het moet dan moet het goed en zo ga ik niet over een nacht ijs met de aanschaf van een gitaar. Er zijn veel goedkopere Spaanse gitaren op de markt met nylon snaren. Ik wil echter eentje van Heins met stalen snaren. Ik koop er meteen ook een 'bottleneck' bij zodat ik eventueel nog wat melodie kan aanbrengen met de slide. Wim Heins heeft dan een gitaaratelier aan het Kleinzand in Sneek. De gebroeders Van Halen willen alleen maar gitaren die zijn gebouwd door Heins en zo zijn er meer beroemde rockmuzikanten. Mijn gitaar is niet gebouwd door Heins maar draagt middels een sticker op de klankkast wel zijn signatuur. Bij Heins is het onmogelijk om rommel te kopen en hij prijst dit instrument dan ook vol enthousiasme aan. Het instrument wordt verpakt in een zachte leren gitaarhoes met een stevig hengsel en zo ga ik, trots als een pauw, in de bus terug naar Jutrijp. Ik kan opnieuw wel weer uren zitten met de gitaar op schoot met soms een hele kleine wrijf over de harde metalen snaren. Ik ken nog geen akkoorden en de gedachten aan de goed gearrangeerde liedjes in mijn hoofd doen me de moed in de schoenen zakken.

Eén van mijn muzikale helden uit die tijd woont slechts een paar kilometer bij me vandaan. Ernst Langhout heeft ooit met zijn band The Visitor opgetreden in Rusland ten tijde van het ijzeren gordijn. Het is de eerste Nederlandse rockband geweest die deze eer ten beurt is gevallen. Sinds een aantal jaar is Ernst op de solotoer en ik kan niet genoeg krijgen van zijn solo-albums. Ik weet niet meer hoe het precies tot stand is gekomen maar op een zeker ogenblik wil Ernst me wel het gitaarspel onder de knie brengen. Het komt echter bijna niet aan spelen toe. Het is soms zelfs een verkapt interview voor de krant. We hebben het over van alles en nog wat. Ernst probeert me de grepen bij te brengen en stuurt me naar huis met 'huiswerk'. Als ik in de bus zit, ben ik de grepen alweer vergeten. Ernst ziet het na vier keer helemaal niet meer zitten met deze pupil en zo ga ik weer op de slaapkamer dromen met de gitaar op schoot. Eind 1996 raak ik even ontzettend 'in de Here' en kom regelmatig in het clubgebouw van de Sneker Youth For Christ. Ik raak bevriend met een jongen die ook niet onverdienstelijk gitaar kan spelen en ook hij tracht me de grepen bij te brengen. Ik denk dat ik het dan nog niet wil toegeven, maar het is inmiddels een stuk gemakkelijker uit te leggen. Ik heb te maken met een vertraagde motoriek. Dat uit zich vooral erin dat het erg lastig tot onmogelijk is om tegelijk aandacht te besteden aan mijn linker- en rechterhand als deze elk een afzonderlijke taak hebben. Dat is het geval bij gitaarspelen. Rechts moet op de goede manier wrijven over de snaren terwijl ik op hetzelfde moment met links de akkoorden moet aan slaan. Inmiddels accepteer ik deze handicap maar dat is anders in de jaren negentig.

In mijn tijd in de Popkelder maak ik geregeld gebruik van een oude basgitaar van collega Jan en weet op een bepaald moment zelfs een liedje te spelen dat ergens naar klinkt. Toch moet ik er dan weer niet aan denken dat ik tegelijk ook moet zingen en zo realiseer ik me steeds meer dat het niet iets gaat worden met mij als zanger-gitarist. Ik vorm in 1997 een kort levend duo met een zanger-gitarist waarbij ik met tamboerijn iets van percussie doe. Hij zet een paar van mijn teksten op muziek en ik ben dik tevreden met het resultaat, hoewel het anders is dan dat ik eerst in gedachten had. Mijn eigen akoestische gitaar komt echter niet meer uit de hoes. Als ik vriend Kees op het Dicky Woodstock-festival heb leren kennen, heeft deze opeens interesse voor een akoestische gitaar. De koop is gauw gesloten en zo verdwijnt de gitaar na vier jaar stof happen uit mijn leven.

In mijn dagdromen zijn de 'liedjes' allemaal grote hits die iedereen kan meezingen. Sterker nog: Ik kan complete concerten houden tussen mijn oren. Ik heb een internationaal-klinkende 'unieke' naam geadopteerd voor mijn muzikantenbestaan. Naar het voorbeeld van andere artiesten heb ik ook een eigen publicatiemaatschappij en deze heet 'Unknown Legend'. Dat verklaart de titel boven dit bericht. De legende met de naam Wim Heins is een paar jaar geleden erg plotseling overleden op nog veel te jonge leeftijd. Hoewel ik het instrument nog helemaal kan uit tekenen, bestaan er geen foto's van mij met de akoestische gitaar. Wel ben ik ooit gekiekt met de basgitaar maar deze foto blijkt onvindbaar op het wereldwijde web. Het is gepubliceerd in een of ander christelijk blad samen met mijn verhaal over de bekering van deathmetal-muzikant naar gelovige. Ik hoop hem ooit nog eens te vinden (hoewel ik het origineel nog wel ergens moet hebben). De foto toont in ieder geval hoe serieus ik het muzikantenbestaan neem. Er mag vooral niet gelachen worden naar de camera!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten