woensdag 10 juli 2019

Blauwe Bak Veteranen deel 5



Ik had gisteravond niet de juiste inspiratie voor dit bericht en in plaats van er een broddelwerkje van te maken, schrijf ik nu het vijfde deel van de Blauwe Bak Veteranen. Ik heb zojuist contact gehad met Meppel en ik mag een vrije dag hebben. Ik zit royaal in mijn uren en denk dat ik vanmiddag een stukje ga fietsen. Ik zou in ieder geval een 18 milligram-dampvloeistof willen hebben. Ik heb per abuis alleen maar 12 milligram meegenomen. Twaalf milligram is genoeg voor de Vaporessa maar voor de Justfog vind ik een 18 milligram toch het lekkerste. Ik zou in eerste instantie nog naar Meppel zijn gefietst voor een traktatie maar dat blijkt nu morgen even zo goed te kunnen. De Primere in Diever heeft een beperkte voorraad vloeistoffen (en, echt..., ze kunnen het dampen niet begrijpen in die winkel) en dus e-bike ik daar vanmiddag naar toe. Misschien een bochtje om door het Drents-Friese Wold of toch even om het hoekje kijken bij de platenwinkel in Dwingeloo? Ik zou nog altijd eens door de euro-bak snuffelen. Voor wat betreft de Week Spot: Daar heb ik nog niet over nagedacht maar als alles goed gaat, krijgen jullie vandaag drie berichten. Ik trap af met het vijfde deel van de Blauwe Bak Veteranen.

25. Sad World Without You-Pic & Bill (UK, Page One, 1967)
De managers van The Who starten in 1967 met Track Record. Een onafhankelijke platenmaatschappij dat het werk van The Who gaat uitbrengen en daarnaast ook nieuwe artiesten onder haar hoede neemt als John's Chilcren en Jimi Hendrix. Toch blijken ze er ook niet vies van om een plaatje op het Amerikaanse Calla-label van The Sandpebbles tot beschikking te brengen in Engeland. In hetzelfde jaar begint Larry Page met zijn Page One-label. Page is dan een veteraan in de muziekbusiness maar heeft dan vooral succes met The Troggs. Naast The Troggs biedt hij de platenkoper ook werk aan van Svensk, Plastic Penny en onze eigen Sandy Coast. Toch wil Page ook inspelen op de wens van de soul-markt en brengt in licentie deze single uit in Engeland. De Engelse persing verschijnt eveneens in Nederland maar wordt dan uitgevoerd met een fraai hoesje. Dat plaatje blijkt een behoorlijk stuk zeldzamer dan dat ik eerst had gedacht. Pic & Bill zijn gevierd in de Carib-soul waar ik momenteel een sterke interesse voor heb. Carib en Deep Soul voornamelijk. Het mag opvallend heten dat 'Sad World' nog redelijk uptempo is en het is de keerzijde dat ik recent heb ontdekt. 'Just A Tear' past zowel in de Carib als in de Deep. Het duurt een tijdje eer ik ben overtuigd van het feit dat Pic & Bill enkele uitstekende platen hebben opgenomen voor het genre. De meeste zijn daarentegen goed betaalbaar. Zo goedkoop als een gulden voor de Engelse Page One met fotohoes zal het echter nimmer meer worden?

26. Baby I Need Your Loving-Gladys Knight & The Pips (NL, Tamla Motown, 1969)
Deze serie Blauwe Bak Veteranen betekent ook dat we 'Het zilveren goud' passeren. In de volgende aflevering gaan we parallel aan die andere rubriek door de aanwinsten uit de zomer van 1994, maar ook deze aflevering ligt vers in het geheugen. Oktober 1993 is de tijd dat ik op de beroepskeuzecursus zit in Leeuwarden. Ik ben deze middag voor het eerst naar Akkrum geweest om een grafisch opleidingscentrum te bezoeken. Voor het eerst? Ja, de sociale dienst vind het een paar maanden later nodig dat ik alsnog ga kijken omdat ik bij het eerdere bericht iets 'verkeerd heb begrepen' of dat er iets is veranderd in de opleiding. Die paar maanden is overigens een anderhalf jaar als ik er meer over na denk. De tweede keer blijkt niets veranderd te zijn en ik ben in alle staten. Een brutale mond tegen de sociale dienst en ik ga verder op de trein naar Tuk om tot bezinning te komen met Hertog Jan en 'crashen' op de bank bij stamgasten. Terug naar 1993. Dat is een woensdagmiddag en ook dan heb ik al eens last van een kort lontje. Ik stoot mijn veel té hoog zittende hoofd tegen een zonnescherm en ga even goed tekeer. Op Het Vliet vind ik vervolgens deze winkel met een gigantische partij singles en dat kan mijn humeur herstellen. Gladys Knight is er eentje van. Ik heb dan nog niet veel op met soul maar ga vooral voor de meer obscure singles uit het aanbod. Het staat tegenwoordig in de reserve-Blauwe Bak. Het geldt voor alle singles uit deze aflevering met uitzondering van Pic & Bill.

27. The Horse-Cliff Nobles & Co. (NL, CBS, 1968)
Natuurlijk koop ik deze single in 1993 voor de instrumentale a-kant, de tune van de Veronica drive-in show. Toch ben ik de 'nerd' die vervolgens labels gaat bestuderen en vooral catalogusnummers. Dan nog zonder de hulp van 45cat op het internet. Het uitgangspunt is dan dat het laagste cijfer op een label de a-kant moet zijn en dat blijkt de b-kant. En dat is 'Love Is All Right' van Cliff Nobles. Het is pas in de tijd van het internet en de beginnende interesse voor Northern Soul dat ik de achtergrond leer kennen. Hoewel Cliff alle 'credit' krijgt bij 'The Horse' is hij feitelijk niet te horen op de plaat. Cliff is de zanger van 'Love Is All Right' en 'The Horse' is de instrumentale backing. Van Cliff Nobles heb ik al jaren één titel hoog op het verlanglijstje en dus verwacht ik dat ik eerdaags nog wel eens een uitgebreider bericht zal kunnen schrijven over deze man? Hoewel... ik kijk net even naar de plaat op Discogs en er blijkt een 'carver' te zijn uit 2017. De originele Atlantic uit 1966 zit omstreeks de driehonderd euro als die al opduikt. 'My Love Is Getting Stronger' blijft dus nog even op het verlanglijstje staan!

28. She's Looking Good-Wilson Pickett (NL, Atlantic, 1968)
In de Northern Soul fietst men graag om de mainstream-artiesten heen en komen dan op de proppen met een onbekende artiest die zelden gewoon even goed is als de grote ster. Dat is naar mijn mening het manco van 'She's Looking Good' van Rodger Collins. Een stuk minder voorkomend dan Wilson Pickett en een corresponderende prijs, maar ik ben uiteraard erg tevreden met mijn uitvoering van 'the wicked mister Pickett'. Toch is dit de tak van sport die ik in 2012 en 2013 heel even interessant vind maar sindsdien staat de plaat evenzeer stof te verzamelen als wanneer het in de algemene jaren zestig-bak zou hebben gestaan.

29. Groove Me-King Floyd (NL, Atlantic, 1970, re: 1979)
Ik heb het afgelopen maandag nog met Mark over de Suri-soul gehad. Hij biedt 'een Nederlandse Decca-persing met zwart label' aan van Clyde McPhatter. Een plaatje uit 1970 met een zwart Decca-label? Hij heeft me een foto gestuurd en ik moet concluderen dat het wederom zo'n latere persing is voor zowel de Suri- als de Belgische Popcorn-scene. Ik vermoed dat deze King Floyd waarschijnlijk één van de zeer weinige officiële uitgaven is voor deze scene. Oorspronkelijk is 'What Our Love Needs' de a-kant maar er wordt in 1971 een wisseltruc gedaan nadat het plaatje is terecht gekomen op een verjaardagsvisite van jonge kennissen van een medewerker aan de plaat. De jongeren kiezen massaal voor het meer upbeat zijnde 'Groove Me' en Chimneyville maakt daarvan spontaan de a-kant. Het gevolg is dat 'Groove Me' door stoomt naar een eerste plek in de Billboard R&B-lijst. 'Groove Me' staat alweer jaren een beetje oneerbiedig in de reserve-Blauwe Bak naast 'Don't Cry No More'. Tijd om deze in de koffer te zetten? Ook al is het alleen maar om de prachtige keerzijde van 'Don't Cry No More'!

30. My Pledge Of Love-The Joe Jeffrey Group (NL, Scepter, 1969)
Dit is een plaatje waar ik me altijd sterk voor heb gemaakt in de afgelopen jaren. Het is 'blue-eyed soul' naar ik vermoed. Op de wazige foto's van het hoesje kan ik alleen de dames van het koortje beoordelen als niet-blauwe ogen en niet-blonde haren. Het tempo is aanstekelijk maar waarschijnlijk ook niet teveel Stax voor het Northern-publiek. De Mods zijn minder kieskeurig en er is een ander plaatje van Joe Jeffrey behoorlijk populair in dat cultuurtje. Albert bezorgt me nog eens een 'upgrade' maar het valt me op dat ik nog altijd de aanwinst uit 1993 in de reserve-Blauwe Bak heb staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten