zondag 12 mei 2024
Het zilveren geheugen: mei 1999 deel I
Volgende week kan ik het weer hebben over 'Het zilveren goud' want in mei 1999 komt de singles-handel voor mij weer langzaam op gang. Althans, de singles die zijn mee verhuisd naar Nederland en die ik nog altijd in de bakken heb staan. Ik heb op een zeker moment een stuk of driehonderd singles op mijn kamer staan in Mossley maar die kunnen uiteraard niet allemaal mee naar Nederland. Een aantal pik ik alsnog op als ik de fietstocht naar Engeland maak in 2001. Van april 1999 weet ik echter geen platen te herinneren, maar direct in de nieuwe maand is het wel raak. Daarover ga ik volgende week vertellen. Ik dacht vorige maand al aan een aflevering over (oud-)bewoners van de gemeenschap en zo opeens duikt vandaag een herinnering op aan een 'companion'. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met het overlijden van de oude camera en de verwachting van een 'nieuwe' want ik denk dat ik vast nog ergens de camera moet hebben van Trevor. Hij is van de ene op de andere dag vertrokken en ik zou niet weten waar ik hem zou moeten vinden. Ik hoop maar dat hij de camera niet al teveel heeft gemist. Een zeer opmerkelijke vent waarmee ik nog een erg 'spannend' avontuur heb beleefd. Eentje voor in het plakboek!
Dat 'spannende' verhaal is eigenlijk helemaal niet spannend. Het is gewoon erg 'ondeugend' tegenover de Emmaus en een 'groot geheim' dat ik met me mee moet dragen in die tijd. Het moet ergens in 1999 zijn geweest. Er worden geen vragen gesteld als een nieuwe 'companion' zich meldt en al helemaal niet door de overige bewoners. Het ligt hem eraan hoeveel iemand loslaat over zijn verleden. Van Trevor weet ik dat hij een oude bajesklant is. Of hij nu rechtstreeks uit de gevangenis bij ons komt wonen? Ik heb geen flauw idee. We hebben ze wel meer gehad en ook een aantal die minstens één leven op hun geweten hebben. Zó bont heeft Trevor het echter niet gemaakt. Trevor heeft jaren lang gesmokkeld tussen Spanje en Engeland. Hij heeft me zelfs het trucje geleerd. In principe moet je ieder dicht pakje sigaretten of fles drank aangeven bij de douane van Engeland. Hij vertelt dat hij met dertig pakjes sigaretten naar een café ging in Spanje en uit ieder pakje eentje aanbood aan iemand in de kroeg. Hierdoor had hij dan dertig aangebroken pakjes die hij in Engeland weer opnieuw verpakte tot vijfentwintig volle pakjes. De winst die hij pakte op de verkoop van de sigaretten en drank maakte dat zijn verblijf in Spanje ineens was bekostigd waardoor hij de volgende dag terug kon vliegen voor meer. Uiteraard kan zoiets niet de bedoeling zijn en op een zeker moment loopt ook hij tegen de lamp. Zie daar zijn penitentiaire geschiedenis.
Hij heeft geen kwaad in zich. Een man van in de veertig (in 1999) met een zeer vlotte babbel. Hij is niet moeders' mooiste naar ik vermoed, maar met zijn babbel weet hij iedere vrouw aan zich te binden. Trevor houdt van zijn neutje zoals iedereen op dat moment in de Emmaus. Toch vinden we hem niet op een bankje aan het Huddersfield Canal met een fles goedkope cider. Nee, Trevor is een heer en gaat naar de pub. Welke pub? Daar zijn we nooit achter gekomen. Of zit hij vaak in The Britannia? Dat is niet mijn favoriete plek in ieder geval. Een bezoekje aan de pub zal hem eventueel fataal worden voor wat betreft zijn verblijf in Mossley. Of er zit een 'grass' (verklikker) tussen de de companions? Ik ben niet aanwezig geweest bij het voorval en dus ben ik onschuldig. Bovendien heb ik nóóit met een woord gerept over 'ons avontuur'.
Wij mogen Debbie Harry van Blondie rekenen tot één van onze vaste klanten in Mossley. Is dat waar? Euh... nee, maar ze lijkt wel als twee druppels water op Debbie. Een vrouw op leeftijd waar het leven erg lief voor is geweest als je kijkt naar haar huid. Ze is heel mooi oud geworden. Bovendien heeft ze een erg zacht en zonnig karakter. Ze komt een paar keer in de week langs in ons meubelmagazijn en ook ik kan mijn ogen niet van haar af houden. Dan komen de mannen met de bus terug van een ophaal of bezorging. Trevor is als een vlieg op een bak uitwerpselen. 'Debbie' heeft ook zijn volledige aandacht. 'Come with me, luv', hoor ik hem zeggen en ze lopen naar buiten. Daar roken ze een sigaretje en ik zie ze kletsen. Trevor neemt uitbundig afscheid van haar. Een paar weken later ben ik met Trevor op de ophaal. Maandagmiddag is doorgaans een rustig moment van de week en gezien we niet héle zware of grote dingen hoeven op te halen, zijn we met zijn tweeën op de bus. Ik weet nog dat het eerste adresje een bankstel is. In Engeland is dan een label verplicht met betrekking tot de brandveiligheid. Hierdoor worden de meeste bankstellen ter plekke afgekeurd. Deze heeft alle labels maar is té smerig om aan te raken. De eigenaresse heeft er helemaal op gerekend dat wij de bank zullen mee nemen en raakt gefrustreerd als we onze neus ophalen bij de aanblik van het meubelstuk. Dan begint Trevor te praten en weet haar helemaal te betoveren. Ze kalmeert en er worden nog net geen telefoonnummers uitgewisseld. Ze blijft achter met haar bank. Later die middag hebben we een ophaal in de buurt van Stockport. Stockport is voor Manchester wat Schiphol is voor Amsterdam. Het verkeer is hier doorgaans een drama maar vanmiddag lijken we aardig op te schieten. We hebben een grote kledingkast achter in de vrachtwagen staan.
'Can you keep a secret?', vraagt Trevor als we ons een weg banen door Stockport. 'Je kent Debbie Harry? Ze is op zoek naar precies zo'n kledingkast en die gaan we dadelijk bezorgen. In Mossley mogen ze er niets over weten. We zeggen dat we hem ter plekke hebben afgekeurd'. Ik meende op een kaartje te hebben opgezocht dat het Heyrod moet zijn geweest, maar dat is onjuist. Het zal toch eerder Millbrook zijn geweest? Enfin, de foto van Heyrod is fraai genoeg om te gebruiken voor dit verhaal. Het is de tijd van vóór de mobiele telefonie en dus moet er onderweg nog worden gestopt bij een telefooncel. Ja! Debbie is thuis! Ze woont in een prachtig optrekje onder de rook van Stalybridge. We bezorgen in principe gelijkvloers maar Trevor en ik sjouwen het voor Debbie de trap op naar de slaapkamer. Ze heeft intussen thee voor ons gemaakt. Ze heeft een prachtige hond en daar gaat meteen mijn aandacht naar uit. 'Je mag haar straks wel even uitlaten', laat ik me geen tweede keer zeggen. 'Kom over een half uur maar terug', vult Trevor haar aan. Ik ben niet zo thuis in de hondenrassen maar het is een bouvier-model met héél lang wollig maagdelijk wit haar. Sadie zou binnen een dag een vlooienmarkt zijn met zo'n bedekking. Een half uur later klop ik weer aan en dan is Trevor ook klaar voor de terugreis.
'Wat zijn jullie laat?', is de eerste vraag in Mossley. 'Ja, wat wil je? Het stond helemaal vast in Stockport en we zijn er ook nog voor de kat z'n viool er naartoe gereden. De kast was een bouwval'. Er worden geen vragen meer gesteld en we kunnen aanschuiven voor het avondmaal. Later zal hij het nog eens uithalen bij iemand in de pub. Dan wordt er uiteraard niet in natura betaald maar de kans is evenmin klein dat de Emmaus het geld gaat zien. Hij wordt op staande voet ontslagen en ik heb niet eens meer tijd om hem gedag te zeggen. Of de camera terug te geven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten