donderdag 2 mei 2024

Singles round-up: mei 1


De eerste vloekwoorden van de nieuwe maand zijn alweer een feit. Ik heb gisteravond het bericht gekregen dat PostNL vanmiddag bij me langs komt met pakket singles dat ik vrijdagavond heb besteld. Hoewel het weer zeer aantrekkelijk is voor een fietstocht, schiet dit erbij in omdat ik wel graag het pakket in huis wil hebben. Het is bijna vier uur als ik zie dat ik een email heb ontvangen. PostNL heeft gepoogd om half twee het pakket te bezorgen maar 'er was niemand thuis'. Ik kan het vanaf morgen halen in Havelte. De postbode heeft niet eens aangebeld. Het betekent ook dat ik gerust uit fietsen had kunnen gaan. Enfin, gisteravond heb ik geschreven dat ik de partij van Mark in drie delen ga doen met tussenpozen vanwege 'andere berichten'. Ik heb besloten het geplande bericht van morgen even te laten. Ik denk namelijk dat ik het verhaal al eens eerder in 'Het zilveren goud' of  'Het zilveren geheugen' heb geschreven. Ik ga de drie afleveringen achtereen doen en ik werk even vooruit. Vrijdagavond en zaterdagavond komt doorgaans weinig van publiceren terecht. Ik heb meer dan de helft van de singles vanochtend gedraaid en heb daarbij een hele kleine 'teleurstelling' gekregen, maar ik zet de apparatuur weer aan omdat de andere kantjes ook nog gecheckt moeten worden. Nu de eerste negen uit de partij van Mark.

* Keith Barrow- Mr. Magic Man (US, Columbia, 1977)
Ik noem de platen wederom bij de titels waarmee Mark ze heeft aangeboden en soms de titel waarvoor ik het heb gereserveerd. Bobby Eli is één van de schrijvers van 'Mr. Magic Man', een nummer dat ik al jaren tot mijn favorieten reken in de uitvoering van Wilson Pickett. In 1977 is de discotrein goed op stoom en verdient het nummer een herkansing in deze nieuwe setting. Ik hoor het nummer het allerliefste in de 'classy' Southern Soul-stijl van Wilson Pickett, maar het past op zichzelf wel met orkest en een disco-groove. De flip heet 'We've Got A Right To Be Wrong' en eigenlijk klinkt me dat meteen aantrekkelijker in de oren. Het heeft een fijnere melodie of misschien heb ik toch wel een beetje moeite met een disco-uitvoering van de Wilson Pickett-plaat. Ik denk dat de b-kant hier de winnaar gaat worden. Het grenst aan de pop en de 'Yacht Rock' en kent evenveel soul als een plaat van Boz Scaggs, maar ik vind hem best lekker.

* Bobby & Cindy- If This Ain't Really Love (US, Shaker, 1975)
Soul uit Ohio is vaak fijn. Qua productie zit het in dezelfde straat als The Blade Family, eveneens uit Ohio. Bobby en Cindy nemen afzonderlijk de coupletten voor de rekening. Op productioneel gebied zit er weinig bas in de plaat maar dat maakt het opeens ook erg fris en anders. Ik moet bekennen dat de tweede draaibeurt al een stuk beter bevalt. 'I'll Keep Coming Back' op de keerzijde is mierzoet en duidelijk niet mijn kant.

* The Brockington Singers- Stretch Out (US, TCS, 1975)
Een héle interessante plaat! Het is vanaf 2015 dat ik vrij actief ben in het verzamelen van leuke gospel. Ik ken 'Stretch Out' dan al van The Institutional Choir Of The Church Of God In Christ. Of iets dergelijks. Het koor maakt dan, in 1966, deel uit van de revue van Shirley Caesar. Een jaar later koop ik 'Stretch Out' van The Brockington Singers op het TSOP-label uit 1975. Een lekker vlot en modern Phillysoul-nummer waar de religie niet duimendik bovenop ligt. Met name de laatste is pas in de afgelopen decennium ontzettend populair geworden onder gospel- en soul-dj's. Naar het schijnt heeft dezelfde groep een paar maanden eerder het meer traditionele 'Stretch Out' uitgebracht. De plaat van The Institutional Choir heeft eens mijn naald gemold en heb ik sindsdien niet weer gedraaid. De versie van The Brockingtons is een aardig alternatief. Op de flip staat 'Be Ready When He Comes' dat is geschreven door Irving Brockington. Oef! Dat is ook een zeer fijne kant. The Brockingtons gaan hier 'dieper' en op de achtergrond heeft iemand de grootste lol met het wiel van een Hammond-orgel. Eigenlijk is dit de betere kant!

* Dalton & Dubarri- Til The Day I Started Lovin' You (US, Hilltak, 1979)
'Luister zonder vooroordelen', is een les die ik ooit heb mogen leren van wijlen George Michael. Ik zou naar Discogs kunnen gaan om een foto te zoeken van de twee boosdoeners, maar nee... Ik zou het verhaal beginnen met de soulvolle broers van Hall & Oates, maar wat nu als blijkt dat Dalton & Dubarri een meer donkere tint hebben? 'Ain't no colour in soul', is een andere les die ik heb geleerd. Qua productie zit Dalton & Dubarri in de hoek van de prettige soulpop welke uiterst geschikt is voor de AM-stations in Amerika. Het grenst aan de pop hoewel de terugkerende plonk op de bas het een aantrekkelijk geluid geeft. Het refrein is pure pop en doet me denken aan een ander nummer waar ik even niet op kan komen. Wellicht dat dit ook voor 'Yacht Rock' kan doorgaan? Ik vind het plaatje in ieder geval om te smullen! De b-kant heet 'Keepin' It Up' en is meer van de gepolijste zoete sound maar nu in een ballade. Dat hou ik al snel voor gezien!

* E'Lan- No Limit (US, ATL, 1988-89)
De afgelopen jaren heb ik verschillende platen gekocht op het ATL-label uit Atlanta. Stuk voor stuk eigentijdse producties uit de late jaren tachtig welke doorgaans erg goedkoop zijn. Dan biedt Mark deze aan en schrik ik van de prijs. Ik doe een beetje huiswerk en ontdek al snel dat zijn prijs niet verkeerd is. Hij gaat soms voor het driedubbele weg! Het blijkt de meest gezochte te zijn uit de ATL-catalogus, los van een niet uitgebracht nummer waarvan een 'one-off' demo zou bestaan. Ik sla de a-kant over en ga meteen voor de flip. Op de a-kant staat namelijk de single-edit van 4 minuut 52. Op de keerzijde staat de 'Extended Mix' van 6 minuut 30. Het is zonder meer de meest interessante productie van E'lan en zijn ATL-label. Okay, het is glad als een paling en het bevat alle ingrediënten uit de synthesizer van de andere platen op het label, maar tegelijk heeft het een prettige 'hook'. Misschien dat ik een beetje té ver ben gegaan door het betalen van deze prijs, maar dan opnieuw... het is veruit de duurste uit de ATL-catalogus. Ik denk dat ik deze nu bijna compleet heb maar om ze 'back-to-back' te draaien, acht ik ze té eentonig.

* Lance Ellington- Love Scared (UK, A&M, 1990)
Ik heb gisteravond deze platen al gedraaid en ben nu wel benieuwd naar de b-kant van Lance Ellington. 'Part 2' zou de 'originele versie' zijn volgens het label. De synthesizer-beat is nogal nadrukkelijk aanwezig en is op de single-edit smaakvol vervangen. Bovendien heeft de a-kant een iets meer steady pop-ritme. Elk heeft zo zijn eigen charme. De a-kant is gepolijst voor radio-airplay, de b-kant is meer geschikt voor in de clubs. Verder is 'Love Scared' zo'n plaat waarvan er in 1990 duizenden zijn maar waarvan slechts een fractie voor de miljoenenverkoop gaat. Anno 2024 smaken ze naar meer en Mark heeft geregeld dit soort platen in de aanbieding voor een vaste lage prijs.

* Funkadelic- Let's Take It To The Stage (US, Westbound, 1975)
Ach vooruit... Ik heb de single eigenlijk gereserveerd voor de b-kant maar laat me de a-kant toch nog eens proberen. Het is eigenwijze funk met zelfs een 'bliepje' waarvan ik me net een hoedje schrok. Een beetje een soort van 'novelty', George Clinton is voor de funk wat Frank Zappa was voor de pop en 'Let's Take It To The Stage' is daardoor erg rommelig maar heeft daardoor zijn charme. Op de keerzijde staat het meer ingetogen 'Biological Speculation' dat oorspronkelijk uit 1972 stamt. Daar wordt de luisteraar getrakteerd op pedal steel. Het blijft wel de kant waarmee ik het meeste kan.

* Erroll Gaye & The Imaginations- Love And Affection (US, Steel Town, 1975)
En soms... heel soms... hoor je een plaat waarvan je stil wordt. Je probeert in je hoofd zinnen te formuleren om het gevoel te beschrijven, maar alles klinkt alsof het plank mis slaat. Deze single van Erroll Gaye & The Imaginations is zo'n geval. Pure perfectie in mijn oren, alles klopt aan dit nummer zonder dat het voorspelbaar of vervelend wordt. Dit had gewoon een knaller van een hit moeten worden. Punt uit! 'You Don't Want My Love' klinkt bij het intro al erg Stylistics en gaat inderdaad de 'sweet soul' in. Die wil ik best nog wel eens proeven maar voorlopig heb ik genoeg aan 'Love And Affection'. Dat heeft uiteraard niets van doen met Joan Armatrading.

* Mike Harper- I'm Crying (UK, RCA Victor, 1976)
Tot zover ik kan nagaan is Mike Harper een Engelse artiest. Zijn eerste single stamt uit 1973 en heeft in ons land een release gekregen op Pink Elephant. Blues & Soul Magazine heeft bij 'I'm Crying' de hoop opgegeven en spendeert niet eens meer een recensie aan de plaat. Het is radiovriendelijke discopop en Mike wendt voor het refrein zijn falsetto aan. 'Rip Off' op de b-kant heeft een iets meer heavy begeleiding maar het overtuigt me niet. 'I'm Crying' is daarentegen een erg fijne kant!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten