zondag 22 november 2015
Raddraaien: Kathie Kay
Wanneer tegenwoordig een artiest of groep 'live' in de radiostudio speelt, is dat eerder een uitzondering. Toch is er ook in Nederland een tijd geweest dat een bepaald percentage van de muziek op een radiostation uit live-muziek moest bestaan. Denk maar aan de dansorkesten van de verschillende omroepen in de jaren dertig tot en met vijftig. In Engeland wordt die regel doorgetrokken tot diep in de jaren zeventig. Dezelfde wet voorziet ook in het feit dat de orkesten en solisten uit Engeland afkomstig moeten zijn en dat betekent dat de Engelse amusementsindustrie er wel bij vaart. De Raddraaier van vandaag is daar een mooi voorbeeld van. Het bewijs dat je in de jaren vijftig en zestig niet piepjong hoefde te zijn of de 'looks' van een Justin Bieber of een vrouwelijke tegenhanger zou hoeven bezitten. De Raddraaier van vanavond is veertig als ze deze single uitbrengt en is daar nog redelijk succesvol meer. Ik mag 30 tellen vanaf 'It Ain't Me Babe' van Davy Jones in de achtste jaren zestig-bak en beland bij Kathie Kay en haar 'Come Home To Loch Lomond And Me'.
Het is sinds een paar maanden een traditie dat ik een 'onbekende' Raddraaier even draai tijdens het schrijven. Bij deze van Kathie Kay sla ik dat over. Ik weet eigenlijk wel wat ik kan verwachten als ik naar het label en de foto kijk van Kay (de mijne is echter zonder hoes, dit lijkt me eerder een EP). Dit is gewoon plat Engels amusement. Het is bovenal de vinyl-kwaliteit die me tegenhoudt. De plaat heeft, zo gezegd, geen hoes en dat is zichtbaar. Met name de b-kant, 'Goodbye Jimmy Goodbye' laat zien dat het lang is geleden dat deze voor het laatst een papieren omhulsel heeft gehad. De single is volgens 45cat in mei 1959 verschenen en daar wordt geen melding gemaakt van een Nederlandse HMV-persing. Toch verwacht ik geen torenhoge prijs als deze wél in nieuwstaat was geweest. Een 'novelty' die mij vooral dient als 'bakvulling'.
Kathleen Thornhill is haar echte naam. Afgelopen vrijdag zou ze 97 kaarsjes hebben kunnen uitblazen, ware het niet dat ze reeds tien jaar niet meer onder ons is. Ja, dat is waar, ze heeft de respectabele leeftijd van 86 gehaald. Ze wordt op 20 november 1918 geboren in Gainsborough in het graafschap Lincolnshire in Engeland. Als peuter begint ze aan haar glansrijke carrière. Ze volgt haar onderwijs aan de Corona Babes Stage School en maakt daar haar opwachting als Connie Wood. Even later staat ze naast Hughie Green in een langlopende show en Green is ook 'best man' bij haar huwelijk met de Schotse impressario Archie McCulloch. Billy Cotton is echter in 1949 de man die haar 'ontdekt' en overhaalt om met hem op te treden voor de radio. In deze periode werkt ze eveneens met Harry Lauder en George Formby. Als 'The Fireside Girl' heeft ze jaren lang haar eigen televisie-programma voor de Schotse televisie. 'We Will Make Love' en 'A House We Live In' zijn haar bekendste opnames, van 'Come Home To Loch Lomond And Me' wordt niet gesproken.
Ik denk dat de plaat eens heel onopvallend in de bakken is terecht gekomen, want ik kan me niet herinneren wanneer ik deze heb gekocht. Volgens de zoekfunctie op Soul-xotica is dit niet in de jaren geweest dat ik mijn aankopen hier vermeld. Zoals gezegd wil ik de plaat niet draaien omdat die in een hele slechte staat is, de volgende vraag is wat zoiets dan nog in de bakken doet? Noem het maar de lafheid dat ik geen oude singles kan weggooien, maar zo bouw je vanzelf een collectie van enkele duizenden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten