woensdag 18 november 2015

Het zilveren goud op 33 toeren: november 1990



Ik heb me vanavond, na het publiceren, voorgenomen om alvast weer te beginnen met een opzetje van 'Het zilveren goud' na volgende maand. In december 2010 publiceer ik de eerste '20 Years Ago Today' en 'Het zilveren goud' is de verbinding tussen dat en 'De prehistorie'. Met andere woorden: In principe heb ik in januari de eerste zeshonderd singles in mijn verzameling op Soul-xotica behandeld, maar omdat ik het een leuke serie vind, denk ik dat ik hem gewoon voortzet. Niet, zoals in 2011, bijna iedere dag een aflevering omdat het 25 jaar geleden is dat ik die single heb gekocht, maar middels zo'n maandelijks bericht. Mijn kaartenbak eindigt qua singles in de zomer van 1994, dus de rest van dit decennium zitten jullie gebakken, ook al wordt het in 1992 en 1993 wel heel uitgebreid. Dat is in 2012 ook de reden geweest om te stoppen met de serie. We zullen zien! Vandaag trap ik af met drie, of eigenlijk vier, van die grote plakken plastic die zich altijd een beetje verdwaald moeten hebben gevoeld in die eerste jaren van mijn platen verzamelen. In november 1990 koop ik eigenlijk vier, maar die vierde zien we pas in maart terug in het vervolg op deze serie.

De vaste bezoeker van Soul-xotica zal het inmiddels weten: Ik heb niet hele daverende herinneringen aan mijn schooltijd. Het leven begint voor mij pas écht als ik de schooltas aan de wilgen hang. Soms droom ik 's nachts dat ik op school ben en dat is nooit een 'happy dream'. Eraan terugdenken doe ik dan ook zelden. Toch is er één gevoel, een gedachte, die ik zo weer kan ophalen. Ik ben in het schooljaar 1990-91 op vrijdag vroeg uit. Ik fiets dan vanaf de Hemdijk naar de rondweg en via Tinga naar huis. Tenminste, als ik niet de stad in duik om een single bij Sunrise te scoren. Kwart eeuw later gaat de beschreven fietstocht niet meer lukken. Sneek heeft een nieuwe rondweg gekregen en het lijkt opeens een hele andere wereld. Ik stap op de fiets en als ik de hoek om ben, bedenk ik me waarover ik zal 'dromen' onderweg. Op vrijdagmiddag is dat niet moeilijk, dat is altijd hetzelfde. Opeens sta ik achter twee draaitafels in een discotheek met voor mij een enthousiaste menigte. Ik leg de eerste plaat op, steevast 'Heaven Must Be Missing An Angel' van Tavares, en steek zo, al fietsend tussen school en thuis, een set in elkaar. Soms heb ik een vrouwelijke 'fan', maar daar besteed ik weinig aandacht aan. Eigenlijk zijn die dromen dus best waarheid geworden...

Een drive-in show, dat is wat ik wil. Twee draaitafels, een lichtshow en de platen die een dansvloer in vuur en vlam zetten. Dat daartussen ook nog wel eens een Sunrise-aankoop wil sluipen waarmee het in de grootste underground-discotheek niet zou lukken, is een ander verhaal. Met die gedachte in het achterhoofd koop ik november 1990 een elpee waarvoor ik me oprecht schaam dat ik hem heb. Om het nog erger te maken: Ik geloof dat ik hem dubbel heb. Het liefste zou ik resoluut naar boven lopen, beide elpees willen pakken en ter plekke in stukken breken, maar mijn elpee-verzameling is, op zijn zachtst gezegd, een ongeorganiseerde bende en dus kon het weken duren voordat ik ze zou hebben. We hebben het over een elpee waarvoor menigeen zich niet zou schamen, sterker nog: Als je naar de notering van de plaat in de Top 2000 kijkt? Er zijn maar weinig vinylplaten die ik oprecht haat, want ik hou niet van haten en je kan platen negeren, maar dit is eentje die ik zo vaak tegen wil en dank door mijn strot heb gekregen, dat ik het niet anders kan omschreven als een 'Haatdraaier': 'Bat Out Of Hell' van Meat Loaf.

Waar het mis is gegaan? Goede vraag, want de 'haat' is er al ruim 22 jaar. Het is pas vijftien jaar geleden dat ik, dankzij een collega, dagelijks het cassettebandje moet aanhoren. Als het ooit nog goed moest komen met mijn liefde voor Meat Loaf, dan is het daar definitief voorbij gegaan. Als klap op de vuurpijl is het een plaat die ik móet draaien als ik de rock-avonden doe in Classics in 2004 en 2005. Niet zelden draai ik hem digitaal en ga zelf het sanitair eens flink uit testen. Maar om nou vijfmaal per avond de broek te laten zakken en erbij te gaan zitten? Een paar maanden later neem ik het besluit: Deze plaat ga ik nóóit meer draaien! We hebben het dan, natuurlijk, over 'Paradise By The Dashboard Light', de plastic symfonie van de heren Jim Steinman en Vleesklomp. De opvolger, 'You Took The Words Right Out Of My Mouth', wil ik héél enkel nog wel eens draaien, maar dan ook gewoon in de single-versie. 'Bat Out Of Hell' heb ik ruim tien jaar niet uit de hoes gehad en daar komen nog flink wat jaren bij. Misschien dat ik hem inderdaad wel ga weggooien, want het neemt kostbare ruimte in beslag.

Ik koop Meat Loaf op een rommelmarkt in de Veemarkthal. Nee, niet de vlooienmarkt. Het is een rommelmarkt ten bate van een kerk, als ik me niet vergis. Het heeft geen singles als ik arriveer maar wel een bak met elpees. Daar sneup ik dan maar tussen en mag het trio mee voor een rijksdaalder. De plaat die ik in maart ga behandelen is 'Self Portrait' van Bob Dylan (1970), ook zo'n schijf waarvan ik niet weet wat ik ervan moet denken. De plaat blijft 'slingeren' totdat ik hem in maart 1991 toevoeg aan de kaartenbak. De derde elpee van deze zaterdag is het fotomodel: 'Timeless Flight' van Steve Harley & Cockney Rebel (1976). Ik heb sinds een paar maanden de single 'Make Me Smile' en ook ken ik 'Sebastian' uit de Top 100 Aller Tijden, maar beide nummers staan niet op deze elpee. Het is andermaal de nieuwsgierigheid die wint. De media, zowel toen als nu, zijn niet erg lovend over dit werk van Steve Harley. Ik moet bekennen dat ik geen andere elpees heb gehoord van de man. Ik zou me kunnen voorstellen dat het 'meer van hetzelfde' is, want dat krijg je gauw met Harley's lijzige stem en de geijkte productie. Toch heeft 'Timeless Flight' een warm plekje ingenomen. Een afwisselend album waarbij 'Red Is A Mean Mean Colour' het meest in de buurt komt van 'Make Me Smile', maar er staat ook een 'Sebastian'-achtig werk op. Kant twee ben ik nooit echt aan toe gekomen, maar de eerste kant mag er zijn en ligt nog regelmatig op de draaitafel bij 'The Vinyl Countdown'. Ik hou wel van 'underdogs'.

Sinterklaas heeft zaterdag voet aan wal gezet in Meppel, een operatie waar nog lang over wordt gesproken. Het feest zou drie-en-een-halve ton hebben gekost en dat terwijl de stad genoeg andere projecten heeft waar het geld veel beter aan besteed had kunnen worden. Heerenveen heeft in de jaren negentig eens een fout gemaakt, daar kwam Sinterklaas een week eerder binnen vóórdat het op televisie kwam. Het lijkt een hele sprong van Meppel naar Heerenveen, het is ongeveer vijftig kilometer, maar voor dit bericht wel noodzakelijk. De derde elpee van deze maand heb ik in 'de sportstad' gekocht. Dat moet tussen aanhalingstekens. Het is een slogan die een paar jaar geleden is bedacht, maar waarbij niet rekening is gehouden met het feit dat Heerenveen geen stadsrechten heeft. Ook niet verwonderlijk omdat Heerenveen tot een eeuw geleden een verzameling dorpen is. In Heerenveen zit Sunshine Records, de 'moeder' van Sunrise Records. In Heerenveen ligt de nadruk op de tweedehands elpees welke voor de eenheidsprijs van tien gulden worden aangeboden. Van Heerenveen naar Jutrijp op de fiets met een elpee aan het stuur is niet praktisch en dus blijft het bij mij vaak bij 'kijken'. Omdat Sint Nicolaas inmiddels gewend is dat die puistenkop elpees wil hebben, maak ik dankbaar gebruik van het aanbod als mijn ouders op een zaterdagmiddag naar Heerenveen willen. Ik ga daar mijn Sinterklaas-cadeau uitzoeken en heb ook wat geld gespaard om zélf eentje te kopen. Het Sinterklaas-cadeau komt volgende maand, nu eerst de Moody Blues-elpee die in november 1990 bij me komt wonen: 'To Our Children's Children's Children' (1969).

Het is niet alleen het tweede album van The Moody Blues binnen een jaar, maar ook de eerste op hun eigen Threshold Records. Het wordt door de Engelse media gekscherend 'de Rolls Royce onder de platenlabels' genoemd. Feit is dat de vijf leden zélf willen bepalen wat er verschijnt op het label en dat Decca het geheel alleen maar mag distribueren. Er is even sprake ervan dat King Crimson de eerste elpee zal uitbrengen op Threshold, maar dat gaat niet door. Wel biedt het onderdak voor een beginnende Trapeze, het Franse Asgard en nog een stel die het nooit hebben gehaald. Het keten van platenwinkels moet ook al snel de deur sluiten. Het is alsof Mike Oldfield zelf Virgin was begonnen en niet de zakenman Richard Branson. In 1975 is een groot deel van de Threshold-droom verleden tijd. 1969 is ook het jaar van de eerste mens op de maan en dit is de voornaamste inspiratiebron voor The Moodies om de studio in te gaan voor 'To Our Children's Children's Children's'. Mike Pinder voegt met zijn mellotron een jaren vijftig-science fiction-sfeer toe en hoewel de plaat niet echt lijkt te zijn opgedragen aan de maanreizigers is het meer het soort van album waarvan ze willen dat mensen hen over enkele eeuwen gaat herinneren. Als Moody Blues-fan moet ik zeggen dat dit 'wishful thinking' is, want het is ook echt een van de betere vroege Moody Blues-albums. Een concept-album waar de nummers in elkaar overlopen en een hoop studio-bombarie maakt dat het een 'timepiece' is, meer 1969 dan hier wordt het nergens. Met ingang van 1970 zal de groep het concept meer laten varen en gaat het voor een directe rock-benadering die ook eenvoudiger op de planken is te brengen.

Volgende maand gaat het uitsluitend over The Moody Blues in deze serie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten