dinsdag 11 september 2012
een trap na
Twee-en-een-half jaar geleden. Ik ben pas met Soul-xotica begonnen, maar omdat dit vooral een uithangbord moet worden voor mijn dj-hobby, vind ik het niet nodig om te melden dat ik op een zaterdagmiddag een stapeltje singles bij de kringloopwinkel heb gekocht. Best een beetje jammer, omdat 2,5 jaar later deze platen nog best eens een hoofdrol kunnen gaan spelen op datzelfde weblog. Maar goed, ik ben dan net begonnen, en verwacht eerlijk gezegd niet dat dat Soul-xotica drie maanden gaat overleven en dus laat ik het er maar bij. Eén van die singles blijkt toch nog wel erg waardevol voor de Northern Soul-collectie te zijn, het is 'Moody Woman' van Jerry Butler (1969). Ik ben dan nog in de veronderstelling dat Northern Soul wild en onstuimig moet zijn (van Wakefield Sun draai ik alleen de kant met het sterretje, dat blijkt de minst interessante te zijn) en zo verdwijnen de andere singles gewoon in de bakken, Donderdagavond kom ik zo eerst 'Trypt On Love' van Wakefield Sun tegen, een potentiële Tune Of The Week, en 'No One For Me To Turn To' van Spiral Starecase. Eveneens interessant voor Northern Soul-verzamelaars, maar dit is voor mij geen Tune Of The Week en dus behandel ik hem vandaag.
Ik kan er niet vaak genoeg op hameren: Northern Soul is géén muziekstijl. Het is niet iets dat vastomrand is als bijvoorbeeld blues of funk. Hoewel veel Northern Soul wel overeenkomstige punten hebben, hoeven deze bestandsdelen nog niet Northern Soul van een plaat te maken. Als je denkt aan iets dat 'upbeat' is, met een stevige basgitaar en een heerlijke 'hook' om op te dansen, dan vind ik 'Everlasting Love' in de uitvoering van Love Affair wel een stereotiep. En tóch 'mag' deze plaat niet! Omdat de Northern Soul-clubs een stukje exclusiviteit wensen met plaatjes die je niet op iedere straathoek kan tegenkomen en met deejays die eerder prestige-objecten dan muziekplaatjes verzamelen, is men allergisch voor hits. Laat 'Everlasting Love' nu een vette nummer 1-hit zijn geweest in Engeland, dus dan is het niet lastig te verklaren waarom zo'n plaat 'not done' is. Nee, de deejays kiezen dan eerder voor het origineel van Robert Knight, maar eerlijk is eerlijk: Arrangeur Keith Mansfield heeft de plaat 'gemaakt' door zijn orkest toe te voegen aan de Love Affair-versie. Robert Knight klinkt daarentegen te 'kaal'.
Grote hits mogen dus niet. Hoewel het gros van de soulplaten, die tegenwoordig populair zijn in de Northern Soul, probeerden net als Otis Redding te klinken of het Motown-geluid na te bootsen, is Otis Redding uitgesloten van deelname in de Northern Soul. Motown-hits 'mogen' pas sinds de laatste twee decennia. Het is vooral om de dansers weer bij de les te krijgen, als hun interesse even verflauwt. Dan doet 'It's The Same Old Song' van The Four Tops opeens wonderen! Om het nog ingewikkelder te maken: Door toedoen van The Casino in Wigan, dé ultieme Northern Soul-club van Engeland, maken titels hun entree in die wereld die niets met soul van doen hebben. Neem bijvoorbeeld ‘Panic’ van Reparata & The Delrons, ontzettend fijn dansnummer, maar soul? En vinden de Engelse deejays in Spiral Starecase, een groep zonder hits aldaar, de ultieme vervanger van The Love Affair.
Net als hun Engelse collega's is ook Spiral Starecase 'an average white band'. Ze beginnen vanuit het zonnige Californië als The Fydallions. Als ze worden ontdekt door een A&R-manager van Columbia tijdens een optreden in El Monte, Californië, is het vooral de muzikaliteit die hem aanspreekt. Het is 1967 en jonge muzikanten horen een gordijn van haar achter de oren te hebben, The Fydallions lijken zo te zijn afgezwaaid uit het leger. En ook de naam van de groep heeft zijn beste tijd gehad. Bij Columbia stelt iemand Spiral Starecase voor, gebaseerd op de film 'Spiral Staircase', maar dan met een weloverwogen typfout om problemen met rechthebbenden van die film te voorkomen én omdat het ontzettend hip is.
Leadzanger Pat Upton schrijft zelf ook nog wel eens een liedje, maar wordt bij Columbia extra gemotiveerd om dat te doen. Het legt de groep geen windeieren, want 'More Today Than Yesterday' is een grote Amerikaanse hit. Tegelijk ook hun enige, waardoor ze toegevoegd kunnen worden aan de 'eendagsvliegen'. 'More Today Than Yesterday' zal met name in Wigan in de late jaren zeventig uitgroeien tot een dansklassieker, maar ik vind de opvolger niks minder of beter: 'No One For Me To Turn To' is zelfs in Amerika een flopsingle. Zelfs de b-kant is nog interessant voor de Northern-deejay en dus zit die sinds afgelopen week in de Blauwe Bak. Beter gezegd: In de Grijze Bak, want dat is inmiddels een professionele koffer.
De titel 'een trap na' had ik leuk gevonden na 'het spit', maar toen vond KPN het nodig om me tijdelijk af te sluiten van internet en kon ik gisteravond niet publiceren. Later vandaag de Tune Of The Week.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten