woensdag 2 oktober 2024
Het zilveren goud: 1999 deel IX
'Dat hebben we vaker gehoord, ja!'. Jayne kijkt me niet eens meer aan als ik haar vertel dat ik mijn geliefde Mossley ga verlaten. Sterker nog: Het is ooit mijn binnenkomst in de Tollemache Arms. Ik heb de vorige dag 'Sunchyme' van Dario G. op vinyl gekocht en dat plaatje maakt dat ik opeens helemaal klaar ben om de boot terug te pakken en een bestaan in Amsterdam-West op te bouwen. Niet wetende dat inmiddels mijn familie en vrienden hinder ondervinden van mijn 'vriendschap' aldaar doordat de ene gast meent dat hij mensen midden in de nacht kan bellen. Het is overigens ook rond dezelfde tijd als dat de eigenaar de gevel eruit ramt met een sloopkogel. Zaken die ik pas later zal ontdekken. Kort daarop moet ik concluderen dat het leven in de commune in Mossley me eigenlijk ook best bevalt en van uitstel komt afstel. Bijna een jaar later ben ik vastberaden om naar Polen te gaan en opnieuw wordt de reis aldoor uitgesteld. Dan is het augustus 1999 en komt de boomlange Nederlander met het verhaal dat hij terug gaat naar zijn geboorteland. 'Eerst zien, dan geloven, maar je zit hier over een half jaar nog steeds aan de bar'. Jayne heeft er geen vertrouwen in.
En ik? Tja, ik heb eigenlijk geen andere keuze. Natuurlijk wil ik enerzijds ook dolgraag in Engeland blijven. Ik hou evenveel van Mossley en de omgeving als tegenwoordig van Uffelte en de omgeving. Hoewel de twee absoluut niet zijn te vergelijken en Uffelte gewoon een paar extra pluspunten heeft. Geen drukke Manchester Road of Stamford Road en beduidend minder roet in de lucht. Toch kijk ik met veel liefde en genegenheid terug op Mossley en geniet nog steeds als ik de foto's zie. Aan de andere kant moet ik ook stellen dat ik Engeland in de laatste tien jaar erg ver heb zien afglijden en dat ik om meerdere redenen geen behoefte heb om de boot naar Hull of het vliegtuig naar Heathrow te pakken. Ik heb het naar de zin in deze Emmaus. Ik heb de volledige regie gekregen over het winkeltje op de hoek van Manchester Road en Queen Street, ik heb de Tollemache Arms als verzetje en een fijne groep vrienden en vriendinnen. Hoewel de gemeenschapszin scheurtjes begint te vertonen door de komst van de nieuwe eetzaal is het verblijf in de Emmaus ook altijd aangenaam geweest. Fransman Benoit verlaat ons begin september en gaat aan de slag bij de aannemer die bij ons de verbouwing heeft gedaan. Omdat Benoit twee weken vóór mij is gearriveerd in Mossley ben ik een paar weken de recordhouder van degene die het langst achtereen in de commune heeft verbleven. Inmiddels is die achttien maanden 'peanuts' gebleken en wonen tegenwoordig een aantal residenten al bijna twintig jaar in Mossley.
Het is dus Zuid Afrikaanse John die me op het spoor zet van de Nederlandse Emmaus. Volgens hem mag je daar verblijven en een uitkering ontvangen. Ik heb het plan dan al klaar: Twee maanden uitkering betaalt de schuld bij de bank en de rest gaat in een oude sok onderin de koffer. Daarna kan ik me weer volledig overgeven aan het idealisme en werken voor kost en inwoning. Ik moet bekennen dat ik me al heel lang niet heb verdiept in de Nederlandse Emmaus-vestigingen. Ik weet bijvoorbeeld dat er een winkel zit in Leeuwarden in 2003. Ik koop er dan een paar singles. Er zit ook eentje in Koudum. De woonwerkgemeenschappen zitten allemaal ten zuiden van de polders. Coördinator Bob is zo aardig om voor mij de telefoontjes te doen en het idee uit te leggen. Langeweg wil schijnbaar niets weten van een uitkering en valt dus af. Ik zal daar een paar jaar later regelmatig logeren als ik op zwerftocht ben in Brabant. Op zichzelf een vriendelijke plek maar méér gericht op het terugplaatsen in de maatschappij, daar waar de Emmaus in Engeland een 'way of life' is geworden. Haarzuilens zit vol en De Bilt komt met een alternatieve oplossing die me véél beter in de oren klinkt: Het wil een verkoopweek organiseren waarbij de opbrengst ten goede komt aan mijn bankrekening. Intussen werk ik gewoon voor kost en inwoning. Er moet regelmatig worden gebeld om te checken wanneer ze plaats hebben want er zijn een paar Zweden die op het punt staan om te vertrekken. Begin oktober 1999 wordt de datum geprikt en de Emmaus bestelt de boot voor mij. Op 11 oktober 1999 maak ik de overtocht naar Nederland.
Dan de singles uit deze aflevering. Flash & The Pan heb ik steeds over het hoofd gezien maar komt boven drijven als ik de lijst maak voor 1999 tot en met 2001. De Engelse Antic-heruitgave van Serge Gainsbourg & Jane Birkin (het is in die volgorde op het label) heb ik kort na de zonsverduistering op een zondag gekocht op een 'carbootsale' in Mossley. Ik koop dan namelijk ook een verzamelalbum van The Mamas & The Papas met 'I Saw Her Again', het nummer dat synoniem is komen te staan aan de eclips. Bij Flash & The Pan en Faron Young twijfel ik of deze ook van de kofferbakverkoop komen. De overige singles zijn door de tijden heen in Mossley terecht gekomen en neem ik mee in de verzameling.
3210 Je T'Aime... Moi Non Plus - Jane Birkin & Serge Gainsbourg (UK, Antic, 1969, re: 1974)
3211 We're All Alone - Rita Coolidge (UK, A&M, 1977)
3212 Waiting For A Train - Flash And The Pan (UK, Easy Beat, 1983)
3213 Never Let Her Slip Away - Andrew Gold (UK, Asylum, 1978)
3214 It's Four In The Morning - Faron Young (UK, Mercury, 1972)
De eerste heb ik in veel verschillende persingen zowel uit 1969 als van 1974. Rita Coolidge heb ik ook met de Europese fotohoes. Faron Young heeft in de jaren tachtig een 'namecheck' gekregen op een album van Prefab Sprout. Over twee weken besluit ik de singles uit Mossley, hoewel in maart 2001 nog een aantal mee gaan op de terugweg van de 'monstertocht'. Ik zal in de komende tijd even moeten berekenen hoe ik het 'Het zilveren goud' ga voortzetten maar vermoed dat jullie tenminste één keer per maand de rubriek kunnen aantreffen en misschien wel twee keer!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten