dinsdag 4 juli 2017

Week Spot: Arthur Conley



Ik heb begin dit jaar met mezelf de afspraak gemaakt dat een plaat binnen een jaar Week Spot mag zijn en als deze langer dan een jaar in de collectie zit een 'Classic Week Spot' genoemd moet worden. Dan heb ik hier op het eerste gezicht een lastige keuze, maar besluit het tóch de Week Spot te noemen. Het is bijna een jaar geleden dat ik de ambitie heb om alle platen uit de Blauwe Bak in chronologische volgorde van aankoop te draaien in 'Do The 45'. Met name de eerste afleveringen zijn erg leuk om te doen, maar bij 2011 en 2012 betekent het dat ik soms maar een maand in een show weet te houden. Om ze allemaal te draaien, zou ik de rest van 2016 hiermee shows hebben moeten maken en dat is iets waar ik de luisteraars niet mee kan opzadelen. Een jaar geleden zitten alle singles van Arthur Conley nog in de reserve-Blauwe Bak, maar sinds ik deze strakker heb geregisseerd, zijn de platen verhuisd naar de 'algemene' jaren zestig-bakken. Tóch komt in juli dit 'oudje' om de hoek kijken. Mijn oude exemplaar is brandhout en het gaat hem met name om de b-kant en dat nummer is me dan geheel onbekend. De plaat is méér 2016 geworden dan menig andere aankoop van vorig jaar en dus presenteer ik het vanavond als een échte Week Spot: 'Put Our Love Together' van Arthur Conley (1968).

'Funky Street' is niets minder een grote hit geworden dan 'Sweet Soul Music' en toch hoor je het nummer vrijwel nooit op de radio. Ik ken de titel uit het 'Hitdossier' en in 1992 wijdt Jan Rot een column aan de 'camp' in de Amsterdamse clubs en noemt daarbij 'Funky Street' als één van de plaatjes in zijn koffer. Het is pas in 1997 eer ik de single op het spoor kom. Ik ben vorig jaar al eens in Herning geweest bij deze verzamelaar in de winkel. Hij runt een boekenparadijs maar heeft eveneens besloten om alle platen weg te doen met uitzondering van die van Elvis. Als we in de zomer van 1997 opnieuw met vakantie gaan naar Denemarken is dit het eerste adres dat ik op zoek. Ik zal die dag onder andere mijn exemplaar van de 'Record Collector Rare Record Price Guide' kopen, maar uiteraard ook een stapel singles waaronder de Zweedse persing van 'Funky Street'. De plaat heeft dan al een zwaar leven achter de rug en zal het niet veel gemakkelijker krijgen bij mij. Eind 1997 komt 'Sweet Soul Music' in de verzameling en dan duurt het ruim vijftien jaar voor de derde: 'People Sure Act Funny'. De singles verdwijnen echter geruisloos in de reserve-Blauwe Bak. De eerste shows met het chronologisch overzicht maken ook dat een aantal singles meteen degraderen tot de 'algemene' bakken en voor het trio Arthur Conley-singles wacht hetzelfde lot. Intussen laat Mark me kennis maken met een onbekende kant van Arthur Conley. De single is zonnig geprijsd, het is de Engelse Atlantic en we hebben het over de keerzijde van 'Funky Street'. Ik probeer de Zweedse nog even, maar dat wil ik mijn lieve naald niet aan doen. Conley maakt binnen een week zijn rentree in Blauwe Bak-territorium middels een stevige Engelse persing. In tegenstelling tot de 'oude' komt deze wél in de Blauwe Bak-koffer. Wat is er aan de hand?

Het heet niet voor niets 'rare soul'. In deze scene zijn hits taboe en dat geldt eveneens voor platen die op iedere straathoek verkrijgbaar zijn. In de meer fanatieke hoek slaat het naar mijn mening écht door naar de verkeerde kant, daar gaat de exclusiviteit boven de kwaliteit en zo zie je peperdure platen die ontzettend 'doorsnee' klinken. Gelukkig zijn er dj's die muziek genieten met hun smaakpupillen en vanuit die hoek wordt de roep steeds harder bij dit nummer van Arthur Conley. Als dit nimmer op Atlantic was uitgebracht of door een hit-artiest als Arthur Conley, maar door een onbekende pipo op een lokaal label in een oplage van twintig... dan was deze plaat honderden euro's waard geweest! 'Put Our Love Together' is een typische b-kant van een hit. Op de a-kant is het uitbundigheid ten top, de b-kant geeft sobere 'crossover' en Conley zingt het vanuit zijn tenen. In Amerika gaat de single in matige staat voor dubbeltjes en kwartjes, in Nederland kun je al een fraai exemplaar vinden voor een euro of twee. Ook in een soul-verzameling kun je het zo duur maken als dat je zelf wilt, hoewel je voor échte exclusieve platen natuurlijk wel bereid moet zijn om te investeren!

Arthur Lee Conley wordt op 4 januari 1946 geboren in de staat Georgia. Hij maakt zijn opnamedebuut in 1959 met de groep Arthur & The Corvets en maakt nog drie singles met dit gezelschap in de jaren 1963 en 1964. Dan tekent hij bij het kleine Ru-Jac en maakt hiervoor een single: 'I'm A Lonely Stranger'. Otis Redding hoort de krakkemikkige opname en nodigt Conley uit om in 1965 een betere versie op de band te zetten. Dat verschijnt op het Jotis-label van Redding. Otis Redding wordt vaak genoemd als de ontdekker van Conley, maar feitelijk is hij veel meer voor Conley. Otis is een man met een groot hart en helpt graag jonge artiesten in het zadel die willen werken voor hun succes. Dat is iets dat Redding vindt in Conley en hij wordt, als het ware, zijn mentor. Redding helpt eveneens bij de totstandkoming van 'Sweet Soul Music' en dat dit plaatje bij het machtige Atlantic wordt uitgebracht. Op 10 december 1967 slaat het noodlot toe. Otis Redding komt om bij een vliegtuigongeluk. Iemand die hier echt de dupe van wordt, is Arthur Conley. Als Otis tegenover Atlantic iets beslist ten aanzien van Arthur Conley, dan wordt er van hoger hand geluisterd. Nu is die bescherming weg en is Conley plots een speelbal van Atlantic. Het eerste dat Stevie Wonder laat vastleggen als hij volwassen wordt, is dat hij inspraak krijgt op het repertoire. Ook hij heeft afzichtelijke covers moeten opnemen. Conley zit in dezelfde schuit. Hij krijgt bijvoorbeeld 'Ob-La-Di Ob-La-Da' in zijn maag gesplitst. Het succes is na 'Sweet Soul Music' ook vrijwel meteen voorbij hoewel Conley een paar zeer fraaie crossover-platen maakt omstreeks 1970. In de vroege jaren zeventig wordt zijn output iets minder consistent en in 1973 verschijnt een maxi-single met ook 'Put Our Love Together' als de tracks. Roger Foster van 'Blues & Soul Review' houdt een spaander heel van de plaat.

In 1975 vertrekt Conley naar Engeland en maakt kort daarop de oversteek naar België en uiteindelijk Amsterdam. Conley draagt dan al jaren een taboe bij zich. Hij is openlijk homoseksueel en volgens critici heeft hem dat al flink tegengewerkt in zijn eerdere succes. Als Conley in Amsterdam terecht komt, voelt hij alsof hij zichzelf kan zijn. Hij verandert zijn naam naar Lee Roberts en buiten enkele optredens in Amsterdam in 1980, gaat hij vooral op de achtergrond werken als begeleider van aanstormend talent. Later in het decennium verhuist hij naar Ruurlo. Buiten dat hij héél enkel eens op het podium springt en 'Sweet Soul Music' doet met één van de bands die hij begeleidt, weet menigeen in Ruurlo niet van zijn werkelijke identiteit. Het zal omstreeks 2002 zijn geweest dat Lee Roberts wordt 'ontdekt' door een muziektijdschrift voor en over muziek uit de provincie Overijssel. Dat interview lees ik met veel interesse. Niet veel later hoor ik dat deze grote man is overleden. Het noodlot treft hem op 17 november 2003 en Conley is dan pas 57 jaar oud.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten