woensdag 5 juli 2017

Raddraaien: Billy Preston



Vaak is het enorm fijn en handig om veel muziek te kennen. Soms is het ook een nadeel. Ik heb er weer eentje! Ditmaal een stukje refrein. Er staat me iets van bij dat het een nieuw nummer is, maar ben reeds mijn eigen speellijsten door geweest en kan het daar niet vinden. Moet ik zo ver gaan om ook de speellijsten van de vinyl-shows door te nemen óf hoor ik het morgenochtend gewoon bij het ontwaken op Q Music? Het kan ook nog zomaar een jaren zeventig-deun zijn dat we op de 'jukebox' hebben bij Wolfman Radio. Om een lang verhaal kort te maken: Het kan ook nadelig werken om zoveel te kennen. Ik denk nog het meest aan een hedendaags nummer en dus moet de oplossing zich binnenkort wel aandienen. Ik heb het in de jaren negentig een tijd gehad met een stukje uit een plaat van The Lovin' Spoonful en dat heeft echt jaren geduurd. Met een hedendaagse plaat kan het ook maanden duren want daar heb ik eveneens voorbeelden van, maar liever duik ik nu terug in de prachtige jaren zeventig. Een voormalige Blauwe Bak-single en dat heeft meer met de 'vindplaats' te maken dan dat het Northern Soul is voor mij. De 'Raddraaier' van vanavond is 'Nothing From Nothing' van Billy Preston (1974).

Waar en wanneer? De eerste keer dat ik het hoor, kan ik me nog goed herinneren. Dat is op 3 september 2002. Waarom de datum zo is blijven hangen? Ik hoor die middag 'Papa Was A Rollin' Stone' en leer dan het verhaal kennen over de 'sterfdag'. Dat dit aanvankelijk een andere datum was en dat dit uitgerekend de sterfdag van de vader van een Temptation bleek te zijn. Die voelde zich dusdanig gekwetst dat de tekst is aangepast tot 'the third of September'. Die avond gaat 'Theater Van Het Sentiment' terug naar 3 september 1974 en dat is de tijd dat Billy Preston in de Tipparade staat met dit aanstekelijke nummer. Het is de tijd dat ik 'thuisloos' ben. Een adresje in Steenwijk voor de uitkering en de opslag van mijn eigendommen en verder de hort op met slaapzak en tent. Ik weet niet meer waarom, maar het kan geen geldgebrek zijn geweest, eerder een soort van 'uitdaging'. Ik loop in een dag van Leeuwarden naar Dokkum en daar arriveer ik op de avond. Een paar uur later hoor ik op Radio 2 dit nummer van Billy Preston. Bijna tien jaar later heb ik de beschikking over de royale verhuispremie en wil ik als eerste een Northern Soul-verzameling aanleggen. Ik koop zeer frequent bij Rarenorthernsoul en probeer vaak de nieuwe heruitgaven te compenseren met 'oudjes' van Buydiscorecords. Dat heeft op een zeker ogenbiik deze van Billy Preston voor drie pond. Een stevige Engelse persing met gebruikerssporen, maar niks drastisch. De single staat tijden in de reserve-Blauwe Bak totdat ik ook deze ga 'organiseren'. Sindsdien staat de single in de jaren zeventig-bak.

De vijfde of de zesde? Over het algemeen wordt Billy Preston vaak aangeduid als de vijfde Beatle, maar voor fans van de groep uit Liverpool is Preston eerder een de zesde Beatle, als hij al zoveel eer krijgt toegezwaaid. Preston's korte verblijf in de gelederen van The Beatles zet hem wel meteen goed op de kaart, maar eigenlijk heeft hij geen lastigere periode kunnen uitzoeken. William Everett Preston wordt niet op de derde maar de tweede september van 1946 geboren in Houston, Texas. Op driejarige leeftijd verhuist het gezin Preston naar Los Angeles. Billy leert, als het ware, piano spelen bij moeder op schoot. Hij wordt gezien als een wonderkind. Preston heeft nimmer een muziekles gehad, maar speelt op zijn tiende al de sterren van de hemel. Op die leeftijd mag hij gospel-coryfeeën als Mahalia Jackson, James Clevelend en Andrae Crouch begeleiden. Ook speelt hij de rol van de 'jonge' W.C. Handy in de 'biopic' van deze muzikant. De rock'n'roll heeft zijn intrede gedaan en in 1962 wordt Preston aangenomen als toetsenist voor Little Richard. In 1962 speelt Little Richard in Hamburg en het voorprogramma wordt aldaar verzorgd door een jonge groep uit Engeland. In 1963 speelt hij mee op het album 'Night Beat' van Sam Cooke en krijgt vervolgens een contract van Cooke's eigen platenmaatschappij. In datzelfde jaar verschijnt '16 Yr. Old Soul', zijn eerste elpee. Het verschijnt in 1969 als 'Greazee Soul' op de markt en bevat een tiental swingende covers van nummers van onder andere Sam Cooke en Ray Charles. Er volgen nog een paar elpees in 1965 en 1966 waaronder twee live-platen die zijn gearrangeerd door Sly Stone. Hem komen we later ook nog tegen. In 1967 gaat Preston op tournee met Ray Charles. Het gezelschap speelt juist in Engeland als The Beatles op een moeizaam punt zijn aanbeland in de studio. George Harrison verlaat de studio met ruzie en koelt af bij een optreden van Ray Charles. Zo ontmoet hij opnieuw Preston en haalt hem over mee te gaan naar de studio. Hoewel The Beatles moeilijk een extra wiel aan de wagen kan gebruiken, lijkt Preston daar tóch de geknipte persoon voor. Zijn warme persoonlijkheid en muzikale vakmanschap maken dat hij zéér welkom is in het kamp van de ruziënde Beatles.

De single 'Get Back' verschijnt als 'The Beatles featuring Billy Preston', verder heeft hij een aandeel in nummers uit de 'Get Back'-sessies die eventueel verschijnen op 'Abbey Road' en speelt Preston mee als The Beatles haar laatste concert geeft op het dak van het Apple-kantoor. Preston is in één keer een 'hot item' als studio- en live-muzikant. Zelf tekent hij in 1969 een contract bij Apple dat twee albums oplevert: 'That's The Way God Planned It' en 'Encouraging Words'. Hij werkt nauw samen met George Harrison, John Lennon en Ringo Starr maar ook bij de 'aartsrivaal' van The Beatles: The Rolling Stones. Een levensmotto van Preston is: 'If you can't be with the one you love, love the one you're with'. Stephen Stills vraagt hem toestemming en natúúrlijk mag het van Preston. Zijn motto wordt een wereldhit voor Stills. Na het korte verblijf op Apple tekent Preston bij A&M en heeft als solo-artiest omstreeks 1972 zijn hoogtijdagen. In de tweede helft van de jaren zeventig tekent hij voor Motown maar het zijn alleen nog de duetten met Syreeta die hem op de hitparade brengen. In de jaren tachtig zoekt Preston de achtergrond op.

Arthur Conley gaat op een zeker moment naar Europa om 'vrij' voor zijn homoseksualiteit te kunnen uitkomen. Preston blijft 'in de kast' tot slechts enkele maanden voor zijn dood. Zijn religieuze achtergrond speelt een rol in de keuze om het geheim te houden. Het speelt als sinds het misbruik in zijn jeugd en als hij zijn vriendin in bed betrapt met Sly Stone, besluit Preston voor zichzelf om niet meer een relatie met een vrouw aan te gaan. Vervolgens worstelt Preston jaren met een alcohol- en drugsverslaving. In 1991 wordt hij aangehouden vanwege verzekeringsfraude en zo komt hij in de hulpverlening terecht. Hij moet zich verantwoorden voor nog een paar misstappen waaronder de mishandeling van een minderjarige jongen. Preston wordt veroordeeld tot negen maanden afkicken en drie maanden huisarrest. In 1997 maakt hij een album met de Italiaanse groep Novecento en doet, op uitnodiging van Ringo Starr, in 2002 mee aan het live-concert ter nagedachtenis aan George Harrison. In datzelfde jaar krijgt Preston een niertransplantatie maar dan zet het verval in van zijn gezondheid. Op 21 november 2005 raakt hij in een coma en op 6 juni 2006 overlijdt de legendarische toetsenist. Hij is dan 59 jaar oud geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten