dinsdag 18 juli 2017

Classic Week Spot: Thelma Houston



De tweede poging. Met het eerste verhaal ben ik na drie ailnea's flink 'diep' gegaan, maar nog geen meter opgeschoten voor het verhaal en dus begin ik helemaal opnieuw met een andere Week Spot. In de eerste versie zet ik in de openingsalinea uiteen hoe je de 'Classic Week Spot' kan benaderen. Een 'vergeten' plaat, eentje die pas jaren na aanschaf is gaan 'werken' voor mij of een single met een hoge sentimentele waarde. Dat zou bijna het geval zijn geweest met de 'Classic Week Spot' van deze week, maar dat concept is dus de prullenmand in gegaan. Geen 'Stand!' van Sly & The Family Stone. Ik twijfel ook nog even bij Sam Dees' 'Lonely For You Baby', maar wil hem graag bewaren tot ik ooit nog eens zijn 'Fragile, Handle With Care' tegenkom. Erma Franklin is even een optie geweest, maar dan kies ik toch voor deze groeibriljant. Komende zaterdag staan de Blauwe Bak-aanwinsten uit de periode van april 2009 tot en met december 2011 centraal. Ik zit de laatste week in de 'prehistorie'. Volgende week gaat het over 2012 en verspring dan steeds een jaar tot de zaterdag na mijn geplande vakantie. Dan is het 2016 in de show en sluit ik de zomerprogrammering van 'Do The 45'. De 'Classic Week Spot' woont sinds 2011 bij me in de Blauwe Bak. De plaat heeft ook al eens een tijd in de reserve-Blauwe Bak gestaan, maar mag sinds tijden weer in de koffers. De 'Classic Week Spot' is 'I Want To Go Back There Again' van Thelma Houston uit 1972.

Zaterdag 28 mei 2011. Ik zit sinds een paar weken in een conflict met mijn werkgever en een aantal uitkerende instanties. Het komt er eigenlijk op neer dat de werkgever geen loon meer uitkeert 'omdat ik me niet aan de regels hou'. De Sociale Dienst spoort me aan om ontslag te nemen en dan zullen zij mij van inkomsten voorzien. Zélf ontslag nemen is natuurlijk het meest absurde wat je kan doen en dus weiger ik dat. Werkgever en Sociale Dienst verwachten wel van me dat ik gewoon mijn werkzaamheden voortzet, maar dan krijg ik ook nog te maken met het UWV die dat strikt verbiedt. Steeds als me een toezegging wordt gedaan, hervat ik mijn werkzaamheden. Als het dan toch weer een wassen neus blijkt, ga ik weer thuis zitten wachten. Het geld komt met horten en stoten. Soms wekenlang niets en dan ineens weer een hoop. Eind mei is weer zo'n periode dat ik thuis zit. Als ik me niet vergis 'leef' ik van het vakantiegeld. Ik heb een 'bucket list' van kringloopwinkels en eentje die ik altijd nog eens wil bezoeken, is die van Hoogeveen. Deze zaterdag spring ik op de fiets. Ik ga heenweg via de kringloopwinkel van Dieverbrug en fiets via Dwingeloo en Pesse naar de gigantisch grote kringloop van Hoogeveen. Ik val met mijn neus in de boter. Ik vind deze dag enkele pareltjes en een aantal daarvan staan nog altijd in de Blauwe Bak. Ik 'gok' veel in de hoop dat het Northern Soul is. Een paar keer heb ik bingo. Over Thelma Houston ben ik in eerste instantie niet erg enthousiast, maar het liedje gaat groeien. Zeker als ik weer eens het postwerk heb opgepakt, begeleidt dit deuntje mij tijdens de rondes.

Allereerst een misverstand uit de wereld helpen. Er zijn nog steeds hele volksstammen die menen dat Thelma familie is van wijlen Whitney Houston. Nee, Houston is een vrij algemene naam in de Verenigde Staten en de twee artiesten treffen elkaar niet in de stamboom. Thelma Jackson komt op 7 mei 1946 ter wereld in Leland in de staat Mississippi. Als Thelma wordt geboren is haar moeder werkzaam op een katoenplantage, maar ze groeit met haar drie zussen op in Long Beach in Californië. Ze trouwt jong en krijgt twee kinderen. Pas dan komt haar artistieke loopbaan op gang. Ze voegt zich bij The Art Reynold Singers en wordt in 1966 door Capitol eruit gepikt als soliste. Producent van haar twee Capitol-singles is Gary Paxton welke ook werkt met The Art Reynolds Singers. De singles floppen genadeloos en de eersté, 'Baby Mine', groeit kort daarna uit tot een Northern Soul-klassieker van de bovenste plank. In 1969 biedt Dunhill haar een contract en hier wordt ze gekoppeld aan componist en arrangeur Jimmy Webb. De elpee 'Sunshower' is het resultaat. De plaat is verre van een succes en toch is het opvallend dat Houston in mei 1970 een single uitbrengt in Engeland die niet in deze vorm in Amerika verkrijgbaar is. Het is 'I Just Wanna Be Me' met het aanstekelijke 'Crying In The Sunshine' op de b-kant, een plaatje dat sinds januari 2012 in de Blauwe Bak zit. Hoewel ze nauwelijks succesvol is geweest vóór 1971 hebben producenten en platenbonzen nog wel vertrouwen in een goede afloop voor Houston. Zo komt ze in 1971 onder contract bij Motown. Ze wordt daar ondergebracht bij Mowest, het 'nieuwe' sub-label van Motown dat vanuit Los Angeles wordt bestierd.

Haar debuut voor Motown/Mowest wordt ingezet met een cover. In 1967 heeft Chris Clark haar versie opgenomen van Berry Gordy's 'I Want To Go Back There Again'. Het is opvallend dat Motown in de vroege jaren zeventig jaartallen drukt op de labels van het moment dat het liedje voor het eerst is gepubliceerd. Dat verklaart het jaartal 1967 op het label van de Engelse demo die ik heb gebruikt voor dit bericht. Zelf heb ik hem op de originele Amerikaanse Mowest, maar zo'n groene Tamla Motown-demo geeft meer 'kleur' aan het blog. Thelma's versie is een beetje versneld ten opzichte van Clark's versie (welke ik sinds een paar jaar eveneens in de koffers heb). Ik kan Chris Clark geen onrecht aan doen, maar eigenlijk vind ik Houston's versie de definitieve van de twee. Waar Clark meer binnen het keurslijf van de jaren zestig-Motown blijft, daar laat Houston de plaat 'groeien'. Ondanks alle lof die ik de plaat jaren later kan toezwaaien, doet de single in 1972 helemaal niks. Houston's grote doorbraak komt pas met 'Don't Leave Me This Way' en daar moet ze in 1972 nog vijf jaar op wachten.

Ik haal voor de aardigheid even het bericht uit 2011 erbij. Op maandag 30 mei publiceer ik 'Hi ha Hoogeveen'. Een verslag van de betreffende zaterdag en een kort overzicht van de tweeënveertig singles. Tot mijn grote verbazing schrijf ik twee dagen later 'LEKKER!!!' achter de single van Thelma. Toch zal het nog een paar weken duren voordat ik écht van de plaat ben gaan houden. Ik kan de fietstocht nog erg goed herinneren. De heenweg is het probleemloos en ga ik rakelings langs Uffelte. De terugweg is een stuk moeizamer. Het ketting slaat steeds vaker over en in het bos bij Fluitenberg schaam ik me voor de gemeen harde klappen. In Koekange heb ik een korte toiletstop en fiets dan snel verder. Het gaat eigenlijk een hele tijd goed totdat ik in Havelte kom. Daar klapt het ketting in tweeën. Het is het laatste ritje geweest met de Marathon Tyros. Een paar weken eerder heb ik hier 'De Monstertocht' gepubliceerd en ben dan eigenlijk wel 'klaar' met de fietstocht uit 2001. Dat maakt ook dat ik opeens wel vrede heb met het feit dat het over en uit is met de Marathon. Een reparatie is niet meer lonend en zo verdwijnt het ding op de schroothoop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten