maandag 17 juli 2023

Singles round-up: juli 5


Afgelopen nacht heb ik al 59 mogelijke kandidaten klaar gezet voor de uitzending van komende zaterdag. Ik ga dit weekend aandacht besteden aan het jaar 1968. Met het oog op de korte tijdsduur van veel singles op zaterdag is het verleidelijk er een top 50 van te maken, maar dat ga ik later even verder bekijken. De lijst moet dus nog worden gemaakt en aan de hand daarvan ga ik uiteraard een Week Spot uitzoeken. Het kunnen er zomaar 60 worden want in deze aflevering heb ik in ieder geval eentje van 1968. Wellicht een tweede, hoewel ik meen dat deze uit 1969 komt. Hoewel ik de platen nog niet heb gedraaid, kan ik bij de aanblik van de labels al stellen dat het weer een bonte aflevering wordt. Ik ga de apparatuur aan zetten en nog een beker koffie inschenken. Veiligheidsriemen vast en gaan!

* The Escorts- Let's Make Love (UK, Contempo, 1974)
Natuurlijk ga ik hem draaien en beoordelen, maar op zichzelf hoef ik dit niet vooraf te doen. De Contempo-collectie is een leuke verzameling binnen de verzameling. Contempo geeft een aantal onafhankelijke Amerikaanse platenlabels een Engelse release en The Escorts is tot stand gekomen door een deal met Alithia Records. Het middengat voelt aan alsof de plaat nog maar zelden op een draaitafel heeft gelegen. Beide kanten zijn mede geschreven en geproduceerd door de legendarische onafhankelijke producent George Kerr en ook dat is een 'trademark of quality' voor mij. Het is sweet soul met het George Kerr-stempel alom vertegenwoordigd. De zoete violen en xylofoon en de stemmen van The Escorts perfect gebalanceerd. Het is als een bord met slagroom. Het mag niet echt gezond zijn maar het is wel ontzettend lekker een heuse traktatie voor mij. Op de keerzijde staat 'Disrespect Can Wreck' en hier valt als eerste het mono-geluid op. Het is meer funky en niet echt mijn ding helaas.

* J.L. Godwin- Come On Little Girl (US, Standard, 196?)
Totaal helemaal niets bekend over dit plaatje of over de artiest, behalve dat de single eenmaal is verkocht op Discogs voor het astronomische bedrag van... zestig cent. Het orgel wordt op een gospel-manier toegepast, de harmonica klinkt meer alsof Bob Dylan mee doet. Het is een lekker vlot nummer en heeft voor de oude rhythm & blues zeker potentie. 'Darling I'll Go Where You Send Me' heet de b-kant en duurt maar liefst een minuut en achtenveertig seconden. Weer hetzelfde ensemble: Het orgel dat verdacht veel als gospel klinkt, de harmonica en de drummer. Het is net als op de a-kant erg prettige muziek maar de soul druipt er niet vanaf. Lekker 'leftfield' is het wel!

* Virgil Griffin & Rhythm Kings- A Forgotten Lover (US, Reginald, 1968)
Wie moet je hier geloven? Discogs zegt 1967 en 45cat noteert 1968. Hoewel de laatste geen bron aangeeft, hecht ik over het algemeen méér waarde aan 45cat en dus hou ik het op 1968. Nu is de vraag... gaat de plaat de shortlist maken voor zaterdag? Ik lees op Discogs dat er een tweede Virgil Griffin moet zijn die trompettist is en de trompet is ook erg present op dit nummer en dus denk ik dat het dezelfde is. Ja, de shortlist moet wel haalbaar zijn. Het is een lekker poepje Deep Soul met zeer uitbundige blazers. Ik vind het erg lekker in ieder geval. De keerzijde heet 'If You Can't Go Don't' en dat is meer van een boogaloo, maar daar kwamen we niet voor.

* Jeanne Hatfield- Stop (US, Atco, 1969)
Dit begint als folky pop maar Jeanne weet me te overtuigen en rondom het refrein horen we toch wat soul maar het zit op het randje. Dat neemt niet weg dat het een erg fijn plaatje is en ergens kun je een snik horen, maar dat horen we ook vaak in country. Het speelse arrangement maakt het een lust om naar te luisteren. 'Busy Signal' op de keerzijde is meer funky en eigenlijk de meer soulvolle kant. Maar omdat ik gecharmeerd ben van 'Stop' noem ik dit een 'double-sider'. Je kan met elektronische effecten een bezettoon invullen, maar je kan de achtergrond zangeressen ook 'busy-biz-biz-biz-busy-sign-busy-signal' laten zingen met hetzelfde effect. Jeanne krijgt van mij een staande ovatie.

* Johnny Hudson- Better Love (UK, Ardent, 1990)
Mijn nichtje wordt vandaag 33 jaar en ik kan me niet voorstellen dat het al zo lang is geleden. Zou dit bij Johnny Hudson ook het geval zijn. Euh nee... Johnny lijkt zelfs nog iets te zijn blijven hangen in de jaren tachtig met zijn elektronische disco-beat. Daar bovenop een zeer soulvolle zanger en dat is iets dat ik graag mag horen. 'Better Love' zorgt voor een sensatie in de Londense club waar Mark in die tijd dj en vaste bezoeker is en ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Hudson bezit de klasse van een oude rot in het vak en etaleert met de techniek van de dag. De b-kant is instrumentaal en dus ben ik daar snel mee klaar.

* L.T.D.- Love Ballad (UK, A&M, 1976)
Volgens mij heb ik deze niet eens beluisterd. Gewoon de uitnodiging met een Engelse persing is voor mij genoeg om een paar pond over te maken voor dit kleinood. Achteraf gezien ken ik 'Love Ballad' wel en dat is precies wat het zegt op het etiket. Het is gek genoeg geen hit geweest en zelfs 'Shine On' heeft Engeland niet eens in vervoering gebracht. Het blijft een raar eiland. (De oplossing van de 'Lucky Number' waar ik het gisteren over had was overigens 'Baba O'Riley' van The Who dat evenmin een hit is geweest) 'Let The Music Keep Playing' heeft heel in de verte wel iets van 'Shine On' qua intro, als ik me niet vergis, en het geeft prettige soul en dus reken ik het goed als 'double-sider'. Iets meer opgewekt dan 'Love Ballad' ook al gaat het ruim vier minuten door en heb ik het halverwege wel gehoord.

* Robbie Mitchell & Darryl Patterson- No One Can Do The Things You Do (US, Tangerine, 1969)
Dit is het twijfelgeval in de inleiding, maar het is dus van 1969. Ik kan me op dit moment geen beeld maken bij de plaat maar weet wel dat ik even héél erg lyrisch ben over dit plaatje als ik het reserveer. Jaaa, als ik het refrein hoor, weet ik het weer! Darryl doet alleen mee in de refreintjes en zorgt voor een zeer catchy 'hook' in het refrein. Dat refrein zouden de heren voor mij twintig minuten lang mogen doen maar helaas zitten maar twee van deze momenten in het nummer. 'I Lost My Love' is de eigenlijke a-kant en dat is meer van een ballade. Ook nu complimenteert Darryl eerder de zanglijnen van Robbie en maakt het refrein echt bijzonder. Ik reken het als 'double-sider'. 'No One' met een pluspuntje voor de positiviteit.

* Jackie Moore- Tired Of Hiding (US, Kayvette, 1976)
Bij Jackie Moore gaat de zoektocht naar een tweede 'If' verder en ik denk dat ik met 'Tired Of Hiding' een eind in de buurt kom. Waarschijnlijk niet door de tekst, maar muzikaal kan ze 'deep' gaan tegen een bluesy achtergrond. Oef... ze blaast flink wat stoom af en het nummer blijft 'bouwen'. Au! Haar stem slaat zelfs even over. Helaas is na twee coupletten en twee refreinen de benzine op want ik had graag gehoord wat ze in een derde couplet kon doen. Moet ik de a-kant opzetten? 'Disco Body (Shake It To The East, Shake It To The West)'. Je kan het nu al neuriën. Ach vooruit, Clarence Reid heeft het geschreven en het is natuurlijk Miami Disco, maar nee... ik had deze niet voor de a-kant gereserveerd.

* Nazty- It's Summertime (US, Mankind, 1976)
'Mijn zon gaat spontaan schijnen', schrijf ik in een reactie onder dit plaatje. Is het wellicht op 18 juli het uitgelezen moment om opnieuw naar dit plaatje te luisteren. De temperatuur zal morgen weer omhoog? Het is een weinig aan de hand vroeg disco-ding met een zoem in de achtergrond. Is dat de mug om het zomergevoel te verhogen? Er is niets nieuws onder de zon maar wel een gezellige stamper! Dan 'Look What You've Done' op de b-kant en dat is melodieuzer. Uiteindelijk geef ik mijn voorkeur aan deze kant, maar de bezoekers van de discotheek zullen het ongetwijfeld oneens zijn. Pech voor hun!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten