zaterdag 22 oktober 2022

Van het concert des levens: 1999


We zijn de afgelopen dagen door het ouderlijk huis gegaan en er staat me iets bij van een tegeltje, maar deze zijn we niet tegengekomen. Niet dat ik belangstelling zou hebben gehad voor dergelijke snuisterijen, maar ik weet te herinneren dat ik ooit een tegeltje heb gekocht met 'Van het concert des levens krijgt niemand een program'. Het is de tijd dat ik als kind iets voor moeder mag uitzoeken voor haar verjaardag en meestal is het een rijksdaalder. Voor dat geld heb je eigenlijk alleen maar van dergelijke tegelwijsheden in het plaatselijke warenhuis. Er zijn geen tegeltjes mee gekomen vanuit Jutrijp maar wel een aantal andere zaken die nog best een rol kunnen gaan spelen op Soul-xotica! Voorlopig zal ik even aan de bak moeten met de 'Singles round-up' want inmiddels zijn het bijna vijftig singles die wachten op een bericht. Hoewel ik nu niet echt in de stemming ben voor een berichtje ga ik nu voor het jaar 1999. Temeer omdat het fotomodel me opeens te binnen schiet. 'Magic Hour' van Cast brengt me meteen terug naar de zomer van 1999 en daarmee de laatste weken en maanden in Engeland.

Ik vier oud en nieuw op de grens tussen Engeland en Schotland en dan net een paar kilometer in Schotland. Ik slaag er niet meer in om mijn vriend te vinden deze avond en dus 'crash' ik bij een andere stamgast van de pub. Dat blijkt handig te zijn want zijn dochter kent John wel en weet precies uit te leggen hoe we moeten rijden. John ontvangt me hartelijk maar ik kan me anno 2022 helemaal voorstellen dat dit knap is geacteerd. Ik gooi natuurlijk hun plannen finaal in de war. Ze zetten me op zondagmorgen af in het dorp en ik wil nog even in de pub kijken. Op de middag zit daar een echtpaar dat 'heel toevallig' naar Oldham moet en ik kan wel meerijden. Ik weet niet wat er is gebeurd maar op een onbewaakt moment zijn ze weg. Dan heb ik het reisgeld inmiddels omgezet in drank. Ik bel John in tranen en hij brengt me naar het station en leent me geld voor de terugreis. Dat had niet gemoeten. Ik heb hem in 2001 het geld terug gegeven maar de hechte vriendschap is aan flarden geschoten. Dat ik de laatste trein naar Mossley mis en noodgedwongen de nacht in Manchester moet doorbrengen, laat ik maar achterwege. Ik moet straks nog kunnen slapen. Ja, zó spannend is het geweest!

Hoewel ik wel weer aan het werk ben gegaan, speelt onderhuids nog altijd de depressie waar ik in september in ben geraakt. Ik leer mezelf aan om zittend te slapen en hierdoor krijg ik opeens allemaal 'visioenen' en ontdek ik dat ik vaak over dezelfde omgeving en situatie droom terwijl ik daar nog niet eerder ben geweest. Dan weet ik het opeens: Ik moet naar Polen! In Lublin is een Emmaus en daar kan ik mijn idealisme voortzetten. Ik heb al een lift geregeld met een vrachtwagenchauffeur. Als het was door gegaan, weet ik zeker dat ik het niet had kunnen na vertellen. Dan ontdek ik dat je voor Polen een paspoort nodig hebt terwijl ik een ID-kaart heb. Ik ga een paspoort aanvragen op het consulaat in Manchester en ontdek dan ook dat ik nog altijd in de Friese gemeente sta ingeschreven. Vandaar dat in 1998 geen uitkering kon krijgen! Als het paspoort arriveert, is de storm gaan liggen en begin ik het weer naar mijn zin te krijgen in Mossley. Ik krijg de leiding over de 'top shop': Het winkeltje op de hoek van Manchester Road en Queen Street. Het pand heeft een etalage waar we jarenlang hetzelfde servies hebben getoond en meestal stappen er mensen binnen die op zoek zijn naar het meubelmagazijn. En Mrs. Hatfield komt meerdere malen per week langs voor een kopje thee en een babbeltje. Zij spijkert mijn Engels bij waar nodig en 'sponsort' me een beetje waardoor ik ook doordeweeks een avond naar de pub kan. In april besluit ik eigenhandig het roer om te gooien in de 'top shop'. Alle porselein en diggelwerk gaat naar Queen Street en ik maak een boeken- en platendiscounter van de winkel. Vijf boeken of elpees voor een pond. Dat ruimt op! Verder heb ik een paar 'collector's items' in de aanbieding, deels zelfs uit mijn eigen verzameling. Als ik op een ochtend uit wandelen ga met Sadie en daarbij een sjekkie rook, is er een windvlaag en verbrandt een haartje in de sigaret. Ik voel aan de rest van mijn pruik en kan concluderen dat ik weer lang haar heb! Ik word met name in mei 1999 weer even net zo 'hippie' als drie jaar eerder.

Ik vier de vakantie wederom in Nederland. Een paar dagen bij mijn ouders en vervolgens een week bij Kees in Spijkenisse. Samen rijden we naar het Woodstock-terrein. Daar wordt voortdurend gesproken over de komende zonsverduistering. Ik heb niet het geld om mee te kunnen totdat de band Altar ter sprake komt. Daar heb ik een t-shirt van en één van de Friese broers wil dit wel overnemen van mij. Sterker nog: Hij belooft me dat hij 'voor me zal zorgen' als ik mee ga naar de zonsverduistering. De deal is snel gesloten! Ik heb een paar jaar geleden nog eens geschreven over de reis die hierop volgt (zie: 6 augustus 2014). Ik ga vol ideeën terug naar Engeland. Ten eerste is daar de schuld bij de Rabobank. Ik heb in de eerste weken in York mezelf duizend gulden in de min gepind en sindsdien is geen geld bijgestort op de rekening. Wel komt iedere maand een klap negatieve rente bovenop het bedrag en inmiddels is dat veertienhonderd gulden geworden. Als ik nóg drie jaar wacht, heb ik echt een probleem. Kees heeft me aangeboden dat ik bij hem in kan wonen voor een paar maanden en dat ik middels een krantenwijk de schuld kan inlossen bij de bank. Terug in Mossley is daar Zuid-Afrikaanse John die ook de nodige kennis heeft opgedaan in Nederlandse Emmaus-groepen. Hij weet me te vertellen dat je als Nederlander in bepaalde gemeenschappen een uitkering mag ontvangen. Ik ga vervolgens voor deze optie. Ik hoef maar twee maanden een uitkering te hebben om het bedrag af te betalen en een klein spaarpotje aan te leggen. Daarna kan ik weer terug het idealisme in. De Bilt lijkt te willen meewerken aan dit en zo ga ik op 11 oktober 1999 terug naar Nederland.

Toch blijkt De Bilt vooral een koude douche te zijn. Dat komt vooral door de boekhouder. Een eerder voorstel om de weekopbrengst te gebruiken, gaat meteen al van de baan. Een uitkering is dan de enige optie en dan moet ik opeens geld betalen aan de gemeenschap. Klinkt logisch? Ware het niet dat ik, net als in Mossley, werk voor mijn kost en inwoning en dus helemaal niet hoef te betalen. Dat zal in 2000 nog een staartje krijgen en dat laat ik voor de volgende aflevering. Ik vier kerst bij mijn ouders en heb afgesproken om oud en nieuw te vieren met het Woodstock-ploegje (minus Kees) in Koudum bij één van de twee broers. Ik zal nooit vergeten dat moeder me een waarschuwing geeft als ik op de bus stap: 'Pas je wel op voor drugs?'. Alsof ik dan nog niet eerder een blowtje heb gerookt want de broers en de Woodstock-ploeg heeft evenmin iets met zwaarder spul. Over deze oud en nieuw heb ik ooit ook nog eens geschreven en dat is wellicht de minst gedenkwaardige oud en nieuw die ik heb beleefd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten