vrijdag 6 februari 2015
Beeldenroute: Carl Davis
Met de vijfde verjaardag in het verschiet is het verloop op Soul-xotica momenteel dramatisch. Mijn welgemeende excuses, maar ik heb het de afgelopen week erg druk gehad. Ik lag nog steeds een bericht achter van vorige week en daar is inmiddels een tweede bij gekomen. Omdat ik liever niet vaker dan tweemaal per dag publiceer, betekent dit dat ik vandaag in ieder geval twee berichten ga doen en volgende week nog eens. Er is immers ook een 'Singles round-up' op handen en daar past prima een aflevering van 'Raddraaien' naast. Vandaag de 'comeback' van een zeer onregelmatige rubriek. In 'Beeldenroute' zet ik een standbeeld op voor mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt in de muziek en die volgens mij een monument verdienen. De route begint al aardig vorm te krijgen. Vandaag fietsen we van Kolderveen, vanaf het beeld van Dave Godin, naar de hoek van de 1e Nijeveense Kerkweg en de Gedeputeerde Dekkerweg. Daar staat een bankje en is de wind bovendien altijd merkbaar. Dat laatste komt goed uit, want het standbeeld is voor een man die geboren en getogen is in 'Windy City' Chicago: Carl Davis.
Carl H. Davis Sr. is de volledige naam. Als de Nederlandse schrijver A. Moonen eens wordt gevraagd waar die 'A' voor staat, antwoordt deze koel: ,,Voor de punt". Bij Carl Davis blijft het eveneens een mysterie waar de middelste 'H' toe dient. Carl komt op 19 september 1934 ter wereld in Chicago. Hij bezoekt de 'high school' van Englewood en hij begint vervolgens een loopbaan in de muziek. Niet als zanger, maar eerder als steun en toeverlaat voor zangers. Zijn eerste professionele stap is echter bij het fenomeen 'radio'. Hij wordt in 1955 assistent van de populaire WGES-discjockey Al Benson. Dan neemt hij een baantje aan in de promotie van grammofoonplaten. Al gauw is Davis in de opnamestudio te vinden waar hij zowel liedjes schrijft als platen produceert. Hij sluit zich in 1961 aan bij het minuscule Nat-label. Als producer heeft hij in 1961 zijn eerste hit met 'Nite Owl' van The DuKays. De opvolger, 'Duke Of Earl', wordt eveneens geproduceerd door Davis en deze wordt op het laatste moment toegeschreven aan de leadzanger van The DuKays: Gene Chandler. Mede dankzij deze enorme hitsingle gaat zijn naam in de ronde bij de grote platenmaatschappijen en in 1962 mag Davis van Columbia het oude blues-label Okeh nieuw leven inblazen.
Major Lance, Billy Butler en Walter Jackson zijn slechts enkele van de grote namen die met Davis hitsingles maken voor Okeh. Curtis Mayfield schrijft in die tijd bijna iedere vijf minuten een liedje en slechts een klein deel daarvan benut hij voor The Impressions. Carl Davis en zijn artiesten op Okeh doen graag 'boodschappen' bij Mayfield en vestigen zodoende de naam van Mayfield als songschrijver. In de midden jaren zestig gaat Davis voor Brunswick werken en dat resulteert al snel in hits voor onder andere The Artistics. Het is op aangeven van Davis dat Brunswick zich in 1967 Chicago vestigt. Een gebouw met historie, want het pand is eerder gebruikt door Vee Jay. Het schijnt dat zowel Leonard Chess van het gelijknamige platen-imperium uit Chicago als Brunswick het pand van Vee Jay willen hebben. Er wordt een deal gesloten tussen de twee: Chess mag het inventaris hebben en Brunswick koopt het pand. Wat opvalt bij Davis is dat zijn artiesten hem lang trouw blijven. Ook in latere jaren blijft Davis schrijven en produceren voor Chandler, Jackson en Major Lance. Davis verantwoordelijk voor de comeback van Jackie Wilson ('Whispers') en biedt onderdak aan een minstens zo talentrijke jongeman genaamd Eugene Record.
Record vormt kort daarna een songschrijvers-tandem met een ander protegé van Davis: Barbara Acklin. Waar ze zich in Chicago al jaren van bewust zijn, wordt in de loop van 1968 van kust tot kust een feit: Chicago doet nog steeds mee in de zwarte muziek. Barbara Acklin heeft een gigantische pop-hit met 'Love Makes A Woman' maar ook Jackie Wilson geniet van een tweede jeugd met 'I Get The Sweetest Feeling' en 'Higher And Higher'. In 1969 start Davis zijn eigen Dakar-label en daarop zal Tyrone Davis, geen relatie tot Carl, uitgroeien tot een artiest van formaat. Met name 'Can I Change My Mind' en 'Turn Back The Hands Of Time' zijn grote hits voor Davis, maar feit is dat Tyrone tussen 1969 en 1978 geen enkele 'misser' heeft op de R&B.
Genoemde Eugene Record begint in 1969 The Chi-Lites en ook hier speelt Davis weer een rol. In de loop van de jaren zeventig nemen de hits echter iets af in kracht en in 1976 moet Dakar de deuren sluiten. Op Brunswick 'ontdekt' Davis nog wel de gevierde disco-zanger Hamilton Bohannon. Kort na de val van Dakar begint Davis met Chi-Sound Records. Het wordt aanvankelijk gedistribueerd door 20th Century en bezorgt Gene Chandler in 1979 een grote hit met 'Get Down'. Van 1980 tot en met 1983 probeert Davis de platen echter via onafhankelijke maatschappijen af te zetten, maar is daar weinig succesvol mee. Chi-Sound kent in 1989 en 1990 een kleine opleving, maar het is pas in 2006 als Davis het label volledig op de rails kan zetten. Het blijft actief tot aan zijn dood. In 2011 publiceert Davis zijn levensverhaal, een boek dat ik zeker nog eens wil lezen.
Ik steek niet onder stoelen of banken dat het Brunswick-geluid van de late jaren zestig mijn favoriete geluid is. Davis maakt lekkere lawaaiige muziek, vaak uptempo, en met zorgvuldig toegepaste blazers en orkesten. Waar de producties van Motown, Stax en Atlantic echter compleet zijn dichtgemetseld en glad gestreken, daar blijft bij Brunswick altijd ruimte vrij voor een spontane uitbarsting. Het rommelt nergens, maar dit laatste maakt dat de muziek lééft.
Helaas... het had zo mooi kunnen zijn? Ergens staat de datum van 9 augustus 2012 me erg goed bij, de dag dat Davis is overleden. Ik meen even dat ik die dag 'Just Ain't No Love' van Barbara Acklin heb gekocht, maar dat blijkt al in juli te zijn geweest. Toch is het zeer goed mogelijk dat ik de single die dag heb binnengekregen, want door een klein meningsverschil met Paypal duurt dat in de zomer van 2012 wel eens iets langer. Ik heb zojuist even gekeken, ik heb die dag wél 'If This Ain't Love' van Nicole Willis & The Soul Investigators gekocht, maar ja... dat heeft weer niets met Carl Davis van doen. Davis sterft in de ochtend van 9 augustus 2012 aan een long-aandoening en is dan 77 jaar en nog immer actief in de muziek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten