zaterdag 12 november 2016

Een leven met Leonard



Ach vooruit... Ik moet eerst de adrenaline van de laatste show kwijtraken en dus kan ik gemakshalve nog wel een bericht schrijven. Het is vrijdagmiddag om twintig voor drie. Ik sta op het punt om 'The Big One' te openen met een gevarieerde mix van twee uren. Dat zullen er uiteindelijk drie-en-een-half worden, maar mij hoor je niet klagen. Ik neem een laatste blik op Facebook en zie dat Almar een foto heeft gepost met betrekking tot Leonard Cohen. In het commentaar zie ik de link: 'Leonard Cohen (82) overleden'. Een verrassing? Ja en nee, maar daarover straks meer. Ik haast me naar mijn mp3-leverancier om 'Hey That's No Way To Say Goodbye' op te halen en draai dat als eerste nummer in de show. Toepasselijk? Ja, vergeef me, maar ik het droge cynisme van Cohen wel waarderen en denk dat hijzelf geen bezwaar zou hebben tegen zo'n eerbetoon. Iemand voor de 'Dodenrit'. Nee, daarvoor is hij té groot voor mij. Liever doe ik dan 'Een leven met...' om te kijken welke plek de muziek van Cohen in mijn jonge leven heeft ingenomen.

Sommige lieden gun ik liever geen toneel, maar dan opnieuw: Volgens mij is hij ongeveer een jaar geleden aan bod gekomen in een bericht over 'pluggers'. Ron Brandsteder. Wat is er van hem geworden? Is dat interessant? Bovendien kun je het ook nalezen in de roddelbladen want volgens Google komen we hem daar nog geregeld tegen. Nog zo'n artiest... José. In 1982 een nummer 1-hit met het aloude 'I Wanna Follow Him' in een gelikt pop-disco-jasje. In 1985 neemt José met genoemde Brandsteder 'So Long Marianne' op en ik geloof dat dit mijn kennismaking is met Leonard Cohen. Ofwel... de link en het origineel leer ik later kennen. 'Suzanne' is een kneiter van een hit geweest voor Herman Van Veen maar toch hoor je die in de jaren tachtig weinig op de radio. Nee, het moet dit illustere duo zijn geweest dat de aanzet is geweest tot Cohen. Ik weet de man tot 1994 vrij goed te omzeilen en dan gaat het ineens erg snel.

Via de Jeugdwerkgarantieplanwet (dubbele woordwaarde) kom ik in februari 1994 bij de gemeente te werken. 's Ochtends allerhande 'klussen' op het terrein (stenen stapelen in het begin) en 's middags spul in ontvangst nemen op de vuilstort. Dat is mijn favoriete bezigheid! Ik speur naar platen, natuurlijk, maar in de eerste weken is het enkel 'Tis Weer Voorbij Die Mooie Zomer' van Gerard Cox welke ik van de verbrandingsoven red. Later in 1994 is het een zeer fraai partijtje jaren zestig-singles met fotohoes en ook een stel oude elpees van The Rolling Stones en Them. Iedereen op de gemeente weet van mijn platen verzamelen af en op een middag word ik geroepen door de mannen van de vuilnisophaaldienst. Ze hebben een doos met elpees gered van de kraak en ik mag ze hebben: Eind jaren zestig, vroege jaren zeventig. Een folky aangelegenheid. 'The Coaldust Ballads' van The Ian Campbell Folk Group (1965) is de meest waardevolle, maar ook twee oude Joan Baez-elpees en... 'Songs Of Love And Hate' van Leonard Cohen. Ik ken de hoes van de achterkant van verschillende CBS-singles uit de vroege jaren zeventig. Voorzichtig zet ik het thuis op en val zo 'Avalanche' binnen. Een nummer dat me meteen boeit, maar de rest van het album laat een tijdje op zich wachten. Kort daarop vind ik 'Suzanne' als single met 'So Long Marianne' op de b-kant. O ja, 'Death Of A Ladies' Man' (1977) zit ook in de partij, maar daar weet ik lange tijd niet wat ik ermee aan moet. Totdat ik het verhaal leer kennen in de nieuwe eeuw. In 2008 groeit het album uit tot een favoriet. Doorgaans herinner je overleden artiesten om hun mooiste werk, maar ik bewonder Cohen vooral omdat hij soms de plank ontzettend kon missen en dat dit hem extra charisma gaf. Cohen hoefde niet bang te zijn voor een slechte recensie, zelfs zijn dieptepunten zijn alom geroemd.

In de jaren negentig is 'Songs Of Leonard Cohen' de volgende stap en dat is uiteraard een standaard-werk. In 1996 koop ik de cassette 'The Best Of The Rock Machine'. Een compilatie op het Castle-label met een fijne selectie van de 'Rock Machine'-samplers die CBS doet verschijnen. Doel van deze goedkope verzamelelpees is het introduceren van nieuw (en onbekend) talent en deze naast giganten te plaatsen. Het overzicht bevat twee nummers van Cohen: 'Sisters Of Mercy' en 'Hey That's No Way To Say Goodbye'. Ik draai het bandje de komende twee jaar helemaal dol dus dit stel kan ik dromen. Vervolgens brengt Madeleine Peyroux in de nieuwe eeuw 'Dance Me To The End Of Love' uit als single en doet het daarmee goed op Radio 1 en 2. Ook hiervan ontdek ik dat het van de hand van Cohen is. Het zal omstreeks 2003 zijn als ik het verhaal hoor van 'Death Of A Ladies' Man'. Wie op het idee is gekomen, is nog steeds een vraagteken. Feit is dat Leonard Cohen in een studio wordt gezet met Phil Spector. Het moet een weinig amusante tijd zijn geweest want beide mannen hebben mekaar niks te vertellen. Leonard's liedjes zijn 'kaal' op hun best en behoeven geen zoete koortjes en violen. Phil Spector is het beste in zijn sas als hij de beschikking heeft over een 'crooner' en daarvoor is Cohen veel te 'troubadour'. De plaat 'botst' aan alle kanten en soms klinkt het zelfs als een vloek voor beide mannen. Op 'Don't Go Home With Your Hard-On', een soort disco dat teveel sleept om disco te zijn, worden de achtergrondvocalen verzorgd door de heren Bob Dylan en Allen Ginsberg. Het is een regelrechte 'novelty'. In andere liedjes passen Spector's mierzoete arrangementen evenmin en de samenwerking is bijzonder eenmalig.

In 1984 brengt Cohen 'Various Positions' uit en het is in 2009 in de nasleep van de hersenschudding dat ik dit album voor een prikje bij Free Record Shop koop op cd. De twee nummers die me het meest aanspreken op de lijst zijn 'Dance Me To The End Of Love' en 'Hallelujah'. Leuk om het origineel eens te horen, maar verder? Cohen blijft het sobere in zich houden en weet zich moeilijk aan te passen aan zijn veranderende omgeving. Het album klinkt klinisch en koud en ook bij 'Hallelujah' moet ik vaststellen dat Jeff Buckley en de anderen het liedje alleen maar goed hebben aan gedaan. Dit album doet voorlopig even de deur dicht bij mij.

Dan is het plotseling een paar weken geleden. Bij mijn mp3-leverancier zie ik dat Cohen een nieuw album uit heeft: 'You Want It Darker'. Ik draai de titeltrack in 'Tuesday Night Music Club' en meteen bekruipt me een vreemd gevoel. Hoor ik dat goed? Het klinkt mij als 'Blackstar' in de oren dat, achteraf gezien, ook het afscheid van Bowie is geweest. Ik duik in de rest van het album. De 'you' in de titel kan tevreden zijn: Het album is gitzwart en overal hoor ik aanwijzingen. Het zal toch niet? Dat ik gisteren het bericht heb moeten vernemen, schokt me wel. Graag had ik meer van Cohen gehoord, ondanks dat 82 een hele mooie leeftijd is voor een popmuzikant. Vergeet ik bijna te zeggen dat ik in 2002 zeer heb genoten van 'New Skin For The Old Ceremony' en dat ik in Mossley verder kennis heb gemaakt met het werk van Cohen dankzij een paar 'companions', maar zelfs dan vergeet ik nog meer dingen te noemen. Leonard Cohen is iets dat ik niet heb opgepikt van broers of zus, maar iets dat ik zelf heb gevonden en heb moeten ontdekken. In de afgelopen 22 jaar heeft hij altijd wel ergens in mijn leven 'gespeeld'. Ik ga hem missen, maar zal het vooral vieren door 'You Want It Darker' nóg eens op te zetten en een paar andere elpees voor het voetlicht te halen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten