maandag 27 mei 2013
Raddraaien: Steve Winwood
Godenverering binnen de popmuziek. Als ik aan één ding een grotere hekel heb, dan is het wel het zaligmaken van overleden artiesten. Toen ik met Soul-xotica begon, had ik even de drang om een aantal van die goden van hun voetstuk te stoten. De boel even kapot relativeren totdat er gewoon weer een mens overbleef. Verder dan een kanonnade jegens Jim Morrison is het niet gekomen. Hendrix, Joplin en Cobain hadden het zó verdiend om eenzelfde behandeling te krijgen. Laten we nou eerlijk zijn, Hendrix was in de laatste maanden van zijn leven geen topattractie meer. Voor hem lonkte eerder de obscuriteit van underground-bluestenten. Als Janis niet was overleden, had ik 'Pearl' niet zo'n groot verkoopsucces zien worden. Ten opzichte van 'Kozmic Blues' en haar Big Brother & The Holding Company-werk was het een flinke stap terug. Kurt Cobain en Nirvana was hetzelfde liedje geworden als REM. Té ongrijpbaar voor de commercie, maar te commercieel voor het club-circuit. Niet dat ik hen geen langer leven had gegund, maar er zijn levende artiesten die wel ietsje meer waardering hadden mogen krijgen. Neem nou Steve Winwood. Heeft iemand meegekregen dat de man twee weken geleden 65 is geworden?
Als we het over een muzikaal wonderkind hebben, dan verdient Winwood die titel zonder twijfel. Stephen Lawrence Winwood komt op 12 mei 1948 ter wereld in het Engelse Handsworth, een wijk van Birmingham. Als achtjarig kind bespeelt hij al saxofoon en klarinet en heeft dan zijn eerste optreden samen met zijn vader en broef Muff. Rond dezelfde tijd zingt hij eveneens in een kerkkoor en leert daar de eerste handgrepen op het kerkorgel. Als gitarist en organist (Hammond B3) begeleidt hij als tiener bezoekende Amerikaanse rhythm & blues-artiesten en staat reeds met grootheden als Sonny Boy Williamson, B.B. King, Bo Diddley, John Lee Hooker en Chuck Berry op één podium. Als veertienjarige voegt hij zich bij The Spencer Davis Group, waar zijn oudere broer Muff eveneens deel van uitmaakt. In 1966 scoort The Spencer Davis Group twee nummer 1-hits op rij met 'Keep On Running' en 'Somebody Help Me', beide composities van Jackie Edwards. Van de royalties koopt Winwood zijn eerste eigen Hammond B3. Hij formeert rond deze tijd Powerhouse met Eric Clapton, een groep die niet van de grond komt, maar waarvan opnames later op de elpee 'What's Shakin' terecht komen. Met Spencer Davis heeft hij succes met 'Gimme Some Lovin' en 'I'm A Man', waarin hijzelf ook een aandeel heeft. The Spencer Davis Group is groter dan ooit tevoren als Winwood plots de biezen pakt. Het volgende hoofdstuk heet Traffic. Met deze groep maakt Winwood een transformatie door. Van lichtvoetige hippiepop naar meer jazzrock-georiënteerd werk. Met name de platen van na 'John Barleycorn Must Die' zijn voor mij een brug te ver.
Intussen doet Winwood ook nog mee in Blind Faith en treedt later opnieuw op met Ginger Baker in diens' Air Force. De term wereldmuziek bestaat nog niet of Winwood is er al mee aan de slag. Zo was hij in de jaren zestig al betrokken bij de elpee 'Pakistani Soul Session' en duikt in de midden jaren zeventig verder de ethnische muziek in. In 1977 verrast hij vriend en vijand, tot zover Winwood die laatste categorie heeft, met zijn eerste soloplaat, maar doet intussen nog zo'n deel aan producties. Zo is hij onder andere betrokken bij Third World. Zijn echte doorbraak als solo-artiest volgt in 1980 met het album 'Arc Of A Diver' en met name met de pracht-single 'While You See A Chance'. De stem, onveranderd, van The Spencer Davis Group en Traffic is terug, nu echter in een saus van moderne synthesizers en dito popsongs. De jaren tachtig zijn goed gevuld met klassiekers als 'Valerie', maar ook onze Raddraaier. Hoewel die dan weer wat meer ondergewaardeerd is: 'Freedom Overspill' uit 1986. Hetzelfde jaar dat hij met 'Higher Love' nog wel de hitparade bestijgt. De albums blijven gretig aftrek vinden en Winwood zal nooit echt van het toneel verdwijnen. Als zijn solo-carriére even op een laag pitje is, vindt er plotseling een reünie van Traffic plaats met een bijbehorend album.
Zijn meest recente plaat heet 'Nine Lives', maar is alweer vijf jaar oud. Desondanks blijft Winwood een geziene podium-artiest, hij heeft Nederland ook een aantal malen aangedaan. Momenteel toert hij dwars door Noord-Amerika met Rod Stewart, maar heeft voor komende zomer optredens aangekondigd met The Allman Brothers Band. Een bezig baasje dat ondanks zijn leeftijd nog lang niet aan pensionering toe is!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten