woensdag 22 mei 2013
Raddraaien: R. Dean Taylor
Het einde van de derde serie is in zicht, alleen morgen nog en dan kunnen we met frisse moed verder in de vierde serie. Vandaag wederom een Raddraaier uit de Blauwe Bak, maar ditmaal ging het een stuk eenvoudiger dan de laatste twee keren. De eerste de beste is meteen raak: Een artiest die we nodig eens moeten behandelen. Volgens een criticus is R. Dean Taylor de meest ondergewaardeerde artiest die ooit verbonden is geweest aan Tamla-Motown, maar dat stuit op protest van mijn kant. Wat te denken van Gladys Knight & The Pips? Een groep die altijd, en geheel onterecht, op de derde plek werd gezet. Of de artiesten die wél voor Motown uit kwamen, maar het nooit hebben gemaakt? Denk aan Chris Clark, Brenda Holloway en Carolyn Crawford. Nee, R. Dean Taylor heeft nog wel een paar hits gehad en heeft het podium en de songschrijverstafel mogen delen met enkele grootheden, dus zó ondergewaardeerd is die niet. Gelukkig ook niet héél 'mainstream', zodat we hem zonder schaamte kunnen presenteren als Raddraaier: 'There's A Ghost In My House' van R. Dean Taylor.
Richard Dean Taylor wordt op 11 mei 1939 in het Canadese Toronto geboren. Als vroege twintiger is hij reeds actief als zanger en pianist met diverse lokale bands en mag in 1961 zijn eerste single opnemen: 'At The High School Dance'. Waar ik het eerder vandaag over Della Reese had en haar voorrecht om in de midden jaren zestig elpees te mogen maken, daar blijft het voorlopig in het geval van Taylor bij singles. Heel veel singles voor heel veel verschillende platenmaatschappijen. Het rock'n'roll-radiostation CHUM in Toronto maakt Taylor's vierde single tot een succesje, 'I'll Remember', en dit doet hem besluiten om het in Amerika te proberen. Intussen verschijnt in 1963 nog een single op Mala, maar die doet niets. Taylor komt in Detroit terecht waar hij als songschrijver wordt ingehuurd bij V.I.P., een onderdeel van Tamla-Motown. Toch krijgt hijzelf ook de kans zich te profileren en de eerste single-kandidaat is een 'novelty' die het vinyl niet zal halen: 'My Ladybug, Stay Away From That Beatle'.
Taylor gaat vanaf 1965 samenwerken met Eddie en Brian Holland en Lamont Dozier en het eerste resultaat van hun hand is 'Let's Go Somewhere'. Dat flopt aanvankelijk en zal in 1974 als b-kant verschijnen van 'Ghost'. In het hier en nu is dit een plaatje dat nog steeds een beetje vergeten is, maar door enkele (waaronder mijzelf) Wolfman-deejays aan airplay wordt geholpen. De volgende single van Taylor is 'There's A Ghost In My House', een lekkere bombastische Holland-Dozier-Holland productie. In Amerika doet het niets en blijft daardoor ook buiten het Europese gezichtsveld. Het sterk gelijkende 'Don't Fool Around' is eenzelfde lot beschoren. The Four Tops heeft intussen wel een succesnummer te pakken met 'I'll Turn To Stone', welke geschreven is door Taylor. Als Holland-Dozier-Holland na een geschil Motown verlaat, wordt Taylor lid van The Clan. Dit 'superteam' moet het verlies van H-D-H doen vergeten. De meest belangrijke hit van The Clan is 'Love Child', een nummer 1-hit voor Diana Ross & The Supremes in de zomer van 1968. Omstreeks dezelfde tijd heeft Taylor zijn eerste solo-hit met 'Gotta See Jane'.
In Amerika bereikt hij zijn commerciële hoogtepunt met 'Indiana Wants Me', een hoorspel van een op de vlucht geslagen moordenaar die wordt achtervolgd door politiesirenes. De plaat bereikt in Amerika de top tien, maar een deugdelijke opvolger zit er voor hem niet in. 'Ain't It A Sad Thing' is een bescheiden hit in Duitsland en Nederland verwelkomt Taylor in 1972 in de Top 40 met het lullige 'Taos New Mexico'. Taylor start in 1973 zijn eigen Bonnie-label, terwijl die plaatjes in Europa door Polydor worden gedistribueerd. De Engelse Northern Soul-scene ontdekt in een vroeg stadium zijn singles en de hernieuwde belangstelling in 'There's A Ghost In My House' resulteert in een Britse nummer drie-notering. In Nederland bereikt het in augustus 1974, de laatste maand van de zeezender Veronica, een 29e plek op de Top 40. Op de laatste dag dat men vanaf de Noordzee uitzendt, komt 'Window Shopping' de Tipparade binnen.
In Engeland krijgt ook 'Don't Fool Around' een herkansing, maar doet niets. 'Gotta See Jane' vaart ietsje beter in een nieuwe uitgave. Daarna is het snel bekeken met de loopbaan van Taylor. Hij brengt desondanks nog een karrevracht aan singles tot en met 1983 en breekt dan voorgoed met de muziek. Om eens te meer aan te tonen dat Taylor een singles-artiest was: Hij heeft drie elpees gemaakt, waarvan alleen zijn eerste, 'Therefor I Am' (1970), in de Album Top 200 is gekomen. Op nummer 198!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten