zaterdag 25 mei 2013
Raddraaien: Ekseption
Voordat hij een bekend televisie- en radiopresentator werd, werkte Hans Van Willigenburg voor platenmaatschappij Philips. Hij werd in 1969 op pad gestuurd met David Bowie, die met 'Space Oddity' net zijn eerste Top 40-hit had gescoord. Hoewel Van Willigenburg uiteindelijk een blijvende vriendschap heeft overgehouden, was dat deze dag anders. Bowie sprak geen woord. De enige woorden die hij sprak was tegenover de pers en zo ook in het geval van Aloha. Die liet Bowie zijn oordeel vellen over een aantal nieuwe Nederlandse singles. Zijn mening ten opzichte van 'Air' van Ekseption was niet bepaald mals. ,,Als het dan toch zo nodig moet met orgel, dan heb ik liever The Nice of The Moody Blues", merkte Bowie op. Aardig hieraan is dat Bowie de voornaamste inspiratiebron van Ekseption noemt. Het is namelijk The Nice die Ekseption in 1968 op het spoor zet van de bewerkingen van klassieke meesterwerken. Hoewel Rick Van Der Linden een begaafd toetsenist is, mist hij echter de flair van Nice-organist Keith Emerson, waardoor Ekseption een beetje braaf blijft. Vandaag is Ekseption onderwerp van het Raddraaien en wel met de single 'Rhapsody In Blue' (1969).
Het verhaal begint in 1958 in Haarlem met het schoolbandje The Jokers: Hans Alta, Rob Alta, Rein Van Den Broek, Huib Van Kampen en Tim Griek. De groep heeft het repertoire van menig schoolbandje uit die tijd, namelijk dansbare jazz en rhythm & blues-covers en een enkele pophit. In 1965 is er behoefte aan een nieuw imago en een daarbij behorende naam. The 'In'Crowd is een hele hippe naam, maar ze zijn niet de enige. Als de Haagse groep The Incrowd een hit scoort met 'I'll Be Free' in 1966, ziet de Haarlemse formatie zichzelf genoodzaakt een nieuwe naam te kiezen. Dat wordt Ekseption na enig puzzelen. Overigens zal de Haagse groep later ook nog problemen krijgen met de naam als blijkt dat er nog zeker twee Engelse groepen zijn. Eentje daarvan heeft Keith 'Teenage Opera' West en Yes-gitarist Steve Howe in de gelederen. Terug naar Ekseption. Dat krijgt een platencontract bij Imperial. Aanvankelijk heeft Rob Kruisman de leiding over de nieuwe formatie en onder zijn toezicht voegt Rick Van Der Linden zich in april 1967 bij de groep.
De plaatjes op Imperial doen niet veel, maar de ster rijst snel als Ekseption in 1968 het Jazzconcours in Loosdrecht wint. Er vinden nogal wat bezettingswisselingen plaats binnen de groep. Zo vertrekken de gebroeders Alta en Tim Griek. De laatste zal producer worden bij EMI, aanvankelijk van Brainbox en later met André Hazes. Bassist Cor Dekker en drummer Peter De Leeuwe komen bij de groep die opnieuw een contract in de wacht sleept bij Philips. Het zal rond dezelfde tijd zijn geweest dat de leden een concert van de Engelse groep The Nice bijwonen. Onder leiding van de excentrieke organist Keith Emerson heeft deze band in 1968 veel succes met een verbastering van Berstein's 'America'. Dit moedigt de leden van Ekseption aan om hetzelfde te doen bij een aantal klassieke meesterwerken. De vijfde symfonie van Beethoven en 'Air' van Johann Sebastian Bach zijn de eerste 'slachtoffers', het arrangement van beide nummers wordt toegeschreven aan alle Ekseption-leden. Voor de rest zal Van Der Linden alle krediet krijgen.
Tussen 'The Fifth' (nummer drie) en 'Air' (nummer twee) zit nog een minimaal hitje verborgen: 'Rhapsody In Blue'. Hoewel de a-kant toch echt 'Ritual Fire Dance' is, krijgt de bewerking van de George Gershwin-compositie de meeste 'airplay' en wordt genoteerd op de Top 40. Het is in verhouding met de eerste hitsingles van Ekseption de meest obscure, het laat Ekseption van een meer jazzy kant horen. Wie de elpees van binnen en buiten kent, kijkt er niet van op. Maar wie uitgaat van de singles hoort een 'andere' Ekseption. De groep is naast Cuby & The Blizzards één van de weinige Nederlandse groepen die volledige vrijheid krijgen op de elpees. Een elpee is in 1969 nog steeds een luxe-product waarvoor je eerst een reeks hitsingles moet hebben. Bij Ekseption ligt de nadruk meteen op de elpees, maar heeft de groep eveneens een mooi zwikje hitsingles.
De bezetting wil nog wel eens wisselen. Voor een incidenteel vocaal nummer heeft de groep in 1970-71 een zanger. Eerst is dat Michel Van Dijk en later Coen Merkelbach. Deze, uit Ginger Ale afkomstige, zanger houdt de Engelse naam Steve Allet erop na. Tot en met 1972 verandert alles wat Ekseption aanraakt in goud, maar dan gaat de groep de herfstjaren in. De elpee 'Trinity' ziet een opvallende koerswijziging, ondermeer door een lange 'jamsessie', en Van Der Linden breidt zijn instrumentarium fors uit. Toch luidt deze plaat een mindere periode in. In 1973 formeert Van Der Linden Trace en verlaat daarmee Ekseption. Die groep gaat onverminderd door, nu met toetsenist Hans Jansen. Het geluid wordt weer jazzier en dat is te horen op het album 'Bingo' (1974). Een jaar later verschijnt 'Mindmirror' en in 1977 'Back To The Classics', maar beide albums verkopen voor geen meter. Anders is dat met het vroege repertoire. De eerste zes albums van Ekseption worden in 1976 in Duitsland opnieuw gedrukt, omdat ze daar de vraag niet aan kunnen.
In 1978 keert Van Der Linden weer terug in Ekseption, maar de gloriejaren zijn voorbij. Zijn grootste succes heeft hij in 1981 met 'Cum Laude', een samenwerking met Rein Van Den Broek en een heus dameskoor. De semi-religieuze plaat doet het uitstekend in Scandinavië, waar Ekseption begin jaren zeventig ook enorm populair was. Hoewel de groep in Engeland nog wel de handen op elkaar kreeg, heeft Ekseption nooit iets in Amerika of Japan gedaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten